BREEAM-NL In-Use Utiliteitsbouw V6.0.0

Het volgende toont aan dat aan de criteria wordt voldaan:

Verbetering buiten de scope van de asset:

Als de erkend ecoloog heeft bevestigd dat er geen of zeer beperkte mogelijkheden zijn om de ecologische waarde binnen de voetafdruk van de asset verbeteren, dan is het mogelijk om binnen een straal 2 kilometer van de asset ecologische voorzieningen te realiseren om de ecologische waarde van de asset te compenseren.

Voor deze assets is het mogelijk om punten te behalen (zowel voor antwoordoptie C, D en E), als ze binnen een straal van 2 kilometer van de asset ecologische voorzieningen of Habitats hebben gerealiseerd (met dezelfde richtlijnen zoals beschreven in de criteria hierboven). Om dit toe te kunnen passen moeten alle mogelijkheden op het perceel zijn uitgeput voordat verbetering buiten het terrein worden erkend. Ook moet een erkend ecoloog beoordelen of de voorzieningen significant bijdragen aan de biodiversiteit en passend zijn voor de desbetreffende locatie.

Zijn de voorzieningen gerealiseerd op een perceel/asset van dezelfde eigenaar? Dan moet er worden aangetoond door wie voorzieningen ten behoeve van de asset zijn gerealiseerd. Een voorziening mee tellen voor verschillende assets levert geen punten op.

Ecologische voorzieningen:

• Zijn er voorzieningen geplaatst, dan moeten deze correct onderhouden worden volgens de kenmerken van de te beoordelen asset en locatie, in overeenstemming met de richtlijnen van de fabrikant en het ecologisch advies van een erkend ecoloog of van een relevante organisatie/autoriteit (zoals een lokale, nationale of internationale natuurorganisatie). Voorbeelden van organisaties/autoriteiten zijn: De Vlinderstichting, De Zoogdiervereniging, Vogelbescherming Nederland, etc. Daarnaast zijn er leveranciers die instructies geven over bijvoorbeeld het onderhoud van nestkasten.
• Voorzieningen die de lokale fauna ondersteunen zijn (maar niet beperkt tot):

1. Vogelkasten.
2. Vleermuiskasten.
3. Ongewervelde dieren (bijvoorbeeld bijenkasten).
4. Geïntegreerde voorzieningen voor dieren

• Zijn er lokale of regionale richtlijnen, dan worden deze gevolgd. Zo wordt geborgd dat de geplaatste ecologische voorzieningen en Habitats een bijdrage leveren aan de lokale prioriteiten op het gebied van biodiversiteit. Stel bijvoorbeeld dat het lokale biodiversiteit actieplan aangeeft dat gierzwaluwen of een bepaald soort vleermuis in het gebied aanwezig zijn maar worden bedreigd, dan wordt aangeraden om eerder voor voorzieningen voor deze soort te kiezen, dan voorzieningen voor soorten die de lokale richtlijn niet benoemd.
• Er zijn voorzieningen bij de te beoordelen asset toegepast, in lijn zijn met lokale richtlijnen, het advies van de erkend ecoloog of een andere relevante organisatie (zoals een lokale natuurorganisatie). Zo is de plaatsing van één vogelkast voor een groot gebouw niet voldoende, als er ruimte is om meerdere voorzieningen te plaatsen die de ecologische waarde verhogen rondom de asset.

Erkend ecoloog:

Een erkend ecoloog is een persoon die:

• Op hbo- dan wel universitair niveau een opleiding heeft genoten met als zwaartepunt ecologie.
• Praktiserend is met minimaal drie jaar relevante ervaring (in de afgelopen vijf jaar). Dergelijke ervaring moet duidelijk een praktisch begrip aantonen van factoren die de ecologie beïnvloeden in relatie tot bouw en de gebouwde omgeving. Daarnaast moet de persoon in kwestie in staat zijn om als adviseur aanbevelingen te doen over ecologische beschermings, verbeterings- en migrerende maatregelen. De relevante ervaring moet betrekking hebben op de ecologie in Nederland.