Berekening glasoppervlak als percentage van het vloeroppervlak
De volgende stappen moeten worden doorlopen om te bepalen of de asset voldoet aan de minimale prestatie-eisen:
- Bereken het netto vloeroppervlak (m2) voor elke relevante verblijfsruimte en het totaal netto vloeroppervlak (m2) van alle relevante verblijfsruimten.
- Bereken voor elke relevante verblijfsruimten het totale glasoppervlak (m2) van alle ramen en dakramen. De kozijnen mogen niet worden meegenomen in het oppervlak, het betreft alleen het glasoppervlak.
- Bereken voor elke relevante verblijfsruimten het percentage glasoppervlak in verhouding tot het vloeroppervlak als volgt:
Glasoppervlak als percentage van vloeroppervlak=(Totaal glasoppervlak in verblijfsruimten / Netto vloeroppervlak van alle verblijfsruimten)×100
- Voor verblijfsruimten met getint of diffuus glas, is het nodig om een lichttoetredingsweging op te nemen in de berekening. Voor enkel, dubbel of triple glas dat helder of een lage thermische emissie heeft, is geen lichttoetredingsweging nodig. Voor getint of diffuus glas moet het percentage glasoppervlak in verhouding tot het vloeroppervlak vermenigvuldigd worden met T/0,8 (T=transmissie van het glas als decimaal getal). Is er geen transmissie waarde bekend, dan moet het percentage glasoppervlak in verhouding tot het vloeroppervlak vermenigvuldigd worden met: 0,25 voor getint glas en 0,60 voor diffuus glas.
- Controleer voor alle relevante verblijfsruimten of de gehele ruimte binnen een straal van x meter van één of meerdere ramen valt. De waarde x staat voor drie keer de hoogte van de ramen, gemeten vanaf de vloer. Als de hoogte van de ramen (gemeten vanaf de vloer) bijvoorbeeld 3 meter is, dan moet de gehele ruimte binnen een straal van 9 meter van één of meerdere ramen vallen. Heeft een dergelijke ruimte met een raamhoogte van 3 meter maar aan één zijde ramen, dan mag de afstand tot de andere muren (gemeten vanaf de ramen) niet meer dan 9 meter zijn. Zijn de andere muren verder dan 9 meter van de ramen verwijderd, dan voldoet deze ruimte niet aan de minimale prestatie-eisen.
- Check bij alle relevante verblijfsruimten of er externe obstakels zijn (nabijgelegen gebouwen, structuren, bomen) die mogelijk daglichttoetreding verminderen. Als er een extern obstakel is, dan moet de horizontale afstand (tussen gebouw en obstakel) groter zijn dan de hoogte van het obstakel (gemeten vanaf het middelpunt van het glasoppervlak). Heeft een obstakel bijvoorbeeld een hoogte van 10 meter (vanaf het middelpunt van het glasoppervlak), dan moet het obstakel minimaal 10 meter van het glasoppervlak zijn. Voldoet een obstakel niet aan dit vereiste voor horizontale afstand, dan mag het relevante glasoppervlak niet meegenomen worden in het totaal glasoppervlak in de berekening.
- Bereken met onderstaande formule en de gegevens van bovenstaande stappen het percentage verblijfsruimten dat voldoet aan de eisen.
Percentage verblijfsruimten conform criteria=(Totaal netto vloeroppervlak van verblijfsruimten conform de criteria / Totaal netto vloeroppervlak van alle relevante verblijfsruimten)×100
Daglichttoetredingsberekeningen, -metingen en -simulaties
Zijn er daglichttoetredingsberekeningen, -metingen of -simulaties uitgevoerd voor de asset, bijvoorbeeld tijdens het ontwerp- of bouwproces, en zijn er daarbij geen aanpassingen gemaakt aan de vloerindeling of het glasoppervlak? Dan mogen deze berekeningen, metingen of simulaties dienen als bewijsmateriaal om te voldoen aan de criteria. Een voorbeeld hiervan is een berekening van het energielabel volgens NEN 2057 en NTA8800.