BREEAM-NL In-Use Woningen V6.0.0

2.1 Minimale vereisten

Alle asset typen die je kunt beoordelen tegen BREEAM-NL in-Use, moeten ook aan de volgende minimale vereisten voldoen:
1) Het asset is een volledig en voltooid gebouw of gebouwdeel.

2) Het asset moet in gebruik zijn en een minimale bezettingsgraad behouden.

  • a) Het asset is minimaal een jaar geleden in het geheel opgeleverd conform definitie UAV 2012, na nieuwbouw of grootschalige renovatie. Is het asset gecertificeerd volgens het passende BREEAM-NL schema voor nieuwbouw of grootschalige renovatie. Dan kan direct na oplevering een certificering worden uitgevoerd tegen Deel 1 Asset.
    EN
  • b) Het asset moet een gemiddelde bezettingsgraad van ten minste 80% hebben gedurende het jaar voorafgaand aan certificatie. Deze bezettingsgraad moet ook behaald zijn voor het jaar waarvoor de verbruiksgegevens worden verstrekt.
    EN
  • c) Het object moet bedoeld zijn als hoofdverblijf voor de bewoners.

3) Het asset hoeft niet een volledig gebouw te betreffen. Er kan ook een gebouwdeel of een losse verdieping worden beoordeeld. In dat geval moet de beoordeling met BREEAM-NL In-Use ook de relevante faciliteiten en technische ruimten bevatten. De demarcatie van het te beoordelen gebouwdeel moet helder zijn omschreven en tevens blijken uit de titel van het project. De demarcatie moet voor alle twee de onderdelen (Asset en Beheer) gelijk zijn. Gebouwen die een mix zijn van woningen en niet-woningen, moeten afzonderlijke beoordelingen uitvoeren volgens het juiste schema voor deze functies.

4) De beoordelen assets kunnen variëren in grootte, van een enkele woning tot een groot appartementenblok.

  • a)  Elke beoordeling mag maximaal 500 woningen of appartementen bevatten.
  • b)  De beoordeling van appartementsgebouwen moet ook de gemeenschappelijke ruimtes binnen het gebouw bevatten.
  • c)  Bij appartementen kan gekozen worden voor een certificaat voor het gehele gebouw of een afzonderlijk certificaat voor elk appartement binnen het gebouw.
  • d)  Elk blok woningen krijgt een certificaat, of er kan voor worden gekozen om elke aparte  grondgebonden woning een apart certificaat te verstrekken.
  • e)  Projecten met meer dan 500 eenheden moeten contact opnemen met DGBC, maar worden doorgaans beter beoordeeld als meerdere kleinere assessments.

5) Een asset kan normaal gesproken niet meer dan één appartementengebouw omvatten. De enige uitzondering is wanneer meerdere gebouwen aan de volgende criteria voldoen:

  • a)  Alle gebouwen bevinden zich op dezelfde locatie. De grens van de locatie is waar de verantwoordelijkheid voor het beheer of eigendom van het perceel verandert.
  • b)  Alle gebouwen leveren vergelijkbare prestaties en hebben een vergelijkbaar ontwerp en bouwjaar.
  • c)  Het beheer, het onderhoudsbeleid, de procedures en de aanpak van gebouwen is gelijk voor alle gebouwen die deel uitmaken van het asset. 
  • d) Er moet bewijsmateriaal worden verzameld van elk gebouw dat is opgenomen in de beoordeling. Waar de prestaties tegen de BREEAM-vereisten variëren, wordt de uiteindelijke score bepaald door het appartement met het laagste prestatieniveau.

6) Een asset kan normaal gesproken niet meer dan één blok woningen (binnen dezelfde schil) omvatten. Toch kunnen meerdere blokken woningen 1 certificaat ontvangen als aan de volgende criteria is voldaan:

  • a)  Alle gebouwen leveren vergelijkbare prestaties en hebben een vergelijkbaar ontwerp en bouwjaar.
  • b)  Alle gebouwen moeten zich op dezelfde locatie bevinden, de voordeuren zijn maximaal 125 meter bij elkaar vandaan.
  • c)  Het beheer, het onderhoudsbeleid, de procedures en de aanpak van gebouwen is gelijk voor alle gebouwen die deel uitmaken van het asset.
  • d)  Maximaal 500 woningen.
  • e)  Er moet bewijsmateriaal worden verzameld van elk gebouw dat is opgenomen in de beoordeling. Waar de prestaties tegen de BREEAM-vereisten variëren, wordt de uiteindelijke score bepaald door het appartement met het laagste prestatieniveau.

7)  Het asset moet voldoen aan alle relevante wet- en regelgeving.