BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie Woningen 2023

# 

Criteria 

Toepasbaar op antwoord 

1. 

In de buurtanalyse moeten ten minste zijn opgenomen:  

1. Socio-economische kenmerken van de buurt.
2. Sterke en zwakke punten, evenals kansen en bedreigingen in de buurt.
3. De mate van sociale samenhang in de buurt. 
4. De toegevoegde waarde van het gebouw voor de sociale toegankelijkheid en de sociale samenhang van/in de buurt.  
5. De relevante stakeholders die van belang zijn om de  toegevoegde waarde van het gebouw voor de sociale toegankelijkheid en sociale samenhang van/in de buurt te bewerkstelligen.  

Is er al een buurtanalyse beschikbaar, en is deze niet ouder dan drie jaar – met als referentie de datum van de Omgevingsvergunningaanvraag – dan kan deze als basis worden gebruikt.

Worden er cijfers opgehaald vanuit rapporten en tools (bijv. CBS op Kaart of de Leefbarometer), dan moeten de meest recente cijfers  worden aangehouden.   

A, B 

2. 

Op basis van de buurtanalyse zijn aanbevelingen opgesteld om de toegankelijkheid van en het gemeenschapsgevoel in de buurt te versterken. Van de voorgestelde aanbevelingen wordt onderbouwd hoe deze zijn meegenomen in het opvolgingsplan voor het project. Dit opvolgingsplan dekt ten minste de volgende aspecten:

1. Hoe de relevante stakeholders worden beschouwd als adviseurs. Het opvolgingsplan laat zien hoe de relevante stakeholders worden meegenomen in zowel het opstellen als de implementatie van het opvolgingsplan.
2. Hoe relevante stakeholders zeggenschap hebben in het ontwerp en de besluitvorming van het opvolgingsplan
3. Hoe de uitkomsten van het opvolgingsplan gemonitord zullen worden, en hoe niet behaalde doelen opgepakt worden met de stakeholders in de buurt
4. Een contact- en informatiepunt is aanwezig in de buurt, waar stakeholders terecht kunnen voor vragen over de ambitie en doelen van de ontwikkeling. Deze ambitie en doelen worden tevens up-to-date gehouden, en publiek openbaar gemaakt.
5. Voor de niet gekozen aanbevelingen, onderbouwt de projectorganisatie waarom deze niet van toepassing zijn voor het project. Ook moet worden aangetoond dat deze afgewezen aanbevelingen zijn gecommuniceerd met de relevante stakeholders.

A, B

3.  

Het project moet aantonen dat de buurtanalyse is uitgevoerd door een deskundig persoon, aan de hand van zijn studie/werkachtergrond, ervaring en betrokkenheid bij projecten.  

De persoon heeft minimaal twee jaar werkervaring in het sociaal ruimtelijk domein, is werkzaam bij een onderzoeks- of adviesbureau op het gebied van het sociaal ruimtelijke domein of bij de gemeente van het project. 

Dit mag dezelfde persoon zijn als de participatie expert bij MAN 01. 

A, B

4.

Aan de criteria voor antwoordoptie A is voldaan. Het opvolgingsplan voldoet daarbij ten minste aan trede 4 van de participatieladder. Hiervoor moet worden aangetoond hoe relevante stakeholders samenwerkingspartner zijn, in zowel het ontwerp als de besluitvorming van het opvolgingsplan.

B

5. 

Aan de criteria voor antwoordoptie A is voldaan. 

C

6.  

Voor het behalen van het EP-punt dient aan alle criteria-eisen voldaan te zijn, die opgenomen zijn in Tabel MAN06.1. 

C

7.  

De aanbevelingen uit de buurtanalyse en de credits uit tabel MAN 06.1 zijn integraal onderdeel van zowel het ontwerp en het opvolgingsplan van de ontwikkeling.

C

Referentie 

Onderwerp 

Antwoordopties 

MAN 01  

Projectontwerp 

Participatie van stakeholders in het ontwerpproces   

Antwoordoptie A, B en C     

HEA 01  

Visueel comfort  

Vrij zicht op landschaps- of stadsgezicht  

Antwoordoptie B

HEA 08  

Binnen- en buitenruimtes  

Gemeenschappelijke buitenruimte  

Antwoordoptie B

HEA 11  

Veiligheid  

(Sociale) veiligheid in en rondom de woning/ het gebouw  

Antwoordoptie B

LE 05  

Ecologisch beheer  

De groenvoorzieningen worden goed beheerd.     

 Antwoordoptie A of B

Criteria 

Alle 

Met één of meerdere bewijsstukken zoals vermeld in hoofdstuk 4.0 BREEAM-NL Bewijsmateriaal moet worden aangetoond dat het project aan de criteria voldoet. 

1, 2, 3, 4    

Rapport van de buurtanalyse, inclusief naamgeving van de opsteller van het rapport   

1, 2, 3, 4, 7   

Ontwerp met een koppeling tussen de buurtanalyse en de credits uit tabel MAN 06.1  

2, 3, 4 

Opvolgingsplan, inclusief naamgeving van de opsteller en een koppeling met de credits uit tabel MAN 06.1

2, 4

Participatiedocumenten zoals vergaderagenda’s, presentielijsten van bijeenkomsten, notulen van overleggroepen, notulen en foto’s van werkateliers, informatiefolders, enzovoorts