BREEAM-NL In-Use Utiliteitsbouw V6.0.0

Context en waarde

Samenvatting

Deze categorie erkent gebouwinstallaties die leiden tot een lager energiegebruik en CO2-uitstoot gedurende de levensduur van de asset. De credits in deze categorie toetsen de energie-efficiëntie van het gebouw, de energieefficiëntie van de installaties en de capaciteit van geïnstalleerde hernieuwbare energieopwekking systemen. Deze categorie stimuleert ook de installatie van energiemonitoring- en energiemanagementsystemen om een efficiënt energiemanagement te ondersteunen en om te voorkomen dat er onnodig energie wordt verbruikt.

Context

Klimaatverandering is de grootste ecologische uitdaging waarmee de wereld momenteel wordt geconfronteerd. Het resulteert al in hogere temperaturen op aarde, een hoger risico op overstromingen en meer extreme weersomstandigheden. Het komt voornamelijk door hogere concentraties van koolstofdioxide en andere broeikasgassen, zoals methaan, in de atmosfeer die een broeikasgaseffect creëren waardoor de aarde opwarmt. De uitstoot van broeikasgassen is sinds de industriële revolutie met ongeveer 45% toegenomen en bijna volledig toe te schrijven aan menselijke activiteiten.

De waargenomen toename in broeikasgasemissies worden voornamelijk veroorzaakt door fossiele brandstoffen
te verbranden voor energie en door landbouw, ontbossing en industriële processen. Wereldwijd is de bouw- en vastgoedsector gezamenlijk verantwoordelijk voor 39% van energiegerelateerde CO2-uitstoot, waarbij het merendeel van het energiegebruik uit de gebruiksfase afkomstig is. De impact van klimaatverandering en de opwekking van energie op mensen en gemeenschappen moet worden herkend. Armere gemeenschappen worden onevenredig zwaar getroffen door de negatieve effecten van klimaatverandering en de opwekking van energie door fossiele brandstoffen, wat bijdraagt aan een slechte gezondheid, hogere sterftecijfers en hogere risico’s op ernstige schade door extreme weersomstandigheden.

Het Parijs Akkoord, geratificeerd in 2016, weerspiegelt de wens om een wereldwijd antwoord op de dreiging van klimaatverandering te versnellen door de wereldwijde opwarming van de aarde deze eeuw te beperken tot maximaal 2ºC, maar bij voorkeur tot 1,5ºC. In oktober 2018 is de urgentie om klimaatverandering aan te pakken benadrukt door een speciaal IPCC-rapport waarin wordt aangegeven dat het noodzakelijk is om klimaatverandering tot 1,5ºC te beperken om de meeste zware gevolgen van klimaatverandering te voorkomen. In het rapport wordt geconcludeerd dat om de temperatuurstijging tot 1,5ºC te beperken, de CO2-emissie in 2030 met 45% moet zijn gereduceerd ten opzichte van 2010 en in 2050 de CO2-emissie moet zijn gereduceerd tot vrijwel nul. Deze omvang en schaal van emissiereductie vereist een snelle en verreikende transitie van alle energiesystemen, waaronder gebouwen.

Het is hierdoor essentieel om het energiegebruik in gebouwen substantieel te verminderen en de opwekking van hernieuwbare energiebronnen waar mogelijk te verhogen, als de ergste effecten van klimaatverandering voorkomen moeten worden. Het aanpakken van klimaatverandering en de wijze veranderen waarop energie wordt geproduceerd en gebruikt kan helpen om ongelijkwaardigheden zoals energie armoede te adresseren.

Daarnaast kan dit helpen om een gezonde omgeving voor alle demografische en economische bevolkingsgroepen te bieden, met name voor de groepen die onderdeel zijn van minder bevooroordeelde of achtergestelde gemeenschappen.

Waarde van de credits

Credit Waarde
ENE 19-21 - Energierekenmodel
  • Identificeert assets die slecht presteren ten opzichte van de benchmark en brengt waar mogelijk het doorvoeren van directe verbetermaatregelen teweeg.
  • Stimuleert het doorvoeren van goed energiemanagement.
  • Verhoogt de energiezuinigheid van de asset.
  • Reduceert het onnodig energiegebruik.
  • Reduceert energiekosten tijdens het gebruik van het gebouw.
  • Stimuleert het gebruik van lokale hernieuwbare energieopwekking en het gebruik van energiebronnen met een lage CO2-uitstoot.
  • Stimuleert het specificeren van een energiezuinigere gebouwschil, installaties en apparaten.
ENE 22 - Energiebesparingsonderzoek
  • Stimuleert een systematische procedure voor het verkrijgen van voldoende kennis over het energiegebruik van de asset.
  • Beloont de mogelijkheid om kosteneffectieve energiebesparingsmaatregelen te identificeren en kwantificeren.
  • Stimuleert het rapporteren over deze bevindingen.
ENE 23 - Gebruik van informatie over energiegebruik
  • Stimuleert het formuleren van energieprestatie doelen.
  • Faciliteert efficiënt energiegebruik door gebouwgebruikers.
  • Stimuleert en beloont een verhoogde energie-efficiëntie van de asset.
  • Reduceert het onnodig energiegebruik.
  • Reduceert energiekosten tijdens het gebruik van het gebouw.
  • Stimuleert het specificeren van een energie-efficiënte gebouwschil, installaties en apparaten.
ENE 24 - Reductie van CO2-emissies
  • Stimuleert en beloont de invoering van ‘best practices’ op het gebied van energiebeheer.
  • Stimuleert en beloont het gebruik van on-site opwekking van hernieuwbare energie en het gebruik van koolstofarme energiebronnen.
  • Stimuleert en beloont de verhoogde energie- efficiëntie van de asset.
  • Stimuleert en beloont een reductie onnodig energiegebruik.
  • Reduceert kosten gerelateerd aan operationeel energiegebruik.
  • Stimuleert de specificatie van meer energie-efficiënte voor gebouwinstallaties, componenten en apparatuur.
ENE 102 - Prestatieborging van installaties
  • Stimuleert en beloont de verhoogde energie- efficiëntie van de asset.
  • Stimuleert en beloont een reductie onnodig energiegebruik.
  • Reduceert kosten gerelateerd aan operationeel energiegebruik.
  • Stimuleert een comfortabel binnenklimaat.