BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie Woningen 2023

# 

Criteria 

Toepasbaar op antwoord 

Criteria voor vraag 1

1

Minimaal vier van de vijf opgenomen groepen bouwproducten en afwerkingsmaterialen in Tabel HEA03.1, die aan de binnenzijde van het gebouw zijn toegepast, moeten voldoen aan de gestelde grenswaarden voor emissies, bepalingsvoorwaarden en andere aanvullende voorwaarden uiteengezet in de tabel.

A

2

Alle opgenomen groepen bouwproducten en afwerkingsmaterialen in Tabel HEA03.1, die aan de binnenzijde van het gebouw zijn toegepast, moeten voldoen aan de gestelde grenswaarden voor emissies, bepalingsvoorwaarden en andere aanvullende voorwaarden uiteengezet in de tabel.

B, D

3

Het beoordelen van bouwproducten en afwerkingsmaterialen betreft alleen die producten waarvan de emissie invloed heeft op de kwaliteit van de binnenlucht. Dit betekent dat de criteria alleen van toepassing zijn op de bouwproducten en afwerkingsproducten die zich aan de binnenzijde van de dampremmende laag bevinden en integraal tot het gebouw behoren. Denk bijvoorbeeld aan binnenwanden, akoestische bekleding en inbouwkasten. Los meubilair zoals stoelen, kasten en bureaus worden buiten deze credit gelaten.

A - D

4

Producten die van nature geen VOS-emissie hebben, zoals baksteen, natuursteen, beton, keramische tegels, glas, metalen voldoen per definitie aan de emissie-eisen.

A - D

5

De voorschriften voor het testen en meten van emissie limieten is gebaseerd op gestandaardiseerde emissie testkamers. Perforator, flacon, uitdrogen en andere onttrekking testmethoden zijn expliciet uitgesloten. Alternatieve methoden zijn alleen toegestaan mits de condities die behoren bij de gestandaardiseerde testkamers overeenkomen met de methoden omschreven in tabel HEA03.1. Voor alternatieve methoden moet door de BREEAM-Expert voorafgaand toestemming worden gevraagd.

A, B, D

6

De organisaties die worden ingeschakeld voor analyseren van de binnenlucht door de emissie door bouwproducten en afwerkingsmaterialen moeten geaccrediteerd zijn volgens NEN-EN-ISO/IEC 17025 met de volgende specifieke omschrijving van accreditatie: Bemonstering: luchtmonster nemen van formaldehyde in de lucht; steekproef nemen van VOS in de lucht; chemische analyse voor vaststellen formaldehyde en/of VOS.

De organisaties die worden ingeschakeld voor het nemen van monsters moeten aantoonbare ervaring hebben.

A, B, D

7

In het bewijsmateriaal moet worden opgenomen dat de verf, voegsel en kit gebruikt in natte ruimten beschermt tegen schimmelgroei. Dit kan worden aangetoond door middel van uitgevoerde tests of met productinformatie dan wel een fabrikantsverklaring. De Europese standaard voor dergelijke tests zijn NEN-EN15457 en NEN-EN15458.

A, B, D

8

Overzicht met goedgekeurde alternatieve gezondheid labels is beschikbaar op de hulppagina in de online richtlijn en BRE Guidance Note 22.

A, B, D

9

Eigen verklaringen, door fabrikanten, van emissieniveaus van hun bouwproducten en afwerkingsmaterialen worden geaccepteerd, mits deze door een geaccrediteerd laboratorium conform Criterium eis 5 zijn toegekend. Of een fabrikant verklaart dat zijn product geen formaldehyde of VOS-emissie bevat.

A, B, D

10

Als in het gebouw slechts 4 of minder producten, uit tabel HEA03.1 zijn toegepast, dan wordt het aantal producten dat moet voldoen als volgt bepaald:

Bij 4 producten moeten er 3 voldoen.
Bij 3 producten moeten er 2 voldoen.
Bij 2 of minder producten moet alle producten voldoen.

A, B, D

11

De formaldehydeconcentratie is vóór ingebruikname gemeten en is ≤ 30 μg/m³ (gemiddeld over 30 minuten) en er worden na ingebruikname geen werkzaamheden binnen meer uitgevoerd.

C

12

De concentratie totale vluchtige organische stoffen (TVOS) wordt gemeten vóór ingebruikname en is ≤500 μg/m³ (gemiddeld over 8 uur) en er worden na ingebruikname geen werkzaamheden binnen meer uitgevoerd.

C

13

Zijn waarden gevonden die de limieten overschrijden dan moet er een plan worden opgesteld om de concentratie formaldehyde en TVOS vóór ingebruikname binnen de voorgeschreven limieten te brengen. Vervolgens moet opnieuw getest worden om aan te tonen dat wel aan de limieten wordt voldaan, na de genomen maatregelen.

C

14

Het testen, meten en rapporteren van de in criteria 10 en 11 benoemde emissies moet, indien van toepassing, gebeuren conform de volgende normen:

1. NEN-ISO 16000-2: Binnenlucht – Deel 2: Monsternemingsstrategie voor formaldehyde
2. NEN-ISO 16000-3: Binnenlucht – Deel 3: Bepaling van formaldehyde en andere carbonyl-verbindingen in binnenlucht en testkamers – Actieve monsterneming
3. NEN-ISO 16000-5: Binnenlucht – Deel 5: Monsternemingsstrategie voor vluchtige organische verbindingen
4. NEN-ISO 16000-6: Binnenlucht – Deel 6: Bepaling van het gehalte aan vluchtige organische componenten in binnenlucht en testkamers door actieve monsterneming op TENAX TA®, thermische desorptie en gaschromatografie met gebruik van MS/FID

C

Criteria voor vraag 2

15

Tijdens het ontwerp en uitvoering van de waterinstallaties wordt uitgegaan van een legionellaveilige situatie, op basis van de NEN 1006 en ISSO/SBR Publicatie 811.

Kwaliteitscontrole van de installatie is onderdeel van het commissioningsplan (MAN 04).

E

16

Alle watersystemen die een potentieel risico vormen worden legionellaveilig opgeleverd, dit is inclusief maar niet beperkt tot:  

1. Opslag- en distributiesystemen voor warm en koud water  
2. Verdampingskoelsystemen (bijvoorbeeld koeltorens en verdampingscondens).  
3. Spabaden, bubbelbaden en ‘hot tubs’  
4. Fonteinen en waterpartijen   
5. Luchtbevochtigers  

Een watersysteem omvat alle apparatuur en componenten die bij dat systeem horen. Bijvoorbeeld alle bijhorende leidingen, pompen, toevoertanks, kleppen, sww, douches, warmtewisselaars, blustanks, waterontharders, koelmachines, enzovoorts. 

E

17

De bewoners ontvangen een handleiding over het voorkomen van het risico op legionellabesmetting.  

E

18

De handleiding geeft een uitleg over de volgende punten:  

1. Wat is legionella? 
2. De gezondheidsrisico’s van legionellabesmetting.
3. Eenvoudige maatregelen die een bewoner kan nemen om zelf het risico op besmetting te minimaliseren.  

De handleiding is opgenomen als onderdeel van de “gebruikershandleiding” (MAN 04), de handleiding wordt uitgevoerd in overeenstemming met ISSO-publicatie 30.5. 

E

De activiteit leidt niet tot de fabricage, het in de handel brengen of het gebruik van:

1. Stoffen, hetzij als zodanig hetzij in mengsels of voorwerpen, die in de bijlagen I en II bij Verordening (EU) 2019/1021 van het Europees Parlement en de Raad zijn opgenomen, behalve in het geval van stoffen die als onopzettelijke sporenverontreiniging aanwezig zijn;
2. Kwik en kwikverbindingen, hun mengsels en kwikhoudende producten als gedefinieerd in artikel 2 van Verordening (EU) 2017/852 van het Europees Parlement en de Raad
3. Stoffen, hetzij als zodanig hetzij in mengsels of voorwerpen, die in de bijlagen I en II bij Verordening (EU) 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad (voetnoot 330) zijn opgenomen;
4. Stoffen, hetzij als zodanig hetzij in mengsels of voorwerpen, die in bijlage II bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (voetnoot 331) zijn opgenomen, tenzij artikel 4, lid 1, van die richtlijn volledig is nageleefd;
5. Stoffen, hetzij als zodanig hetzij in mengsels of voorwerpen, die in bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad (voetnoot 332) zijn opgenomen, tenzij de voorwaarden van die bijlage volledig zijn nageleefd;
6. Stoffen, hetzij als zodanig hetzij in mengsels of voorwerpen, in een concentratie van meer dan 0,1 % gewichtspercent (w/w), die voldoen aan de criteria van artikel 57 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 en die overeenkomstig artikel 59, lid 1, van die verordening zijn vastgesteld voor een periode van ten minste achttien maanden, tenzij de exploitanten hebben vastgesteld en gedocumenteerd dat er geen andere geschikte alternatieve stoffen of technologieën op de markt beschikbaar zijn en dat zij onder gecontroleerde omstandigheden worden gebruikt;
7. Voorts leidt de activiteit niet tot de fabricage, de aanwezigheid in het eindproduct of de output, of het in de handel brengen van andere stoffen, als zodanig, in mengsels of in voorwerpen, in een concentratie van meer dan 0,1 % gewichtspercent (w/w), die voldoen aan de criteria van Verordening (EG) nr. 1272/2008 voor een van de in artikel 57 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 bedoelde gevarenklassen of -categorieën, tenzij de exploitanten hebben vastgesteld en gedocumenteerd dat er geen andere geschikte alternatieve stoffen of technologieën op de markt beschikbaar zijn en dat zij onder gecontroleerde omstandigheden worden gebruikt.

Product type

Maximale concentratie  Formaldehyde

Maximale concentratie totaal vluchtige organische stoffen (TVOS)

Maximale concentratie Categorie 1A en 1B carcinogene stoffen

 Bepalingsmethoden**

Aanvullende eisen

1. Binnenverf en vernissen

≤ 0.06 mg/m³

≤ 1.0 mg/m³

≤ 0.001 mg/m³

NEN-EN 16402:2019

Of

NEN-EN 16000-9:2016

Of

NEN-EN 16516:2017

Moet voldoen aan de inhoudslimieten TVOS (zie tabel HEA03.2)

Exemplary performance

≤ 0.01 mg/m³

≤ 0.3 mg/m³ alsmede Totaal Semi-VOS: TSVOS < 0.1 mg/m³

2. Houtachtige plaatmaterialen, inclusief spaanplaat, houtvezelplaat, MDF, OSB, cementgebonden vezelplaat, triplex, massief houten panelen en akoestische platen.

Ook houten vloeren, zoals parket vallen hieronder, alsmede houtconstructies zoals gelamineerd hout.

≤ 0.06 mg/m³

(Exclusief MDF)

MDF:

≤ 0.06 mg/m³

≤ 1.0 mg/m³

≤ 0.001 mg/m³

NEN-EN 16000-9:2016

Of

NEN-EN 16516:2017

Of

NEN-EN 717-1:2004   (alleen formaldehyde)

Exemplary performance

≤ 0.02 mg/m³

≤ 0.3 mg/m³ alsmede Totaal Semi-VOS: TSVOS < 0.1 mg/m³

3. Vloerafwerking, inclusief vinyl, linoleum, kurk, rubber, tapijt en houten laminaatvloeren en gietvloeren.

≤ 0.06 mg/m³

≤ 1.0 mg/m³

≤ 0.001 mg/m³

 NEN-EN-ISO 10580:2012

Of

NEN-EN 16000-9:2016

Of

NEN-EN 16516:2017

Exemplary performance

≤ 0.01 mg/m³

≤ 0.3 mg/m³ alsmede Totaal Semi-VOS: TSVOS < 0.1 mg/m³

4. Verlaagde plafonds, tussenwanden plus akoestisch en isolatie technische materialen.

≤ 0.06 mg/m³

≤ 1.0 mg/m³

≤ 0.001 mg/m³

NEN-EN 16000-9:2016

Of

NEN-EN 16516:2017

NEN-EN 717-1:2004 (alleen hout – formaldehyde)

Exemplary performance

≤ 0.01 mg/m³

≤ 0.3 mg/m³ alsmede Totaal Semi-VOS: TSVOS < 0.1 mg/m³

5. Lijmen en kitten, inclusief vloerlijmen.

≤ 0.06 mg/m³

≤ 1.0 mg/m³

≤ 0.001 mg/m³

 NEN-EN 13999-(1-4)-2013

Of

NEN-EN 16000-9:2016

Of

NEN-EN 16516:2017

Exemplary performance

≤ 0.01 mg/m³

≤ 0.3 mg/m³ alsmede Totaal Semi-VOS: TSVOS < 0.1 mg/m³

* Na 28 dagen in testkamer dient het materiaal te voldoen aan de emissie limieten of eerder indien dit in de relevante testnorm wordt voorgeschreven.

  ** alternatief hiervoor mag een algemeen erkend gezondheid label worden overlegd, zie de hulptekst van de credit op richtlijn online voor de lijst met alternatieve gezondheid labels. Of alternatief zie  GN 22 BREEAM International

Productcategorie

Inhoudslimieten TVOS voor gereed product (g/l)

Binnenverf mat voor wand en plafond (glans<25@60°)

10

Binnenverf glans voor wand en plafond (glans>25@60°)

40

Binnenverf voor sierlijsten en wandbekleding van hout of metaal

90

Binnenlak voor sierlijsten en houtbeits, inclusief dekkende houtbeits

65

Binnen houtbeits minimaal-dekkend

50

Grondverf

15

Bindmiddel

15

Eén-component lak

100

Twee-componenten lak voor bijzonder gebruik zoals vloeren

80

Gekleurde lak

80

Lak voor decoratieve effecten (bijvoorbeeld marmer)

80

Criteria

Alle

Met één of meerdere bewijsstukken zoals vermeld in hoofdstuk 4.0 BREEAM-NL Bewijsmateriaal moet aangetoond worden dat het project aan de criteria voldoet.