BREEAM-NL In-Use Utiliteitsbouw V6.0.0

#

Criteria

Toepasbaar op antwoord

Punten worden toegekend op basis van het percentage verblijfsruimten met voldoende uitzicht naar buiten (zie Methodiek).

C – E

Het uitzicht vanuit ramen of gevelopeningen moet voldoen aan de onderstaande eisen:

1. Relevante verblijfruimten moeten zich binnen 8 meter van een raam of gevelopening met uitzicht naar buiten bevinden.
2. De oppervlakte van het raam of de gevelopening moet minimaal 20% van het omringende muuroppervlak zijn.
3. Het uitzicht naar buiten in de relevante verblijfsruimten betreft zicht op het landschap of op gebouwen (niet alleen de hemelkoepel, vanaf zithoogte (1,2 – 1,3 meter)
4. Uitzicht door een tussengelegen kamer heen voldoet niet, omdat de kans reëel is dat het zicht wordt belemmerd door schotten, kasten en dergelijke.
5. Zicht naar buiten en zicht op een binnenplaats of atrium voldoet, indien de afstand van het raam of de gevelopening tot het belemmerende obstakel buiten of de achterwand van de binnenplaats of het atrium (loodrecht gerekend) minimaal 10 meter is.

C – F

Relevante verblijfsruimten waar uitzicht naar buiten vereist is zijn:

1. Ruimten met vaste werkplekken of bureaus die gebruikt worden door gebouwgebruikers gedurende 30 minuten of meer per dag.
2. Ruimten waar nauwgezette werkzaamheden (bijv. opticien) worden uitgevoerd of visuele hulpmiddelen gebruikt worden door gebouwgebruikers gedurende 30 minuten of meer per dag.
3. Waar uitzicht voordelen heeft voor gebouwgebruikers, bijv. in ruimten waar gebouwgebruikers lang verblijven (verpleegafdeling in een ziekenhuis).

Verblijfsruimten waar uitzicht naar buiten niet vereist is zijn:

1. Personeelskamers voor zorgmedewerkers als deze centraal op een afdeling liggen, om het observeren van patiënten mogelijk te maken.
2. Rechtszalen en verhoorkamers waar uitzicht niet mogelijk is vanwege veiligheids- of privacy vereisten.
3. Klinische ruimten waar de regeling van klimaat of operationele condities uitzicht naar buiten niet toestaan.
4. Conferentieruimten, gehoorzalen, sporthallen, bioscopen, etc.
5. Ruimten waar het voorkomen of limiteren van natuurlijk licht een functionele vereiste is, bijv. laboratoria, media ruimten, etc.
6. Geïsoleerde werkplekken voor periodieke, korte werkzaamheden, bijv. in een serverruimte.

C – F

Begeleid wonen en tijdelijke studentenhuisvesting

De volgende relevante ruimten moeten zich binnen 5 meter van een raam/gevelopening met voldoende uitzicht bevinden:

1. Woonkamers in appartementen zonder gedeelde faciliteiten
2. Gemeenschappelijke lounges
3. Individuele slaapkamers voor begeleid wonen

De oppervlakte van het raam of de gevelopening moet minimaal 20% van het omringende muuroppervlak zijn.

Gezondheidszorgfunctie

Verblijfsruimten voor patiënten die intramurale zorg nodig hebben, moet voldoen aan de kamerdiepte en de raam/gevelopening eisen uit criteria 2.

Daarnaast moet de afstand van het raam of de gevelopening tot het dichtstbijzijnde externe solide object (bijv. een gebouw, muur of hekwerk) ≥10 meter zijn.

Winkelfunctie

Werkplekken binnen een winkelfunctie voldoen, als er minimaal een percentage van 50% van de pui open is, zodat het uitzicht naar buiten of op een passage kan worden gewaarborgd.

Criteria

Vereisten bewijsvoering

-

De hieronder genoemde bewijsvoering is niet uitputtend. Zie daarom ook paragraaf 4.2 ‘Type bewijsmateriaal’ voor typen bewijsmateriaal die toegepast kunnen worden om aan te tonen dat aan de credit eisen wordt voldaan.

Alle

Fotografisch bewijsmateriaal van de ramen/gevelopeningen en het uitzicht.

Alle

Plattegronden waarop de diepte van de ruimte en ramen/gevelopeningen zijn aangegeven.

Alle

Berekeningen van het percentage relevante verblijfsruimten met voldoende uitzicht.