BREEAM-NL In-Use Utiliteitsbouw V6.0.0

POL 06 Beperken lichtvervuiling

Waarborgen dat buitenverlichting zo wordt ingeregeld dat de beoogde gebieden worden verlicht en naar boven gericht licht wordt geminimaliseerd, waardoor onnodige lichtvervuiling en hinder voor gebouwgebruikers en de directe omgeving wordt beperkt.

Deel Beheer
Maximaal punten 4
Exemplary Performance -
Functie Bijeenkomst, Cel, Gezondheidszorg, Industrie, Kantoor, Logies, Onderwijs, Overig (BIU), Sport, Winkel
Verplicht vanaf -
Is er een beoordeling uitgevoerd die aantoont dat buitenverlichting ‘s nachts niet leidt tot lichtvervuiling?
Punten Antwoordopties Antwoord

Selecteer één antwoordoptie.
0 A. Vraag niet beantwoord.
0 B. Nee.
2 C. Ja, er is een kwalitatieve audit uitgevoerd.
4 D. Ja, een kwantitatieve audit is uitgevoerd door een verlichtingsexpert.
4 E. Er is geen buitenverlichting aanwezig en dit is niet vereist vanuit veiligheidsoogpunt.

#

Criteria

Toepasbaar op antwoord
  1.  

Voor de kwalitatieve audit waar buitenverlichting aanwezig is geldt:

  1. Alle buitenverlichting is naar beneden gericht, om verlichting van de hemel te voorkomen.
  2. Er is geen buitenverlichting gericht op aangrenzende gebouwen of open ruimtes. Of er zijn schermen of schotten geplaats om lichtverspreiding naar die plekken te voorkomen.
  3. Er zijn geen verlichte borden aanwezig.
  4. De verlichting is automatisch ingeregeld om tussen 23:00 en 07:00 te worden uitgeschakeld of gedim

C
  1.  

Voor de kwantitatieve audit waar buitenverlichting aanwezig is, bevestigt een verlichtingsexpert dat die is uitgevoerd conform de richtlijn lichthinder van de NSVV of:

  1. Alle buitenverlichting (behalve veiligheid- en beveiligingsverlichting) voldoet aan Tabel POL06.1 en kan automatisch worden uitgeschakeld tussen 23:00 en 07:00.
  2. Verlichte borden, indien aanwezig, voldoen aan de maximale helderheid (cd/m²) gesteld in Tabel POL06.1.
  3. Als veiligheids- of beveiligingsverlichting is geïnstalleerd en wordt gebruikt tussen 23:00 – 07:00. Deze voldoet aan de eisen gesteld in Tabel POL06.1 (bijvoorbeeld door het gebruik van een automatische schakelaar om de verlichtingniveaus te verminderen om 23:00 uur of eerder).
  4. Als de verlichting anders dan voor veiligheid noodzakelijk is tussen 23:00 en 07:00, (bijv. bij gebouwen die open zijn gedurende deze tijden) kan het systeem automatisch overschakelen naar verlichtingsniveaus voor de nacht.

D
  1.  

Een verlichtingsexpert bevestigt dat hinder veroorzakende buitenverlichting is voorkomen door een effectief ontwerp. Dit neemt de behoefte aan buitenverlichting weg zonder de veiligheid, beveiliging van het perceel en de gebouwgebruikers nadelig te beïnvloeden.

E
  1.  

De beoordeling van de verlichtingssterkte is niet vereist als alle armaturen zijn voorzien van cut-off maatregelen, en zo gepositioneerd dat potentiële lichtvervuiling wordt geblokkeerd. Beoordeling van de opwaartse lichtverhouding is niet vereist als alle armaturen zijn voorzien van cut-off maatregelen die alleen neerwaarts licht leveren.

C - E
  1.  

Verzonken verlichting gebruikt voor veiligheidsdoeleinden in manoeuvregebieden van voertuigen worden uitgesloten in het assessment.

C - E
  1.  

Alle soorten verlichte borden moeten aan de criteria-eisen voldoen, zowel zelfverlicht als verlicht door reflectie van andere bronnen.

C - E
  1.  

Bij deze credit maakt het niet uit of de verlichting binnen of buiten is geïnstalleerd. Als het doel van deze verlichting is om de buitenzijde of buitenruimtes te verlichten, zijn ze onderdeel van deze credit.

C - E
  1.  

Indien verlichting geïnstalleerd is vanwege veiligheidsvereisten en deze tegenstrijdig zijn met de criteria-eisen, dan hoeft deze verlichting niet te worden meegenomen in de beoordeling. Er moet bewijs worden aangeleverd betreft de veiligheidsvereisten en de toepasbaarheid daarvan op de asset.

C - E

Tabel POL06.1: Lichthinderbeperkingen voor buitenverlichtingsinstallaties en verlichte borden.

Zone (zie Table 37)

Maximum luminaire upward light ratio (ULR) / %

Maximale verlichtingssterkte (Ev) in lux op relevant geveldeel c.q. vensteropening

Maximale lichtsterkte armatuur luminaire (I) in cd

Maximale gemiddelde oppervlakte luminantie gevel (L)* / cd/m2

Maximale gemiddelde oppervlakte luminantie voor borden (L)* / cd/m2

Dag en avond

07:00-23:00

Nacht

23:00-07:00

Dag en avond

07:00-23:00

Nacht

23:00-07:00

E0

0

0

0

0

0

<0.1

<0.1

E1

0

2

0#

2,500

0

<0.1

50

E2

2.5

5

1

7,500

500

5

400

E3

5.0

10

2

10,000

1,000

10

800

E4

15

25

5

20,000

2,500

25

1000

* De waarden zijn van toepassing op zowel de dag als de nacht, met uitzondering van de zones E0 en E1, waar ‘s nachts de grenzen 0 zijn. De waarden voor borden zijn van niet van toepassing op verkeersborden.

# Maximaal 1 lux voor openbare wegverlichting.

Tabel 37:  Zones verlichtingsgebieden

Zone

Type gebieden

Omgeving

Voorbeelden

E0

Intrinsiek duister

Beschermd

UNESCO sterrenlicht reservaten, IDA duisternisgebieden

E1

Zeer lage omgevingshelderheid

Natuurlijk

Algemene natuurgebieden en landelijke gebieden ver van woonkernen

E2

Lage omgevingshelderheid

Landelijk

Buiten stedelijke en landelijke (woon)gebieden

E3

Gemiddelde omgevingshelderheid

Stedelijke woongebieden

Stedelijke woongebieden

E4

Hoge omgevingshelderheid

Stedelijke woongebieden met nachtelijke activiteiten

Stedelijke woongebieden zoals uitgaanscentra en industriegebieden

Audit door verlichtingsexpert

De directe meting van de opwaartse lichtverhouding (ULR), verticale verlichtingssterke en lichtsterke is in sommige situaties niet mogelijk vanwege beperkte toegang tot armaturen of aangrenzende percelen. Is dit het geval, dan moet de verlichtingsexpert zijn/haar professionele oordeel gebruiken om vast te stellen of aan de vereisten in Tabel 36 wordt voldaan. Dit kan bijvoorbeeld door visuele inspectie om het aandeel van ULR in te schatten. Is toegang tot gevoelige receptoren niet mogelijk? Dan kan een Assessor lichtintensiteitsmetingen (laten) uitvoeren vanaf toegankelijke locaties in de richting van het zicht van armaturen, gezien vanaf gevoelige receptoren. Wanneer documentatie over het verlichtingsontwerp beschikbaar is (vanaf het moment dat de verlichting is geïnstalleerd), kan een beheerder dit gebruiken om aan te tonen dat er aan de criteria wordt voldaan.

Criteria

Vereisten bewijsvoering

-

De hieronder genoemde bewijsvoering is niet uitputtend. Zie daarom ook paragraaf 4.2 ‘Type bewijsmateriaal’ voor typen bewijsmateriaal die toegepast kunnen worden om aan te tonen dat aan de credit eisen wordt voldaan.

Alle

Rapport over verlichtingsniveaus 's nachts of andere relevante onderzoeken.

Alle

Fotografisch bewijsmateriaal dat bevestigd dat de armaturen voor buitenverlichting ontworpen zijn om naar boven gericht licht en verspilling van licht te beperken.

Alle

Bevestiging dat de verlichting wordt uitgeschakeld binnen de vereiste tijdstippen.

Verlichtingsexpert

Een verlichtingsexpert heeft aantoonbare ervaring op het gebied van het beperken van lichtvervuiling in de laatste drie jaar of is lid van IALD of ELE of gelijkwaardig.

Home