BREEAM-NL In-Use Utiliteitsbouw V6.0.0

RSC 04 Toekomstige aanpasbaarheid

Het waarderen en stimuleren van gebouwen die gebouwd zijn met een bepaalde mate van flexibiliteit en aanpasbaarheid, voor mogelijke wijzigingen in het toekomstig gebruik.

Deel Asset
Maximaal punten 4
Exemplary Performance 1
Functie Bijeenkomst, Cel, Gezondheidszorg, Industrie, Kantoor, Logies, Onderwijs, Overig (BIU), Sport, Winkel
Verplicht vanaf -
Kan het gebouw worden aangepast bij een veranderende vraag, bijvoorbeeld door toekomstige verandering in gebruik en functionaliteit?
Punten Antwoordopties Antwoord

Selecteer één antwoordoptie.
0 A. Vraag niet beantwoord.
0 B. Nee
4 C. Ja
Exemplary performance.
Punten Antwoordopties Antwoord

Antwoordoptie D kan alleen worden geselecteerd indien antwoordoptie C is geselecteerd.
Exemplary D. Er is een gebouw-specifieke studie verricht gericht op de functionele aanpasbaarheid van het gebouw, en deze is vertaald naar een gebouwflexibiliteit strategie.

#

Criteria

Toepasbaar antwoord
  1.  

Het gebouw is ontworpen met een bepaalde mate van flexibiliteit, waardoor een verandering in het toekomstig gebruik mogelijk is. Tabel RSC04.1 geeft voorbeelden van ontwerpmaatregelen voor toekomstige aanpasbaarheid. De flexibiliteit omvat ten minste drie van de volgende onderdelen:

  1. Scheidingswanden die makkelijk kunnen worden verplaatst.
  2. Een flexibel ontwerp van de interne verticale dragende structuur met een regelmatige kolomindeling en weinig of geen dragende muren.
  3. Eenvoudig verwijderbare of aanpasbare installaties, wanneer gebouwdelen leegstaan of intensiever worden gebruikt. Een voorbeeld is het verminderen of uitbreiden van het aantal verlichtingsarmaturen.
  4. Gebouwplattegronden, verkeersruimten en verdiepingshoogtes die geschikt zijn voor toekomstige aanpassingen.
  5. Opnemen losmaakbaarheid
  6.  Andere ontwerpmaatregelen die door de assessor geschikt worden geacht.

C

2.

De studie en strategie naar de functionele aanpasbaarheid van het gebouw moet het volgende bevatten:

  1. Haalbaarheid: De waarschijnlijkheid dat het gebouw meerdere gebouwfuncties, ruimte-indeling en huurders bevat gedurende de verwachte levenscyclus van het gebouw, bijv. gerelateerd aan het ontwerp van de structuur van het gebouw.
  2. Toegankelijkheid: Ontwerpaspecten die de vervanging van alle belangrijke installaties tijdens de levensduur van het gebouw vereenvoudigen, bijv. elektrische componenten in vloeren en wanden die kunnen worden verwijderd zonder de structuur van het gebouw aan te tasten. Bij toegankelijkheid hoort ook toegang tot lokale diensten, zoals lokale stroomvoorziening, data-infrastructuur, etc.
  3. Veelzijdigheid: De mate van aanpasbaarheid van de binnenomgeving om veranderingen in werkzaamheden op te vangen.
  4. Klimaat regelbaarheid: De mogelijkheid om de ventilatie van het gebouw te laten voldoen aan de toekomstige behoeften van gebouwgebruikers en klimaatscenario's.
  5. Omvormbaarheid: De mate van aanpasbaarheid van de fysieke binnen ruimte en gebouwschil om veranderingen in het gebruik op te vangen.
  6. Uitbreidingsvermogen: De mogelijkheid om het gebouw horizontaal of verticaal uit te breiden.
  7. Renovatie: De mogelijkheid om grootschalige renovaties, inclusief vervanging van de gevel te realiseren.

D

Bewijsvoering Tabel RSC04.1: Voorbeelden van ontwerpmaatregelen voor toekomstige aanpasbaarheid.

 

Toegankelijkheid

Ruimtelijke aanpasbaarheid

Uitbreidingsvermogen

 

Constructie en gebouwschil:

  • Buitenmuren
  • Muurbekleding
  • Begane grond en eerste verdieping
  • Dak

Gebruik van producten of systemen die eenvoudige vervangen kunnen worden.

 

Locatie van vaste kolommen en wanden binnen de gebouwschil.

 

Mogelijkheid om uitbreidingen of wijzigingen toe te voegen om de gebouwcapaciteit te vergroten.

 

Centrale en lokale installaties:

  • Mechanisch en elektrisch
  • Leidingwerk
  • Trappen en liften
  • Brandveiligheid

Opname van eisen voor het facility management en feedback voor het gebouwontwerp om in te spelen op toekomstige operationele behoeften.

 

 

Mogelijkheid om de capaciteit van infrastructuur voor toekomstige uitbreiding en aanpassing mogelijk te maken.

 

Vaste inrichting:

  • Afwerkingen
  • Vloeren
  • Binnenmuren
  • Verbindingen

Het gebruik van producten of systemen die eenvoudige vervangen kunnen worden

 
  • Indeling in gestandaardiseerde stramienen.
  • Het gebruik van samengestelde afwerkingen om vervanging mogelijk te maken.
  • Het gebruik van standaard afmetingen.
  • Identificeren of herkennen van mogelijke toekomstige functionele benodigdheden.
  • Efficiënt ruimtegebruik bij eventuele toename van de bezettingsgraad.

Criteria

Vereisten bewijsvoering

-

De hieronder genoemde bewijsvoering is niet uitputtend. Zie daarom ook paragraaf 4.2 ‘Type bewijsmateriaal’ voor typen bewijsmateriaal die toegepast kunnen worden om aan te tonen dat aan de credit eisen wordt voldaan. 

1

Fotografisch bewijsmateriaal van (interne) ontwerpmaatregelen die zorgen voor flexibiliteit die door de assessor geschikt worden geacht.

Alle

Plannen, studies, rapportages of andere documenten waaruit blijkt het asset ontworpen is met een bepaalde mate van flexibiliteit en aanpasbaarheid.

2

Een kopie van de studie naar de functionele aanpasbaarheid en de gebouwflexibiliteit strategie.
Home