Om een flexibel systeem te handhaven hanteert BREEAM-NL een ‘balanced scorecard’-benadering voor de beoordeling van een project. Dit betekent dat je de meeste BREEAM-NL punten vrij kunt kiezen, om een bepaald prestatieniveau te bereiken. Hierbij kun je gebouwprestaties op het ene thema compenseren door prestaties te optimaliseren op een ander thema, om de beoogde BREEAM-NL score te bereiken.
BREEAM-NL stelt minimum prestatienormen vast op belangrijke gebieden als energie, afval, materialen, vervuilingmenzovoorts. Zo waarborgt de richtlijn dat bij een project, waarbij een bepaalde beoordeling wordt nagestreeft, prestaties tegen fundamentele milieukwesties niet over het hoofd worden gezien. Bedenk hierbij dat dit minimaal aanvaardbare prestatieniveaus zijn, dus niet persé niveaus die representatief zijn voor een BREEAM-NL kwalificatie.
Om een bepaalde BREEAM-NL kwalificatie te behalen, moet het project altijd voldoen aan alle “minimale vereisten”, de verplichte credits” behorend bij het kwalificatieniveau én de drempelwaarde behalen.
MINIMALE VEREISTEN
Minimale vereisten zijn van toepassing bij verschillende credits. Ze geven criteria weer die een gebouw minimaal moet behalen, om in aanmerking te komen voor een BREEAM-NL kwalificatie. Met het voldoen aan deze vereisten zijn geen punten te behalen. In de credits vind je de minimale vereisten terug als apart onderdeel. Er wordt altijd met de minimale vereiste begonnen. De minimale vereisten in BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie Woningen 2023 zijn terug te vinden in de volgende credits:
Tabel 3, minimale vereisten
MINIMALE VEREISTEN | |
CREDIT | Onderdeel |
MAN 03 | Duurzaam bouwplaatshout |
MAN 04 | Commissioningsplan |
ENE 01 | Uitgewerkt energieconcept |
ENE 01 | Energiebehoefte gereduceerd: -10% energiebehoefte of betere isolatie/meer luchtdicht |
MAT 01 | Toepassen van duurzaam hout |
WST 05 | Overstromingsrisicobeoordeling |
LE 02 | Ecologische quickscan |
POL 02 | Geen verbrandingstoestellen |
VERPLICHTE CREDITS
Om een BREEAM-NL-kwalificatie te kunnen krijgen moet per niveau (van ‘pass’ tot ‘outstanding’) aan een standaard worden voldaan. Dit houdt in dat per kwalificatieniveau voor een aantal credits een minimumaantal punten moet zijn behaald. Zie de Tabel 7 Bijzonderheden credits.
Tabel 4 Verplichte credits
VERPLICHT VANAF | |||||
Pass | Good | Very good | Excellent | Outstanding | |
MAN 03, antwoordoptie E of F – Bewuste bouwers | 1p / 2p | 1p / 2p | 1p / 2p | ||
MAN 03, antwoordoptie C – rapport water/ energie | 1p | 1p | |||
MAN 03, antwoordoptie D – rapporteren transport | 1p | ||||
MAN 04, antwoordoptie B – commissioning van de installaties | 1p | 1p | 1p | ||
MAN 04, antwoordoptie D – gebruikershandleiding | 1p | 1p | |||
HEA 01, antwoordoptie A – daglichttoetreding | 2p | 2p | |||
HEA 02 antwoordoptie A én C – capaciteit + concentraties | 2p | ||||
ENE 01, bij vraag 3 (reductie BENG 2), minimaal aantal punten | 3p | 6p | 10p | ||
ENE 10, antwoordoptie B – DMS vraag en aanbod energie | 1p | ||||
WAT 01, vraag 1, waterefficiëntie, aantal punten behaald | 1p | 1p | 2p | ||
MAT 01, antwoordoptie A – MPG-reductie | 1p | 1p | |||
MAT 07, antwoordoptie C – Gebouwpaspoort | 1p | 1p | 1p | ||
WST 01, antwoordoptie A – afvalmanagementplan bouwplaats | 1p | 1p | 1p | ||
WST 01, antwoordoptie B – 80% afvalscheiding | 2p | ||||
WST 05, antwoordoptie B – risicobeoordeling + maatregelen | 2p | ||||
LE 02, antwoordoptie C, beschermen ecologie tijdens bouw | 1p | 1p | 1p | ||
LE 04, aantal punten behaald - toevoegen habitat | 1p | 2p | |||
POL 02, vraag 2 antwoordoptie B antwoordoptie C | 1p | 2p | |||
POL 03, antwoordoptie B, vertraagd afvoeren | 2p |
DEFAULT CREDITS
In sommige gevallen kunnen de aan credits gekoppelde punten automatisch (by default) toegekend worden. Zie ook Tabel 7 Bijzonderheden credits.
Tabel 5 Gevallen waarbij default credits worden toegepast
DEFAULT CREDITS | |
WST 04, inrichting en afwerking | Wordt aangetoond dat geen van de in de criteria genoemde afwerkingen en inrichting in het project is opgenomen, dan kan het punt voor antwoordoptie A worden behaald. |
FILTERCREDITS
De lijst met credits waarop de woningen beoordeeld worden, is afhankelijk van het te beoordelen woningtype en bepaalde toegepaste gebouwonderdelen en componenten, zoals liften, of gemeenschappelijke voorzieningen. Bij het invoeren van de gebouwgegevens in de assessmenttool wordt automatisch de relevante creditlijst gegenereerd. Zie ook Tabel 7
Bijzonderheden credits voor een overzicht.
De Assesor moet de gekozen filters in de projectgegevens valideren.
Tabel 6 Filtercredits die bij selectie niet worden meegenomen in de berekening:
FILTER CREDITS | |
ENE 02 | Heeft het project géén gemeenschappelijke gebruiksgroepen, dan kan antwoordoptie B uit het assessment worden gefilterd. |
ENE 03 | Is er geen gemeenschappelijke buitenruimte waar verlichting noodzakelijk is, dan kan antwoordoptie B gefilterd worden. |
ENE 06 | Zijn er geen liften aanwezig in het project, dan kan deze gehele credit uit het assessment worden gefilterd. |
ENE 08 | Is er geen gemeenschappelijke huishoudelijke apparatuur aanwezig, dan kan antwoordoptie B worden gefilterd. |
TRA 03 | Zijn er geen parkeerplaatsen op het perceel van de woning of woongebouw aanwezig, dan kan antwoordoptie C uit het assessment worden gefilterd. |
TRA 06 | Zijn er geen gemeenschappelijke ruimtes in project aanwezig, dan kan antwoordoptie B uit het assessment worden gefilterd. |
WAT 01 | Zijn er geen gemeenschappelijke waterverbruikende voorzieningen (binnen of buiten), dan kan antwoordoptie D uit het assessment worden gefilterd. |
WAT 01 | Betreft het project uitsluitend huurwoningen, dan kan antwoordoptie E uit het assessment worden gefilterd. |
WAT 03 | Omvat het project uitsluitend grondgebonden woningen, dan kan antwoordoptie B uit het assessment worden gefilterd. |
WAT 03 | Zijn er geen gemeenschappelijke douches en/of toiletten in het project opgenomen, dan kan antwoordoptie C uit het assessment worden gefilterd. |
POL 03 | Heeft het project geen parkeerplaatsen, of deze vormen geen vervuilingsrisico, dan kan antwoordoptie C worden gefilterd. |
INNOVATIEPUNTEN MET INNOVATIECREDITS EN EXEMPLARY PERFORMANCE
Innovatiepunten bieden de mogelijkheid om innovaties die de duurzaamheidprestaties van een gebouw vergroten aanvullend te waarderen, bovenop de prestaties die momenteel al in BREEAM-NL worden gewaardeerd. Innovatiepunten stimuleren op- drachtgevers en bouw- en ontwerpteams om hun gebouw extra duurzaam te maken. Bovendien stimuleren deze punten het vergroten van kennis, technieken en toepassingen in de markt. Voor elk toegekend innovatiepunt kan één procent aan de totaalscore worden toegevoegd, met een maximum van tien procent en tot een eindscore van maximaal honderd procent. Innovatiepunten zijn onafhankelijk van het BREEAM-NL- kwalificatieniveau en kunnen dus voor elke kwalificatie worden toegekend.
Een gebouw kan innovatiepunten verdienen als er wordt voldaan aan Exemplary Performance, dat wil zeggen aan de voorbeeldige prestatiecriteria in een BREEAM-NL-credit. Innovatiepunten en Exemplary Performance worden alleen als hele procentpunten toegekend.
Met een innovatiecredit kun je een duurzame innovatie belonen, die nu niet op bepaalde wijze in de beoordelingsrichtlijn wordt beloond. Zie hiervoor de Innovatieprocedure op www.breeam.nl.
Tabel 7 Bijzonderheden credits