Toelichting Klimaatrisicoanalyse (Antwoordoptie G&H)
Gebruik klimaatprojecties (kaarten)
In stap 1 en 2 van de klimaatrisicobeoordeling (zie interpretatie) worden klimaatgevaren geïdentificeerd (de screening) en een kwetsbaarheidsbeoordeling uitgevoerd. Hierin wordt gebruik gemaakt van de meest actuele, accurate klimaatprojecties met de hoogst beschikbare resolutie. Zie onderstaande selectie van klimaatprojecties die de best practice in Nederland vormen. Deze zijn, exclusief de overstromingsrisicokaarten, conform het RCP8.5 klimaatscenario en houden hierdoor rekening met het minst gunstige scenario op het gebied van klimaatverandering:
Hitte
- Hittestress door warme nachten – 2050 hoog
Wateroverlast
- Waterdiepte bij hevige bui – 70 mm / 2 uur (1:100 jaar)
- Grondwateroverlast op basis van combinatie:
- Ontwikkeling kans grondwateroverlast - 2050 hoog
- Gemiddelde Hoogste Grondwaterstand – Huidig
- Bodemdaling door ophoging – 2050-2050
Droogte
- Risico Paalrot – 2050 Hoog
- Risico Verschilzetting – 2050 hoog
- Natuurbrandgevoeligheid – 2050 hoog
Overstroming
- Maximale waterdiepte kaart – zeer kleine kans (1:100.000 jaar)
- Plaatsgebonden overstromingskans norm 2050 – 20 cm
Bovenstaande kaarten zijn nog niet in lijn met de meest recente klimaatprojecties van het IPCC (Sixth Assessment Report). Deze worden door het KNMI vertaald naar effecten op het Nederlandse klimaat in het KNMI’23 klimaatscenario, Deze wordt in oktober 2023 gepubliceerd. Hierop dienen digitale klimaatprojecties, waaronder de ‘klimaateffectatlas’, haar kaarten op aan te passen. Echter geldt voor bovenstaande kaarten dat deze op dit moment de best practice vormen.
Wind en hagel
Aanvullend op bovenstaande kaarten kan er rekening worden gehouden met wind en hagel. Het is mogelijk dat door klimaatverandering de frequentie en intensiteit van met name zomerstormen (met hagel en onweer tot gevolg) en valwinden toenemen. Er heerst echter nog onzekerheid over de exacte veranderende weerspatronen. Er zijn (mede hierdoor) tot op heden geen kaarten beschikbaar die rekening houden met klimaatverandering (conform IPCC scenario’s). Algemene kaarten, zoals de windkaarten in Nederland die gemiddelde windsnelheden weergeven, kunnen wel een indicatie geven van mogelijke effecten.
Info over Framework Climate adaptive buildings
Het ‘Framework for climate adaptive buildings’ beschrijft een eenduidige methodiek voor het vaststellen van fysieke klimaatrisico’s op gebouwniveau. De methodiek wordt eerst op gebiedsniveau en daarna op gebouwniveau ontwikkeld. Om de risico’s op gebiedsniveau te bepalen, is Deel 1 van het framework for climate adaptive buildings gepubliceerd. Dit deel kan gebruikt worden voor de eerste stap (de screening) van de klimaatgevaren. In de zomer van 2023 zal ook het tweede deel gepubliceerd worden, die de risico’s op gebouwniveau inzichtelijk maken.
EU Rapport: Technical guidance on adapting buildings to climate change
De Europese Commissie heeft een Technical guidance on adapting buildings to climate change en bijbehorende Best Practice Guide gepubliceerd (opgesteld door Ramboll en CE Delft). Deze publicaties geven handvaten voor het uitvoeren van een klimaatrisico- en kwetsbaarheidsbeoordeling (paragraaf 3.4 van de technical guidance) en de toepassing van adaptatieoplossingen (zie de best practice guide). De technical guidance geeft aanbevelingen voor een globale aanpak van een klimaatrisico- en kwetbaarheidsbeoordeling, echter is de methode van het framework for climate adaptive buildings concreter en diepgaander.
Materialiteit van de klimaatrisico’s
Voor het beoordelen van de materialiteit van de klimaatrisico's kunnen de volgende stappen aangehouden worden:
- Stel de mogelijke effecten van de ingeschatte risico’s op de prestaties van het gebouw vast;
- Bepaal de aanvaardbare risicodrempel;
- Controleer de gevoeligheid van de risicobeoordeling (de marge);
- Stel vast op welke punten de risico's onaanvaardbaar zijn, wat betreft gezondheid, veiligheid, levensduur en financieel.
Toelichting Noodplannen (Antwoordoptie C&D) en risicobeoordelingen
Binnen de credit RSL06 is er een sterk verband tussen de nodige risicobeoordeling(en) voor het noodplan uit antwoordoptie A tot en met D en de risicobeoordelingen uit credit RSL01, RSL03, RSL09 en RSL10.
De risicobeoordeling zoals genoemd onder bewijsvoering is bedoeld om aan te tonen dat het noodplan aansluit bij relevante risico’s wat betreft natuurrampen, brand- en veiligheidsrisico’s (zie criterium 1). Daarnaast bepalen de mate van detail en complexiteit van de risico’s waaraan het perceel is blootgesteld hoe het noodplan eruit komt te zien (zie criterium 3). Het is daarom niet mogelijk om hiervoor een generiek noodplan op te stellen zonder gedegen vooronderzoek naar de risico’s.
Laatst gewijzigd: 12 juli 2023