BREEAM-NL In-Use Utiliteitsbouw V6.0.0

#

Criteria

Toepasbaar op antwoord

Er zijn voorzieningen beschikbaar voor alle bedrijfsafvalstoffen die volgens het Landelijk afvalbeheerplan (LAP3) gescheiden moeten worden. De volgende bedrijfsafvalstoffen (maar niet beperkt tot) moeten in ieder geval gescheiden worden als ze aanwezig zijn:

• Batterijen en accu’s
• Elektrische en elektronische apparatuur
• Brandblussers
• Gevaarlijke afvalstoffen

Er zijn voorzieningen beschikbaar voor alle bedrijfsafvalstoffen die volgens het Landelijk afvalbeheerplan (LAP3) vanaf bepaalde hoeveelheden gescheiden moeten worden, zie hiervoor de tabel RSC02.1. In ieder geval moeten minimaal drie van de volgende afvalstromen worden gescheiden:

• Glas
• Papier en karton
• GFT/swill
• Houtafval
• Kunststof (folie)
• Textiel
• Klein gevaarlijk afval (KGA), zoals verf, spaar en TL-lampen.
• Andere recyclebare afvalstromen, specifiek voor de asset

C, D

De ruimte voor afvalscheiding:

1. Voldoet aan de eisen van ‘Omvang ruimte’ (zie methodiek).
2. Is toegankelijk voor gebouwgebruiker en -beheerder voor het sorteren van afval. De ruimte moet bovendien goed bereikbaar zijn, zodat de afvalcontainers eenvoudig opgehaald kunnen worden door de afvalverwerkers. Het is wenselijk dat er rekening is gehouden met de toegankelijkheid voor mensen met een beperking.
3. Is voldoende verlicht, geventileerd en geluiddicht voor een veilig gebruik, met minimale hinder voor gebouwgebruikers en de directe omgeving van de asset, tijdens openingstijden.
4. Biedt voldoende ruimte voor voertuigen om te manoeuvreren en laden, om een veilige toegang voor afvalverwerkers te borgen als de verzameling in de asset plaatsvindt.
5. Is voorzien van een watertappunt voor schoonmaak en hygiënische doeleinden, nabij plekken waar organisch afval is opgeslagen of wordt gecomposteerd.
6. Is een ruimte voor het afval dat wordt gegenereerd door de facility manager/gebouwbeheerder én voor het afval dat wordt gegenereerd door gebouwgebruikers, of in plaats daarvan twee afzonderlijke ruimtes.

C, D

De containers voor afvalscheiding:

1. Voldoen aan de eisen van ‘Omvang afvalcontainers’ (zie Methodiek).
2. Zijn bij elkaar gegroepeerd.
3. Zijn ontworpen voor de afvalstroom waarvoor ze zijn bestemd en zijn ten minste afsluitbaar, niet-absorberend, lekvrij en bestendig zodat er wordt voorkomen dat vervuild afval ontsnapt.
4. Zijn duidelijk gelabeld zodat gebruikers weten welke afvalstroom bij welke container hoort.

C, D

De ruimte voor afval tijdens (her)inrichtingswerkzaamheden:

1. Voldoet aan de criteria in 2c en 2d.
2. Is toegankelijk voor gebouwgebruikers.
3. Is voor aannemers of afvalverwerkers toegankelijk voor de afvoer van afval (dit kan een andere partij zijn dan de afvalverwerker voor bedrijfsafval).
4. Staat apart van de afvalvoorziening.
5. Bevat meerdere containers die geschikt zijn voor het scheiden van het te verwachten type en de hoeveelheden afvalstromen.
6. Is voldoende van omvang om het geschatte type en de hoeveelheden afval op te vangen. Als de verzamelde data beschikbaar zijn, dan worden deze (zie RSC 06) gebruikt voor de schattingen.
7. Is een vaste ruimte, of een ruimte die normaliter voor een andere functie wordt gebruikt, maar gedurende de (her)inrichting gemakkelijk voor deze functie gebruikt kan worden (zoals parkeerplaatsen die tijdelijk afgesloten kunnen worden).

E

5.

De opslagruimte voor herbruikbare bouwproducten:

1. Moet gescheiden zijn van de afvalbeheer voorzieningen en de bouwafvalbeheer ruimte.
2. Is droog, afgesloten en veilig.
3. Is van een omvang die een redelijke schatting kan bevatten van de waarschijnlijke afvalclassificaties en hoeveelheden. Als er geregistreerde gegevens beschikbaar zijn (zie RSC 06), dan worden die gebruikt om schattingen te maken.

F

Afvalstoffencategorieën

Gescheiden houden en gescheiden afgeven wordt gevergd als:

Papier en karton

Wekelijks ontstaat.

Bioafval en daarmee vergelijkbaar

biologisch afbreekbaar bedrijfsafval

Vrijkomt bij landbouw
OF
Dagelijks ontstaat bij een bedrijf met een professionele keuken
OF
Dagelijks ontstaat bij handel/verkoop (incl. veilingen)

Glazen verpakkingen

dagelijks ontstaat

Kunststof

Landbouwplastic:
- Vrijkomt bij landbouw
OF
Folie:
- Wekelijks ontstaat
OF
- Incidenteel 400 liter of meer vrijkomt

EPS (piepschuim) verpakkingen

Wekelijks ontstaat
OF
Incidenteel 1000 liter of meer vrijkomt.

A- en B-hout of houten verpakkingen

Maandelijks 3 m³ of meer vrijkomt
OF
Incidenteel 3m³ of meer vrijkomt

Groenafval

Vrijkomt bij landbouw, bos en natuur of openbaar groen,
OF
Wekelijks vrijkomt,
OF
Incidenteel 3m³ of meer vrijkomt.

Textiel

Als bedrijfskleding, linnengoed en of onverkoopbaar textiel:
Wekelijks ontstaat,
OF
Incidenteel 1 m³ of meer vrijkomt

Matrassen

Incidenteel in hoeveelheden van 10 stuks of meer vrijkomen.

Criteria

Vereisten bewijsvoering

-

De hieronder genoemde bewijsvoering is niet uitputtend. Zie daarom ook paragraaf 4.2 ‘Type bewijsmateriaal’ voor typen bewijsmateriaal die toegepast kunnen worden om aan te tonen dat aan de credit eisen wordt voldaan. 

1

Documentatie, indien afval wordt gecombineerd, waarin wordt aangetoond dat de afvalverwerker de geïdentificeerde afvalstromen daadwerkelijk gescheiden inzamelt.

1-5

Fotografisch bewijsmateriaal van de betreffende afvalcontainers en de ruimte voor de afvalcontainers.

2-5

Afvaldata waar de omvang van de ruimte en de afvalcontainers op is gebaseerd (indien van toepassing).