BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie Woningen 2023

# 

Criteria 

Toepasbaar op antwoord 

De volgende maatregelen zijn in de woonomgeving getroffen, of aanwezig om een veilige toegang naar de woning en/of het perceel te garanderen:

1. 1. 1. Fiets- en voetpaden zijn gescheiden van autoverkeer en bij voorkeur van elkaar.
      2. Fiets- en voetpaden zijn bij kruisingen duidelijk gemarkeerd.
      3. Als fiets- en voetgangerspaden worden gedeeld, dan moet het gedeelde pad in totaal minimaal 3 meter breed zijn.
      4. Bij gescheiden fiets- en voetgangerspaden moet het fietspad in totaal minimaal 2 meter en het voetpad in totaal minimaal 1,5 meter breed zijn.
      5. Voetpaden en trottoirs aansluitend op de woning- en parkeervoorziening zijn toegankelijk ontworpen voor onder andere mensen met een functiebeperking en ouderen.
      6. Fiets- en voetpaden zijn verlicht conform NEN 12464:2 Licht en verlichting – Werkplekverlichting – Deel 2: Werkplekken buiten.

A.

Zijn de verkeersroutes ontworpen conform veiligheidsnormen, dan wordt voldaan de eisen voor antwoordoptie A. Voorbeelden van veiligheids- en toegankelijkheidsnormen zijn:

•  Het ‘Handboek Toegankelijkheid’ voor ouderen en mensen met een functiebeperking van de gemeente Eindhoven.
• De ‘Richtlijn toegankelijkheid’ uit CROW publicatie Verkeersveiligheid en toegankelijkheid.
• Fietsvriendelijke infrastructuur aangepast aan de verkeerssituatie volgens ‘Ontwerpwijzer fietsverkeer’ uit CROW publicatie Fietsverkeer.
• Een vergelijkbare gemeentelijke standaard voor veilige infrastructuur.

A

Liggen fiets- en voetpaden op het perceel/eigen terrein van woongebouwen, dan moeten deze ook aan veiligheidseisen voldoen. Dit geldt niet voor grondgebonden woningen, wel moet hier de woonomgeving voldoen.

A

De uitvoering van maatregelen vindt plaats in de woonomgeving en valt veelal onder de invloedssfeer van gemeenten. Tegelijkertijd is die uitvoering bepalend voor het verkrijgen van een veilige woonomgeving. Overleg over de inrichting van de woonomgeving met de gemeente is in deze gevallen nodig om te kunnen voldoen aan de eisen.

A – B

Er zijn in de woonomgeving maatregelen getroffen waarmee het aantal auto’s wordt gereduceerd. Dit kan door – maar is niet beperkt tot! – de volgende omstandigheden worden bereikt:

1. De woning ligt in een 30km/u straat waarbij snelheidsbeperkende maatregelen zijn genomen.
2. De woning ligt in een (fiets)straat waar de auto te gast is, een woonerf, een autoluwe of autovrije straat.
3. Er is een centrale parkeervoorziening op afstand van de woningen (bij grondgebonden woningen).

B.

Snelheidsbeperkende maatregelen zijn wegvakmaatregelen zoals gescheiden paden, snelheidsheuvels en wegversmallingen, bebording of afsluitingen. Zie voor meer informatie en voorbeelden CROW publicatie Verkeersveiligheid en toegankelijkheid.

B

Criteria

Alle

Met één of meerdere bewijsstukken zoals vermeld in hoofdstuk 4.0 BREEAM-NL Bewijsmateriaal moet worden aangetoond dat het project aan de criteria voldoet.

Alle

Ontwerpplannen voor de inrichting van de openbare ruimte.