BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie Woningen 2023

# 

Criteria 

Toepasbaar op antwoordoptie 

Er is minimaal 1 punt behaald voor LE 04 – Natuurinclusieve locatie.

A - C

Toekomstige bewoners worden actief gestimuleerd om de eigen buitenruimte (bijvoorbeeld tuin, patio of balkon) in te richten op een ecologisch verantwoorde manier. Stimulering hiervan kan plaatvinden door, maar is niet beperkt tot:

1. Een tuinontwerp opstellen met een erkend ecoloog of ecologisch tuinontwerper.
2. Budget voor ecologische voorzieningen beschikbaar maken.
3. Bewoners wordt gestimuleerd om een NL Tuinlabel met minimaal ambitieniveau B te behalen met behulp van een professional. 

A

In een onderhoudsplan of als onderdeel van de handleiding voor bewoners (MAN 04) is ruimte opgenomen voor het onderhouden van de ecologische voorzieningen uit LE 04 en aanvullende groene voorzieningen als onderdeel van het huur- of koopcontract van de woning. Hierin zijn in ieder geval opgenomen:

1. De voorzieningen en de gewenste staat van de voorzieningen.
2. De ecologische waarde van de voorzieningen uit LE 04 en het doel ervan.
3. Aandachtspunten voor het onderhouden van de voorzieningen van LE 04 en groenvoorzieningen.
4. Aandachtspunten voor beheer zonder gebruik te maken van schadelijke en/of kunstmatige middelen.
5. Contactinformatie voor het oplossen van problemen met de voorzieningen.

A

Het onderhoud en beheer van de private of gedeelde groenvoorzieningen wordt uitgevoerd door een daarvoor aangestelde beheerder op basis van een opgesteld ecologisch beheerplan. De beheerder kan per type project verschillen en in verschillende vormen verantwoordelijk zijn.

Een beheerder kan zijn, maar is niet beperkt tot:

1. Een door de bewoners op te richten Tuincommissie of ander bewonersinitiatief onderhoudt de voorzieningen.
2. Een externe beheerder wordt verantwoordelijk gesteld voor het beheer en onderhoud door de eigenaar, corporatie of VVE.

B

Een beheerplan is opgesteld door de ecoloog of landschaps-/tuinontwerper voor het onderhouden van de ecologische en groene voorzieningen van het project die in de algemene delen of tuinen vallen. Het beheerplan is als onderdeel van de handleiding voor beheerders (MAN 04) opgenomen. In het beheerplan is in ieder geval opgenomen:

1. De voorzieningen en de gewenste staat ervan.
2. De ecologische waarde van de voorzieningen uit LE 04 en het doel ervan.
3. Acties en verantwoordelijkheden voor het beheer van de voorzieningen.
4. Aandachtspunten voor het onderhouden en toegankelijk houden van de voorzieningen van LE 04 en groenvoorzieningen.
5. Een ecologisch protocol dat beschrijft hoe de voorzieningen blijven voldoen aan de gestelde duurzaamheidscriteria voor de eerstkomende zes jaar.
6. Extra aandacht voor de eerste twee jaar qua aanslaan, onkruid actief verwijderen en inboeten.

B

In de natuurrapportage is opgenomen hoe de monitoring van de voorzieningen voor ecologische waarde kunnen worden gemonitord. In de aanbeveling voor monitoring wordt duidelijk:

1. De aan te bevelen monitoring voor een periode van zes jaar.
2. Wat de verwachtingen en doelstellingen van de voorzieningen zijn.
3. Voor welke soorten deze zijn bedoeld.
4. Hoe goed beheer en onderhoud de doelstellingen kan ondersteunen.
5. Hoe de bevindingen van monitoring van invloed zijn op beheer en onderhoud.

C

Monitoring vindt plaats om toegevoegde natuurwaarden te beschermen of behouden. Monitoring kan op verschillende manieren worden toegepast:

1. Een daarvoor ingeschakelde ecologisch deskundige is verantwoordelijk voor monitoring en uitvoeren van eventuele verbeteringen aan de voorzieningen.
2. Monitoring vindt plaats als onderdeel van een citizen science project op de locatie, gecoördineerd door een daarvoor verantwoordelijke instantie, gemeente of organisatie. Participanten worden actief betrokken bij de monitoring, begeleid en er vindt terugkoppeling plaats.

C

Criteria

Alle

Met één of meerdere bewijsstukken zoals vermeld in hoofdstuk 4.0 BREEAM-NL Bewijsmateriaal moet worden aangetoond dat het project aan de criteria voldoet.