Submeter aparte verhuurbare ruimtes
Bepaal voor elk gebruikt brandstoftype het energiegebruik voor iedere verhuurbare ruimte, om vast te stellen of het aanzienlijk is.
Is er een gebrek aan nauwkeurige informatie, dan kan het energiegebruik in de verhuurbare ruimtes worden bepaald op basis van het totale energiegebruik per m2 voor de asset, en het vloeroppervlak van de verhuurbare ruimtes.
Submeter ruimten met verschillende specifieke energiegebruikers en een aanzienlijk verschil in energiegebruik
Identificeer de ruimten met specifieke energiegebruikers binnen de asset. Bepaal vervolgens of de energiegebruikspatronen van deze ruimten aanzienlijk verschillen van de rest van de asset.
Verwacht een aanzienlijk verschil in energiegebruikspatronen, als de openingstijden of bezettingsgraad en het gebruik van geïnstalleerde installaties en apparatuur aanzienlijk zullen verschillen van de rest van de asset.
Voorbeelden van ruimtes met specifieke energiegebruikers zijn onder meer: centrale keukens, sport- en vrijetijdvoorzieningen, alle vormen van verticaal transport (bijvoorbeeld liften en trappen), serverruimten en koel- en/of vriesruimten.
Sub-metering van de gebruiksgroepen binnen afzonderlijk verhuurbare ruimtes en ruimtes met specifieke energiegebruikers met aanzienlijk verschillende energiegebruikspatronen
Zie de methodiek in ENE 15 ‘Monitoring energiegebruik’.
Berekenen energiegebruik van de gebruikersgroep door aftrekken
Het energiegebruik van een gebruiksgroep kunnen worden berekend door het subbemeterde energiegebruik van een andere verbruiksgroep van de relevante hoofdmeter af te trekken.