|
#
|
Criteria
|
Toepasbaar op antwoord
|
|
Criteria voor vraag 1
|
|
1
|
Belanghebbenden worden betrokken bij de planvorming en/of ontwerp, hiervoor wordt in een Plan van Aanpak uiteengezet hoe het participatieproces plaats vindt en de mate van participatie van de belanghebbenden.
|
A, B
|
|
2
|
Belanghebbenden uit de omgeving zijn bijvoorbeeld omwonenden, de gemeente, lokale (basis)voorzieningen, sportverenigingen, natuurorganisaties, omliggende verenigingen van eigenaars, lokale gemeenschappen, enzovoorts.
|
A
|
|
3
|
Direct belanghebbenden bij het ontwerp zijn, naast leden van het projectteam, ook mensen uit de beoogde doelgroep(en) of eindgebruikers voor het project en zijn geconsulteerd op een moment dat hun bijdrage nog van invloed kan zijn op het ontwerp.
|
B
|
|
4
|
Vóór het afronden van het voorlopig ontwerp zijn de relevante belanghebbenden geïdentificeerd en is hun rol en mogelijke inbreng vastgelegd voor elke fase van het project.
|
A, B
|
|
5
|
De minimale omvang van de consultatie bestaat uit:
- Functionaliteit, bouwkwaliteit en impact (inclusief vormgeving).
- Buitenruimte
- Effecten voor de lokale gemeenschap, bijvoorbeeld voor lokaal verkeer en transport.
- Mogelijkheden voor gedeelde faciliteiten en infrastructuur met de omgeving en desbetreffende belanghebbenden.
- Volledig en toegankelijk ontwerp.
- Ecologische inpassing.
|
A, B
|
|
6
|
Het project moet aantonen hoe de bijdragen van de belanghebbenden en de resultaten van de consultatie het initiële programma van eisen, planopzet, voorontwerp en definitieve ontwerp hebben beïnvloed of gewijzigd. Daarbij moeten ook de verworpen bijdragen worden onderbouwd.
Dit kan met een notitie op het plan van aanpak en de daarop behaalde resultaten.
|
A – C
|
|
7
|
Bij woonconcepten moet worden aangetoond dat bij de ontwikkeling van het concept de logische belanghebbenden zijn geraadpleegd. Dit zijn bijvoorbeeld:
- Potentiële afnemers van het concept.
- Potentiële doelgroepen.
- Huurders belangenverenigingen.
- Evaluatie van eerder uitgevoerde projecten (zoals jaarevaluatie bij MAN 05 Nazorg).
Belanghebbenden uit de omgevingen waar het concept daadwerkelijk in een project gerealiseerd wordt, moeten altijd worden geconsulteerd als antwoordoptie A wordt geselecteerd.
|
A – C
|
|
8
|
Er is een onafhankelijke participatieexpert betrokken bij het opzetten van de stakeholderanalyse en het uitzetten van een participatieplan. De deskundigheid, ervaring en betrokkenheid van de participatieexpert moet worden aangetoond.
|
C
|
|
9
|
Het participatieplan komt logisch voort uit een inventarisatie van de belanghebbenden en omvat de volgende elementen/thema’s, indien van toepassing:
- Eisen van de eindgebruikers (doelgroep)
- Duurzaamheidsdoelstelling(en)
- Kaders en randvoorwaarden (juridisch, organisatorisch, politiek-bestuurlijk, financieel, capaciteit etc.)
- Strategie per stakeholder(type)
- Mijlpalen voor de besluitvorming
- Participatievormen
- Participatievragen
- Werkvorm(en)
- Resultaten en verankering
- Communicatie
- Organisatie
- Planning en budget
|
C
|
|
Criteria voor vraag 2
|
|
10
|
Een BREEAM-NL Expert wordt voorafgaand aan de ontwerpfase aangesteld om BREEAM-NL prestatiedoelen voor het project te bepalen en te realiseren.
|
D
|
|
11
|
BREEAM-NL prestatiedoelen hebben betrekking op de BREEAM-NL kwalificatie en de vereiste minimumnormen.
Bij het overeenkomen van een BREEAM-NL doel wordt geadviseerd om afzonderlijke BREEAM-NL credits, punten en criteria na te streven of te prioriteren. Zo kan erop worden vertrouwd dat het overeengekomen doel haalbaar is. Ook kan dit doel worden gehaald zonder dat er potentieel dure aanpassingen aan het ontwerp gemaakt moeten worden tijdens een latere fase.
|
D
|
|
12
|
De gedefinieerde BREEAM-NL prestatiedoelen zijn in het Programma van Eisen officieel vastgelegd tussen de opdrachtgever en het ontwerp- of projectteam.
|
D
|
|
13
|
Als de BREEAM-NL gerelateerde prestatiedoelen die voor het project zijn vastgesteld niet zijn behaald bij het opleverassessment, mag het punt dat is toegekend bij het ontwerpassessment voor benoeming van de BREEAM-NL Expert niet worden toegekend bij de definitieve beoordeling.
|
D
|
|
14
|
Een BREEAM-NL Expert is een persoon die is opgeleid door DGBC in de werking van BREEAM-NL en de procesbegeleiding daarvan. Alleen Experts die zijn opgeleid en erkend door DGBC vallen hieronder. Essentieel is dat de betreffende Expert ook aan de jaarlijkse scholing heeft voldaan tijdens de duur van het project. Een lijst met opgeleide BREEAM-NL Experts staat op breeam.nl.
|
D, E
|
|
15
|
Er wordt een BREEAM-NL Expert aangewezen. Deze bewaakt de voortgang ten opzichte van de overeengekomen BREEAM-NL prestatiedoelen tijdens het uitvoeringsontwerp, bouwfase en oplevering. Bovendien rapporteert deze de voortgang aan de opdrachtgever en het ontwerp- en bouwteam.
|
E
|
|
16
|
De BREEAM-NL Expert neemt deel aan ontwerpteam- en bouwteambijeenkomsten tijdens de ontwerp- en bouwfase.
|
D, E
|
|
17
|
Er zijn in de ontwerpfase prestatiedoelen opgesteld over de kwalificatie en de te behalen credits en punten. Deze zijn in het Programma van Eisen officieel vastgelegd.
Zijn er vooraf geen prestatiedoelen opgesteld, of blijken de prestatiedoelen tijdens de uitvoeringsontwerp-, bouw- en opleveringsfase niet haalbaar, dan kunnen de punten voor dit criterium niet worden toegekend.
|
E
|
|
18
|
Het doel is om projectteams te stimuleren en te belonen die een BREEAM-NL Expert benoemen en daarmee zorgen dat de duurzaamheidsdoelen tijdens de bouwfase worden voortgezet én dat de door de opdrachtgever nagestreefde BREEAM-kwalificatie voor het gebouw wordt gehaald. De verantwoordelijkheden van de BREEAM-NL Expert zijn opgenomen in een contractuele overeenkomst. Hieruit blijkt dat de persoon over voldoende middelen en tijd beschikt om de doelstellingen te monitoren, beoordelen en realiseren.
|
D, E
|