BREEAM-NL In-Use Utiliteitsbouw V6.0.0

1.4 BREEAM-NL In-Use

BREEAM-NL In-Use Utiliteitsbouw is een prestatiegerichte beoordelingsmethodiek voor de certificering van bestaande utiliteitsgebouwen. Voor het certificeren van woningen en woongebouwen is een andere beoordelingsrichtlijn van BREEAM-NL In-Use beschikbaar. Zie hiervoor www.breeam.nl of neem contact op met DGBC. Het hoofddoel van BREEAM-NL In-Use is het verminderen van negatieve impact van het gebruik van bestaande gebouwen op het milieu. Klanten kunnen de prestatie van hun asset meten, evalueren en onderling of extern vergelijken op een onafhankelijke, kosteneffectieve en robuuste wijze. BREEAM-NL In-Use Utiliteitsbouw bestaat uit twee delen:

  1. Asset: Duurzaamheidsaspecten gerelateerd aan de locatie en bouwkundige en installatietechnische componenten. Denk hierbij aan de bereikbaarheid per OV, de energetische waarde en de technische staat van het gebouw.
  2. Beheer: Beoordeling van de wijze waarop het beheer van het gebouw is georganiseerd en wordt uitgevoerd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het onderhouden van het gebouw en het monitoren en verbeteren van de duurzaamheidsprestaties.

De uitkomst van een BREEAM-NL In-Use beoordeling is een gecertificeerde BREEAM-NL In-Use score, voor de delen waarvoor het assessment is doorlopen. Asset en Beheer kunnen afzonderlijk worden beoordeeld en gecertificeerd. Ze krijgen elk een afzonderlijke score, die de prestatie weergeeft voor de categorieën zoals genoemd in Tabel 1. 

In Nederland kan deze richtlijn in combinatie met BREEAM-NL In-Use voor Duurzame huisvesting en bedrijfsvoering (BREEAM-NL In-Use 2016 v2.0) worden beoordeeld en gecertificeerd als één assessment. Op het certificaat wordt de versie van de Beoordelingsrichtlijnen weergeven.

Het proces maakt het mogelijk om prestatieniveaus te benchmarken en biedt het platform voor het nemen van onderbouwde managementbeslissingen, waardoor de prestaties worden geoptimaliseerd. Door middel van voortdurende beoordelingen moedigt BREEAM-NL In-Use Utiliteitsbouw continue verbetering aan.

tabel 1: BREEAM-NL In-Use Utiliteitsbouw 

Catagorie Doel
Management

Stimuleert een duurzame wijze van beheer tijdens de hele levenscyclus van de asset. Deze categorie biedt richtlijnen voor het facilitair management/gebouwmanagement en andere gebouwgebruikers om de duurzaamheidprestaties van de asset te verbeteren. Middels deze categorie kunnen duidelijke doelen worden opgesteld voor assets en feedbackloops bieden. Hierdoor kunnen processen naar de toekomst toe worden geoptimaliseerd.

Gezondheid

Stimuleert dat de asset een gezonde, veilige, comfortabele en toegankelijke omgeving voor gebouwgebruikers biedt, zowel binnen als buiten.

Energie

Stimuleert de vermindering van het energiegebruik, door het waarderen van gebouwen met een laag energiegebruik en lage koolstofemissies gedurende het gebruik van het gebouw. Met deze categorie wordt de inherente energie-efficiëntie van het gebouw, de geïnstalleerde onderhoudssystemen en de opwekkingscapaciteit voor hernieuwbare energie beoordeeld.

Transport

Stimuleert de beschikbaarheid van verbeterde toegang tot lokale voorzieningen en tot duurzame transportmiddelen, zoals openbaar vervoer, voor gebruikers van gebouwen. Deze categorie stimuleert oplossingen die tijdens de levensduur van de asset bijdragen aan een vermindering van het aantal autoritten, files en CO2-emissies.

Water

Stimuleert duurzaam watergebruik tijdens de exploitatie van de asset en het perceel. Met als doel het drinkwaterverbruik (binnen en buiten) te verminderen. Bovendien worden de verliezen door lekkage met behulp van deze categorie geminimaliseerd.

Materiaalstromen

Stimuleert het behoedzaam en verantwoord gebruik van materiaalstromen. Om de gevolgen van het gebruik van grondstoffen te verminderen in de gebruiksfase, vereist deze categorie dat gebruikers rekening houden met de milieueffecten van hun activiteiten. De categorie moedigt gebruikers aan om het gebruik van grondstoffen te evalueren in het kader van een circulaire economie.

Bestendigheid

Moedigt aan om de blootstelling van de asset en het perceel aan een scala van risico’s inzichtelijk te maken en significante risico’s te minimaliseren. Voorbeelden zijn het voorkomen van aanzienlijke materiele schade door brand, aanrijdingen door transportbewegingen of inbraak, maar ook het identificeren en voorkomen van de effecten van klimaat gerelateerde fysieke risico's. Door het proactieve beheer van deze risico’s kan de impact ervan worden geminimaliseerd en een spoedig herstel worden gegarandeerd.

Landgebruik en Ecologie

Stimuleert bewustwording van de huidige en potentiële ecologische waarde van de asset en het perceel, en de potentiële impact die het gebruik van de asset heeft op deze waarde. Zo kunnen er langetermijnstrategie.n worden opgesteld die de ecologische waarde van de asset ook in de toekomst beschermen en versterken.

Vervuiling 

Stimuleert de preventie en beheersing van zowel lucht-, bodem- als waterverontreiniging, door gebruik van de asset en het perceel. Moedigt het proactief beheersen van de transitierisico’s naar duurzame koelmiddelen aan, en het verminderen van het risico op vervuiling van omgeving.