#
|
Criteria
|
Toepasbaar op antwoordoptie
|
-
|
Voor het beoordelen van een uitbreiding van bestaande gebouwen, waar alleen de uitbreiding beoordeeld wordt, hoeft alleen de uitbreiding te voldoen aan de criteria.
|
Alle
|
-
|
Bouw- en sloopafval volgens de Regeling Bouwbesluit 2012 Artikel 4.1 lid 1 wordt op de bouwplaats gescheiden, maar telt niet mee voor het aandeel recycling en/of herbruikbaarheid binnen deze credit. Ook bedrijfsafval niet.
|
Alle
|
-
|
Onder “Hergebruik” wordt verstaan (volgens het Waste Framework Directive): elke handeling waarbij producten of onderdelen die geen afvalstof zijn, opnieuw worden gebruikt voor hetzelfde doel als waarvoor ze zijn ontworpen.
|
Alle
|
-
|
De afvalverwerking en recycling voldoet minimaal aan de minimumstandaard voor verwerking van het relevante LAP3 sectorplan van het materiaal. Als de LAP3 is overgegaan naar de CMP1, is dit de minimumstandaard. De aanvraagdatum van de bouwvergunning bepaalt of LAP3 of CMP1 gevolgd moet worden.
|
Alle
|
-
|
Om punten te behalen moet voor de sloop-/bouwfase een projectspecifiek afvalmanagementplan opgesteld zijn.
|
A
|
-
|
Het afvalmanagementplan inventariseert in de ontwerpfase de verwachte hoeveelheid vrijkomend gevaarlijk en niet-gevaarlijk afvalmateriaal (aangegeven in tonnen en/of m3) en dit wordt voor het oplevercertificaat tevens vergeleken met de werkelijke hoeveelheid vrijgekomen materiaal in de bouwfase.
|
A
|
-
|
Het afvalmanagementplan bestaat ten minste uit:
- Inventarisatie van te verwachten hoeveelheid vrijkomend gevaarlijk en niet gevaarlijk afvalmateriaal (aangegeven in tonnen en/of m3) per afvalcategorie.
- Inventarisatie van te verwachten hoeveelheid vrijkomend sloopmateriaal van bestaande gebouwen, structuren of verharde terreinen.
- Doelstellingen voor de reductie van het vrijkomend afvalmateriaal
- Doelstellingen voor hergebruik en/of transformatie van deze voorzieningen en/of afvalmaterialen. Is dit niet mogelijk, dan worden doelstellingen voor het recyclen van deze materialen gesteld, met voorrang voor hoogwaardige toepassingen.
|
A
|
-
|
Het afvalmanagementplan houdt daarnaast rekening met:
- Al het vrijkomende bouw-, sloop en bedrijfsafval op de bouwplaats.
- Milieueffecten van al het vrijkomende afval.
- Plan van aanpak voor de bouwfase om doelstellingen te borgen.
|
A
|
-
|
De hoeveelheid vrijkomend afvalmateriaal wordt gemonitord en de doelstellingen worden ten minste één keer per twee weken geëvalueerd.
|
A
|
-
|
Er is een persoon aangewezen door het projectteam om de doelstellingen te implementeren.
|
A
|
-
|
Bij oplevering moet worden gerapporteerd in hoeverre doelstellingen gehaald zijn. Bij het hergebruik en de recycling van materialen door een gecertificeerd recyclingbedrijf, geeft een rapportage van de afvalverwerker aan welk percentage van een bepaalde afvalstroom wordt hergebruikt of gerecycled.
|
A
|
-
|
Het niet gevaarlijke afvalmateriaal moet gescheiden worden op de bouwplaats en gescheiden worden afgevoerd. Nascheiding door de afvalverwerker wordt door BREEAM-NL niet gewaardeerd.
|
B, C
|
-
|
Waar mogelijk wordt het aandeel gevaarlijk afvalmateriaal hergebruikt of hoogwaardig gerecycled. Waar dit niet mogelijk is, moet dit onderbouwd worden.
|
B, C
|
-
|
Kan niet gevaarlijk afvalmateriaal niet worden hergebruikt in het bouwproject (criterium 19i en 21i) of een ander bouwproject (criterium 19i en 21ii)? Dan kunnen enkel punten behaald worden voor verantwoorde inname en recycling (criterium 19iii en 21iii), mits kan worden aangetoond dat hergebruik niet mogelijk was. Er moet dan aangetoond worden dat dit niet een gevolg is van de werkwijze van de sloop of verwerking/scheiding op de bouwplaats.
|
B, C
|
-
|
Bij het hergebruik en de recycling van materialen door een gecertificeerd recyclingbedrijf geeft een rapportage van de afvalverwerker aan welk percentage van een bepaalde afvalstroom wordt hergebruikt of gerecycled. De categorieën D t/m F uit de Ladder van Lansink (Verbranden voor energieopwekking, Verbranden en Storten) worden door BREEAM-NL niet gewaardeerd.
|
B, C
|
-
|
De hoofdaannemer, afvalinzamelaar en afvalverwerker beschikken over een ISO 9001-certificering en ISO 14001-certificering. In plaats van ISO 14001 volstaat ook de MVO-prestatieladder niveau 3 waarbij bouwafval onderdeel is van de scope.
|
B, C
|
-
|
Zit een organisatie nog in procedure voor het behalen van een ISO 14001-certificaat en kan men dit aantonen, dan kan worden voldaan aan de eisen voor een ontwerpcertificaat . De bewijslast is de registratie of het contract bij een ISO 14001 gecertificeerde instelling, die aantoont dat de procedure is gestart. Voor het oplevercertificaat moet het certificaat zijn behaald.
|
B, C
|
-
|
Er is voldaan aan antwoordoptie A.
|
B
|
-
|
Minimaal 80% van het niet gevaarlijke afvalmateriaal (aangegeven in tonnen en/of m3) moet aan tenminste één van de volgende eisen voldoen:
- Hergebruikt zijn in het bouwproject.
- Hergebruikt zijn bij een ander bouwproject.
- Hergebruikt worden op een andere manier door verantwoorde inname en recycling door de leverancier of een gecertificeerd recyclebedrijf.
|
B
|
-
|
Er is voldaan aan antwoordoptie A en B.
|
C
|
-
|
Minimaal 90% van het niet gevaarlijke afvalmateriaal (aangegeven in tonnen en/of m3) moet aan tenminste één van de volgende eisen voldoen:
- Hergebruikt zijn in het bouwproject.
- Hergebruikt zijn bij een ander bouwproject.
- Hergebruikt worden op een andere manier door verantwoorde inname en recycling door de leverancier of een gecertificeerd recyclebedrijf.
|
C
|