BREEAM-NL In-Use Woningen V6.0.0

LUE 01 Oppervlak met groenvoorzieningen

Het meten en stimuleren van externe groenvoorzieningen binnen de voetafdruk van de asset, waardoor de ecologische waarde van het perceel en het welzijn van de gebruikers door toegang tot natuur wordt versterkt.

Deel Asset
Maximaal punten 4
Exemplary Performance -
Functie Wonen
Toepasbaar op Alle projecten
Verplicht vanaf -
Wat is het gemeenschappelijk oppervlak van de voetafdruk van de asset en welk percentage is uitgevoerd als externe groenvoorziening?
Punten Antwoordopties Antwoord

Selecteer één antwoordoptie.
0 A. Vraag niet beantwoord.
0 B. Oppervlak gemeenschappelijke buitenruimte < 5%.
1 C. Oppervlak gemeenschappelijke buitenruimte ≥ 5% tot ≥ 40%.
2 D. Oppervlak gemeenschappelijke buitenruimte > 40%.
Wat is het private oppervlak van de voetafdruk van de asset en welk percentage is uitgevoerd als externe groenvoorziening?
Punten Antwoordopties Antwoord

Selecteer één antwoordoptie.
0 Vraag niet beantwoord.
0 E. Oppervlak private buitenruimte < 5%.
1 F. Oppervlak private buitenruimte ≥ 5% tot ≥ 40%.
2 G. Oppervlak private buitenruimte > 40%.

#

Criteria

Toepasbaar op antwoordoptie
  1.  

Filter

Is er geen gemeenschappelijke of private buitenruimte aanwezig, dan kan het betreffende puntenaantal uit het assessment worden gefilterd.

Alle
  1.  

De groenvoorziening kan een combinatie zijn van horizontale en verticale beplanting.

Alle
  1.  

Verticale habitats of groene wanden zijn:

  1. Vrijstaand of onderdeel van het gebouw, zolang ze zich bevinden binnen de voetafdruk van de asset.
  2. Gedeeltelijk of volledig bedekt met vegetatie en in sommige gevallen grond of een anorganische voedingsbodem.
  3. Groene wanden kunnen alleen worden meegenomen als er aan de definitie (zie onderstaand) wordt voldaan en het groen in de gevel ingepland is (plug planted) . Groene wanden bedekt met klimop, waarbij de wand simpelweg functioneert als ondersteuning voor de planten, kan niet worden meegenomen.

Alle

Situatie met een gebouw met buitenoppervlak:

De grens van de voetafdruk van de asset moet worden afgebakend tot:

- Waar de verantwoordelijkheid van het eigendom of het beheer van het perceel verandert.

OF

- Als er meerdere gebouwen op één perceel staan en er een duidelijke demarcatie is tussen de ruimte rondom de gebouwen, dan moet dit als grens van de voetafdruk van de asset worden aanhouden.

Het oppervlak betreft het oppervlak zoals geprojecteerd op de aarde, niet bijvoorbeeld het BVO.

Berekenen van het percentage groenvoorziening binnen de voetafdruk van de asset:

 

(Totaal oppervlak groenvoorziening (m2) /Voetafdruk asset (m2)) ×100

Berekenen van het percentage groenvoorziening bij aanwezigheid van verticale beplanting:

 

Totaal oppervlak groenvoorziening (m2 )+Totaal oppervlak verticale beplanting (m2) ×100 / Voetafdruk asset (m2)

NB: Bij de berekening moet het oppervlak van de verticale beplanting bij het oppervlak van de horizontale beplanting worden opgeteld. Het percentage kan daarmee boven de 100% uitkomen.

Criteria

Vereisten bewijsvoering

-

De hieronder genoemde bewijsvoering is niet uitputtend. Ga naar paragraaf 4.4 'Robuustheid van bewijsmateriaal' voor typen bewijsmateriaal die kunnen worden toegepast om aan te tonen dat aan de credit eisen wordt voldaan.

2, 3

Fotografisch bewijs van de geplaatste ecologische voorzieningen.

2, 3

Bewijsvoering van de berekening.

Groen dak:

Een groen dak is een dak dat gedeeltelijk of volledig bedekt is met vegetatie en grond of een andere voedingsbodem, gesitueerd boven een waterdicht membraam. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een extensief en intensief vegetatiedak:

a.  Een intensief vegetatiedak: Een daktuin met een opbouwhoogte van meer dan 15 cm dikte. Hierdoor is een hoge diversiteit aan plantsoorten mogelijk. De begroeiing kenmerkt zich door de aanwezigheid van struiken en bomen eventueel in combinatie met sedum-, mos-, gras- en kruidendaken. Deze begroeiing maakt intensief onderhoud noodzakelijk en is, afhankelijk van de gebruikte beplanting, ook een vorm van irrigatie. Bovendien stelt een intensief vegetatiedak zwaardere eisen aan de draagconstructie.

b. Extensief vegetatiedak: Een verzamelnaam voor sedum-, mos-, gras- en kruidendaken. De dikte van de groendak-opbouw bedraagt maximaal 15 cm en de hoogte van de begroeiing is vaak lager dan 50 cm. Deze begroeiing vraagt meestal een minimum aan onderhoud, hoeft niet te worden geïrrigeerd en stelt minder zware eisen aan de draagconstructie.

Verticale beplanting/groene gevel:

Een verticale beplanting of groene gevel bestaat normaliter uit een voedingsbodem (aarde, water of een anorganische onderlaag), met indien nodig een geïntegreerd watertoevoer systeem, afhankelijk van het klimaat en de lokale weersomstandigheden. De vegetatie moet in de gevel ingepland zijn (plug planted) (of in een voedingsbodem staan), maar kan vanuit deze positie met een constructie omhoog worden geleid. Hieronder valt niet beplanting die op maaiveldniveau in de volle grond wordt gepland en dan omhoog wordt geleid langs een raster. Verticale beplanting of groene gevels staan ook wel bekend als groene façaden of verticale tuinen.

Private buitenruimte

Een ruimte die alleen toegankelijk is voor de bewoners van een individuele woning en direct toegankelijk is vanuit de woning.

Gemeenschappelijke buitenruimte

Een ruimte die toegankelijk is voor de bewoners van meerdere woningen en duidelijk samenhangt met de ontwikkeling.

Home