BREEAM-NL In-Use Utiliteitsbouw V6.0.0

Context en waarde

Samenvatting

Deze categorie stimuleert een verantwoord en circulair gebruik van fysieke materialen in het gebouw. Doel is om de waarde en duurzaamheidsprestaties tijdens het gebruik, en aan het einde van de levenscyclus te verhogen. Dit wordt behaald door een beter begrip van de conditie en waarde van het gebouw. Deze kennis draagt bij aan het behouden en versterken van de waarde van het gebouw, en een optimaal (her)gebruik van de bouwmaterialen. Tot slot wordt een circulair gebruik van reststromen gedurende de gebruiksfase van het gebouw gestimuleerd.

Context

De gebruiksfase heeft een significant aandeel in de hoeveelheid materialen die wordt gebruikt gedurende de levenscyclus van de asset. Bovendien komen er veel materialen vrij die het einde van de levenscyclus bereiken. Veel belangrijke materialen zijn niet hernieuwbaar en worden schaarser, kostbaarder en risicovoller om te winnen. Daarnaast leidt de winning en productie van voornamelijk ruwe materialen tot sociale en ecologische degradatie. Eén van de ‘duurzame ontwikkelingsdoelen’ van de Verenigde Naties omvat ‘verantwoorde consumptie en productie’ (SDG 12). Het doel is om duurzaam beheer en efficiënt gebruik van natuurlijke hulpbronnen te bereiken. Tegen 2030 moeten de afvalstromen aanzienlijk worden beperkt via preventie, vermindering, recycling en hergebruik. Het is essentieel dat de vastgoedsector er alles aan doet om deze uitdagingen onder de aandacht te brengen door:

  1. Bestaande gebouwen zo lang mogelijk te gebruiken.
  2. De waarde van materialen te behouden of te verhogen.
  3. Het hergebruik of de recycling van grondstoffen in bestaande gebouwen te faciliteren.
  4. Gebruikers in staat te stellen het hergebruik of recycling van afval te maximaliseren.
  5. Het algehele materialengebruik te minimaliseren.
  6. Te kiezen voor hergebruikte of gerecyclede materialen in plaats van primaire materialen.
  7. Grondstoffen te gebruiken die minder schade toebrengen aan de maatschappij en het milieu.

Waarde van de credits

Credit Waarde
RSC 01 - Conditiemeting
  • Creëert inzichten in de prestaties van het gebouw die invloed hebben op het gebied van gezondheid en veiligheid, waarmee risico’s voor de gebouwgebruikers worden gereduceerd.
  • Identificeert huidige en toekomstige vereiste werkzaamheden bij reparatie, herinrichting en renovatie.
  • Reduceert kosten over de levenscyclus door vereiste werkzaamheden vroegtijdig te adresseren, voordat deze omvangrijker en kostbaarder worden om op te lossen.
  • Reduceert de kans op vroegtijdige veroudering door verwaarlozing en/of verlengt de levensduur van het gebouw, waardoor waarde uit geïnvesteerde grondstoffen optimaal wordt benut.
RSC 02 - Voorzieningen hergebruik en recycling
  • Ondersteunt het behalen van wettelijke en organisatie specifieke doelen voor recycling.
  • Reduceert de milieu-impact en kosten voor het verwerken van afval.
  • Verzekert dat er faciliteiten voor gebouwgebruikers beschikbaar zijn om afval bij de bron te scheiden.
  • Voorziet in toegankelijke opslag op geschikte locaties voor materialen voor hergebruik en recycling.
  • Activeert en ondersteunt de realisatie van circulaire principes.
  • Voorkomt onnodige en kostbare vervanging van complete elementen en producten door opslagruimte te bieden aan vergelijkbare vervangingsproducten.
RSC 03 - Gebouwpaspoort
  • Reduceert afval en kosten voor een toekomstige renovatie of herinrichting en uiteindelijk in de demontagefase.
  • Verhoogt de levensduur van materialen en producten.
  • Moedigt aan om tijdens de levensduur van de asset rekening te houden met de principes van de circulaire economie.
  • Identificeert materialen en producten die in het gebouw verwerkt zijn, zodat het gebouw als een ‘materialenbank’ wordt gezien.
RSC 04 - Toekomstige aanpasbaarheid
  • Vermindert afval en kosten die verbonden zijn aan toekomstige renovaties of (her)inrichting en uiteindelijk in de sloopfase.
  • Verbetert de mogelijkheid om materialen kostenefficiënt te hergebruiken en te recyclen.
  • Verhoogt de levensduur van materialen en producten.
  • Moedigt aan om tijdens de levensduur van de asset rekening te houden met de principes van de circulaire economie.
  • Verlaagt de kosten en overlast die samenhangen met de noodzaak van toekomstige aanpassing waardoor het bijbehorende afval worden gereduceerd.