BREEAM-NL In-Use Utiliteitsbouw V6.0.0

HEA 12 Toegankelijkheid

Het waarderen en stimuleren dat de asset toegankelijk is voor alle gebruikers.

Deel Asset
Maximaal punten 4
Exemplary Performance 1
Functie Bijeenkomst, Cel, Gezondheidszorg, Industrie, Kantoor, Logies, Onderwijs, Overig (BIU), Sport, Winkel
Verplicht vanaf -
Zijn er maatregelen in het gebouw toegepast die het gebruik ervan mogelijk maken, ongeacht de leeftijd, capaciteiten of beperkingen van gebouwgebruikers?
Punten Antwoordopties Antwoord

Selecteer één antwoordoptie.
0 A. Vraag niet beantwoord.
0 B. Geen voorzieningen.
1 C. Ja, er zijn beperkte standaard toegankelijkheidsmaatregelen.
2 D. Ja, de meeste standaard toegankelijkheidsmaatregelen zijn toegepast.
4 E. Ja, de meeste standaard toegankelijkheidsmaatregelen zijn toegepast, en beperkte uitgebreide toegankelijkheid maatregelen (Universal Design).

Exemplary performance.
4
+ 1 Exemplary 		F. Ja, de asset beschikt over een erkende toegankelijkheid standaard.

#

Criteria

Toepasbaar op antwoord
  1.  

De asset moet ten minste één van de standaard toegankelijkheidsmaatregelen bevatten uit elk van de vier secties van checklist HEA 12a.

C
  1.  

De asset moet ten minste 50% van de standaard toegankelijkheidsmaatregelen uit elk van de vier secties van checklist HEA 12a bevatten.

D
  1.  

De asset moet ten minste 50% van de standaard toegankelijkheidsmaatregelen uit elk van de vier secties van checklist HEA 12a bevatten, en minstens één van de uitgebreide toegankelijkheidsmaatregelen (Universal Design) in sectie 1 – 3 van checklist HEA 12b.

E
  1.  

De Exemplary performance wordt behaald als de asset beschikt over een ITS Totaal (Integrale Toegankelijkheid Standaard) keurmerk of gelijkwaardig.

F

Checklist HEA 12a: Standaard toegankelijkheidsmaatregelen

 

Standaard toegankelijkheidsmaatregelen
  1. Toegang tot de asset
  • De toegang tot de hoofdingang van het gebouw is drempel- en traploos (d.w.z. hetzelfde niveau, flauwe helling of oprit) vanaf de perceelbegrenzing.
  • Er zijn leuningen bij opstapjes en hellingen op de toegangsroutes naar de hoofdingang(en), of de asset heeft een alternatieve toegankelijke ingang.
  • De toegangsdeuren zijn toegankelijk voor alle gebruikers, in het bijzonder personen die gebruikmaken van een rolstoel en mensen met een fysieke beperking. Ze zijn breed genoeg om een goede doorgang te garanderen voor alle gebruikers (bijvoorbeeld rolstoelgebruikers, mensen die bagage dragen, mensen met begeleidingsdieren en ouders met een kinderwagen of kleine kinderen).
  • Is de asset voorzien van parkeerplaatsen, dan zijn de parkeerplaatsen die het dichtst bij de ingang liggen toegewezen aan mensen met een beperking.
  • Is de asset voorzien van parkeerplaatsen en zijn er gebouwgebruikers met jonge kinderen, dan moeten er toegewezen ouderkind-parkeerplaatsen aanwezig zijn.
  1. Horizontale en verticale routing
  • Gangen en doorgangen zijn breed genoeg om een vrije doorgang te bieden aan alle gebruikers, en om met een rolstoel te kunnen keren.
  • Binnendeuren die gemakkelijk te bedienen zijn en breed genoeg zijn om vrije doorgang te bieden voor alle gebouwgebruikers, inclusief rolstoelgebruikers.
  • Er zijn leuningen bij trappen, opstapjes en hellingen in het gebouw.
  • Lift(en) of verticale en hellende hefplatforms zijn toegankelijk en bieden toegang tot alle verdiepingen en niveaus van het gebouw.
  • Er zijn goed toegankelijke horizontale en verticale noodroutes en noodvoorzieningen (bijv. evacuatiestoelen) óf een noodstrategie en noodplan voor hulp bij evacuatie.
  1. Gebruik van faciliteiten van het gebouw
  • Er zijn elektrisch bediende toegangsdeur(en) (bijv. via drukknop of bewegingssensor).
  • Bedieningenelementen en schakelaars (bijv. deurgrepen, sloten, kranen, stopcontacten, enz.) zijn eenvoudig te begrijpen en te bedienen, zichtbaar en op een geschikte hoogte.
  • Als er drinkwaterkranen beschikbaar zijn voor gebruikers, dan zijn die toegankelijk voor personen met een beperking, inclusief rolstoelgebruikers (minimaal één per verdieping voor regelmatig bezette ruimtes)’
  • Als er faciliteiten voor publiek of toeschouwers zijn, bijv. gehoor- en conferentiezalen, entertainment faciliteiten (bijv. theaters, bioscopen) en sportfaciliteiten moeten ruimten en zitplaatsen toegankelijk zijn voor mensen met beperkingen en hun metgezel.
  • Als er slaapkamers aanwezig zijn (bijv. in hotels), dan moet deel van het aantal accommodaties ontworpen zijn voor rolstoelgebruikers.
  1. Sanitaire voorzieningen
  • Toiletten met een assistentie alarm zijn toegankelijk voor rolstoelgebruikers, van deze toiletten is minimaal één gender-neutraal.
  • Als gebouwgebruikers bestaan uit ouders/verzorgers van jonge kinderen, dan moeten verschoningsplekken toegankelijk zijn voor ouders of verzorgers ongeacht geslacht.
  • Als er douches, badkamers of kleedkamers aanwezig zijn, dan moeten deze toegankelijk zijn voor mensen met een fysieke beperking (denk bijvoorbeeld aan rolstoelgebruikers, mensen met een beperkte mobiliteit, enz.).

 

Checklist HEA 12b: Uitgebreide toegankelijkheidsmaatregelen (Universal Design)

 

Uitgebreide toegankelijkheidsmaatregelen
  1. Oriëntatie
  • Plattegronden die belangrijke elementen zoals ingangen, sanitaire voorzieningen, liften, etc. duidelijk weergeven.
  • Goede lichtomstandigheden met extra verlichting op belangrijke locaties zoals toegangswegen, ingangen, trappen, liften, enz.
  • Heldere informatie en bewegwijzering die leesbaar en gemakkelijk te begrijpen is, inclusief beschikbaarheid in verschillende talen waar van toepassing.
  • Gebruik van visueel contrast en kleur om oriëntatie en navigatie te vereenvoudigen, om waarschuwingen te geven over mogelijke gevaren én om het lezen van informatie en tekens te vereenvoudigen.
  • Verstrekken van tactiele informatie (bijv. bewegwijzering in reliëf, bewegwijzering in Braille, tactiele loopoppervlak-indicatoren (TWSI), tactiele kaarten, modellen en plannen, veranderingen in vloeroppervlak, veranderingen in niveau, tikkende rails.
  • Hoorbare communicatie en geluiden, bijv. sprekende borden, aankondigingssystemen en audio-beschrijvende informatie voor het zoeken naar wegen en veranderingen in het loopoppervlak.
  • Gebruik van geuren en aroma’s om extra oriëntatie-aanwijzingen te geven.
  1. Ondersteunende technologie
  • Gehoor versterkende systemen, (bijv. inductie loop) bij service- of receptiebalies en in ruimten voor vergaderingen, hoorcolleges, klassen, optredens, publiek tijdens sportevenementen of films
  • Auditieve informatiesystemen
  • Visuele alarmsystemen
  • Bediening via spraak of touchscreen
  1. Toegankelijke ruimten
  • Sanitaire voorzieningen voor alle geslachten en/of leeftijden
  • Kleedkamerfaciliteit
  • Toegankelijke ontspanningsruimten op vaste afstanden naast looproutes zowel binnen als buiten
  • Rust-, bid-, meditatie- of wellnessruimten
  • Een ruimte waar vrouwen kunnen kolven of borstvoeding kunnen geven.
  • Een plek waar een begeleidingshond zijn behoefte kan doen.
  • Antwoordoptie E in HEA 11 ‘Beschikbare ontspanningsruimten binnen en buiten’, is geselecteerd.
  • Toegankelijke en inclusieve fitnessruimtes en apparatuur.
  • Ruimte(s) die regelmatig informele en sociale interacties en informatie-uitwisseling tussen gebouwgebruikers bevorderen.

Criteria

Vereisten bewijsvoering

-

De hieronder genoemde bewijsvoering is niet uitputtend. Zie daarom ook paragraaf 4.2 ‘Type bewijsmateriaal’ voor typen bewijsmateriaal die toegepast kunnen worden om aan te tonen dat aan de credit eisen wordt voldaan.

Alle

Fotografisch bewijsmateriaal van de toegepast maatregelen

Alle

Plattegronden waarop de toegepaste maatregelen staan aangegeven

Alle

Specificaties van de toegepaste maatregelen

Toegankelijkheid:

Het voorzien in gebouwen, gebouwdelen of buitenruimten die toegankelijk en bruikbaar zijn voor alle gebruikers, ongeacht beperking, leeftijd of geslacht.

Kleedkamerfaciliteit:

Een kamer met een wc, bed lift, bad, kleedbank voor volwassenen en optioneel een douche, voor gebruik door mensen met complexe of meerdere beperkingen die hulp behoeven van één tot twee verzorgers.

Inclusief ontwerp/ Inclusieve design:

Aanpak bij het ontwerpen van de omgeving, inclusief de gebouwen en natuur, om deze voor alle gebruikers toegankelijk en bruikbaar te maken.

Universal Design:

Ontwerpen van producten, omgevingen, programma’s en diensten zodat iedereen er gebruik van kan maken, zonder dat er aanpassingen of een speciaal ontwerp nodig zijn. Universeel ontwerp sluit de behoefte aan hulpmiddelen voor bepaalde groepen of personen met een beperking, indien relevant, niet uit. Termen als “universal Design”, “ontwerp voor iedereen”, “barrièrevrij ontwerp”, “inclusief ontwerp” en “transgenerational ontwerp” worden vaak door elkaar gebruikt met dezelfde betekenis.

Bruikbaarheid:

Mate waarin een product, dienst en de gebouwde omgeving kunnen worden gebruikt door specifieke gebruikers om specifieke doelen te bereiken, met effectiviteit, efficiëntie en tevredenheid in een gespecificeerde gebruikscontext.

Oriëntatie:

Het vermogen om de weg te vinden, obstakels te vermijden en te weten wanneer de bestemming is bereikt.

Criterium 3 - uitgebreide toegankelijkheidsmaatregelen (Universal Design)

De laatste zin van criterium 3 dient gelezen te worden als ''en minstens één van de uitgebreide toegankelijksheidsmaatregelen (Universal Design) uit iedere sectie van 1 t/m 3 uit checklist HEA 12b.''

Toegevoegd op 7 november 2023

 

Criteria 4: De Exemplary Performance wordt behaald als de asset beschikt over een ITS Totaal (Integrale Toegankelijkheid Standaard) keurmerk of gelijkwaardig

In dit criterium wordt geschreven over het toekennen van een EP punt wanneer bewijs geleverd kan worden dat het project een ITS Totaal keurmerk heeft of een ander gelijkwaardig keurmerk.

Gelijkwaardige keurmerken:

  • NLKT Platinum (Nederlandse Keurmerk voor Toegankelijkheid)

Indien er andere keurmerken of methodieken zijn die mogelijk gelijkwaardig zijn verzoeken wij contact op te nemen met DGBC via de helpdesk: helpdesk@dgbc.nl. 

Toegevoegd op 30 september 2024

Home