Voor het berekenen van de OV-bereikbaarheidsindex wordt met de TRA01-calculator (zie definities) een berekening gemaakt op basis van het aantal OV-diensten, de loopafstand tot nabijgelegen haltes en stations, en de frequentie van de diensten vanaf deze opstapplaatsen. De berekening is gebaseerd op de PTAL-methode (Public Transport Accessibility Level) die ook in Nederland wordt gehanteerd.
De frequentie van het openbaar vervoer wordt berekend door het gemiddeld aantal diensten op een normale dag te delen door het aantal uren binnen die periode.
Bijvoorbeeld, een gebouw met een enkele busdienst op 500m van het woongebouw met een enkele dienst elke 15 minuten, ofwel gemiddeld vier diensten per uur, scoort een OV-Bereikbaarheidsindex van 1,90.
Dezelfde halte met een enkele dienst elke 15 minuten, maar 300m gelegen van het woongebouw scoort een OV-bereikbaarheidsindex van 2,26. Wanneer niet één, maar twee diensten elke 15 minuten stoppen scoort de OV-bereikbaarheidsindex 2,85. Hoe groter het aantal OV-punten, diensten en de afstand tot het gebouw, hoe hoger de index.
Berekenen van het gemiddeld aantal diensten per uur
De frequentie van het OV wordt bepaald door het gemiddeld aantal diensten per uur. Dit wordt berekend door het aantal diensten dat op het knooppunt stopt tussen 08.00 en 19.00 (dus 11 uur in totaal), gedeeld door het aantal. Stel bijvoorbeeld dat het aantal diensten dat op een knooppunt stopt 35 is, dan is het gemiddelde aantal diensten 35 gedeeld door 11 = 3,2 (gelijk aan een gemiddelde servicefrequentie van ongeveer 20 minuten).
Meerdere diensten
OV-diensten die rijden vanuit meerdere halten binnen het bereik van het gebouw, mogen slechts eenmaal worden meegenomen. Denk bijvoorbeeld aan twee aparte halten die worden aangedaan door één dienst, Verschillende OV-diensten vanuit één of meerdere halten binnen het bereik van het gebouw moeten apart worden meegenomen.
Tweerichtingsroutes
Routes zijn over het algemeen tweerichtingsverkeer. Maar voor de berekening van de index moet alleen rekening worden gehouden met de richting met de hoogste frequentie.
Hoofdingang woning
De hoofdingang van het woongebouw staat rechtstreeks in verbinding met zowel de entree van het hoofdgebouw, als de looproutes, de liften en/of trappen én is goed toegankelijk voor de meeste bewoners.
Bij een beoordeling van meerdere grondgebonden woningen wordt de ingang van de verst gelegen woning geselecteerd, om de afstand tot aan de OV-halte te berekenen.