Handleiding Energierekenmodel
Introductie
Deze sectie geeft een toelichting op de werking van het Energierekenmodel, zodat duidelijk is hoe je besparingen in het energiegebruik doorberekent in de definitieve score.
Overzicht
Om de score van het Energierekenmodel te berekenen wordt de CO2-emissie van het werkelijke energiegebruik vergeleken met de CO2-emissie van een vergelijkbaar referentiegebouw. De berekeningsmethodiek bestaat uit drie hoofddelen:
- Het bepalen van de referentie.
- Het bepalen van de daadwerkelijke CO2 emissie.
- Het vergelijken van de referentie?met de daadwerkelijke CO2 emissie.
Bepalen referentie benchmark
De referentie benchmark wordt vastgesteld aan de hand van de functie van het te beoordelen asset. Voor assets met meer dan één functie (zoals een appartementencomplex met winkelfunctie op de begane grond), kan het vloeroppervlak in maximaal vijf verschillende functies worden onderverdeeld. Deze referentie benchmark wordt bepaald door het gewogen gemiddelde naar rato van het bruto vloeroppervlak. Doordat de referentie benchmarks gebaseerd zijn op assets die bestaan uit een combinatie van zowel mechanisch als natuurlijk geventileerde ruimtes, waardeert de methodiek het lager energiegebruik van assets met natuurlijke ventilatie.
Bepalen daadwerkelijk energiegebruik
Het gemeten energiegebruik wordt gebruikt als uitgangspunt om het daadwerkelijke energiegebruik van het gebouw te bepalen. Het ingevoerde energiegebruik kan op een aantal punten worden gecorrigeerd:
- Een correctie kan worden gemaakt om rekening te houden met gebruiksgegevens die niet zijn gebaseerd op een periode van 365 dagen.
- Een correctie kan worden gemaakt om rekening te houden met het oppervlak dat leeg heeft gestaan, zie de toelichting onder 'leegstand'.
Gebruikers kunnen het gemeten energiegebruik van de volgende brandstoffen invoeren: geleverde elektriciteit, aardgas, LPG, gasolie, fossiele brandstoffen, biodiesel, biogas, hout, collectieve warmte- en koudelevering.
Als al het energiegebruik is ingevuld in het rekenmodel, berekent het programma de bijbehorende CO2-emissie voor het gebouw per type brandstof door de gebruiksgegevens te vermenigvuldigen met de relevante emissiefactoren. Als uitzondering is het bij stadsverwarming en koeling mogelijk om de specifieke emissiefactor in te vullen.
Leegstand
Om te zorgen dat de referentie in het geval van leegstand representatief blijft, is het mogelijk om in het rekenmodel het leegstaand oppervlak in te voeren. Dit kan door in de lijst met gebouwtypes te kiezen voor 'leegstaand'. Leegstand moet worden ingevoerd als er gedurende een periode van meer dan 6 maanden sprake is van leegstand.
Bepalen definitieve score
Uiteindelijk wordt de score van het Energierekenmodel berekend door de werkelijke CO2-emissie te vergelijken met de CO2-emissie van de referentie. Er is een glijdende schaal gebruikt, waarbij het maximumaantal punten wordt toegekend voor een gebouw zonder CO2-emissie en nul punten waar de werkelijke emissie meer dan twee keer zo groot is ten opzichte van de referentie. Aanvullend zijn er vijf Exemplary performances beschikbaar voor assets die CO2-positief zijn. ENE00.1 geeft de schaal van de daadwerkelijke energieprestatie en het aantal toe te kennen punten weer.
Tabel ENE00.1: Schaal van de daadwerkelijke energieprestatie en het aantal toe te kennen punten
Punten |
Daadwerkelijk CO2/m2/ Benchmark CO2/m2 |
---|---|
≤ 0 |
>4 |
1 |
<4 tot 3.81 |
2 |
<3.81 tot 3.63 |
3 |
<3.63 tot 3.45 |
4 |
<3.45 tot 3.27 |
5 |
<3.27 tot 3.11 |
6 |
<3.11 tot 2.95 |
7 |
<2.95 tot 2.79 |
8 |
<2.79 tot 2.64 |
9 |
<2.64 tot 2.5 |
10 |
<2.5 tot 2.36 |
11 |
<2.36 tot 2.22 |
12 |
<2.22 tot 2.09 |
13 |
<2.09 tot 1.97 |
14 |
<1.97 tot 1.85 |
15 |
<1.85 tot 1.74 |
16 |
<1.74 tot 1.63 |
17 |
<1.63 tot 1.52 |
18 |
<1.52 tot 1.42 |
19 |
<1.42 tot 1.33 |
20 |
<1.33 tot 1.24 |
21 |
<1.24 tot 1.15 |
22 |
<1.15 tot 1.06 |
23 |
<1.06 tot 0.99 |
24 |
<0.99 tot 0.91 |
25 |
<0.91 tot 0.84 |
26 |
<0.84 tot 0.77 |
27 |
<0.77 tot 0.71 |
28 |
<0.71 tot 0.65 |
29 |
<0.65 tot 0.59 |
30 |
<0.59 tot 0.53 |
31 |
<0.53 tot 0.48 |
32 |
<0.48 tot 0.44 |
33 |
<0.44 tot 0.39 |
34 |
<0.39 tot 0.35 |
35 |
<0.35 tot 0.31 |
36 |
<0.31 tot 0.28 |
37 |
<0.28 tot 0.24 |
38 |
<0.24 tot 0.21 |
39 |
<0.21 tot 0.18 |
40 |
<0.18 tot 0.16 |
41 |
<0.16 tot 0.13 |
42 |
<0.13 tot 0.11 |
43 |
<0.11 tot 0.09 |
44 |
<0.09 tot 0.07 |
45 |
<0.07 tot 0.06 |
46 |
<0.06 tot 0.04 |
47 |
<0.04 tot 0.03 |
48 |
<0.03 tot 0.02 |
49 |
<0.02 tot 0.01 |
50 |
<0.01 tot 0 |
50+1 exemplary |
<0 tot -0.2 |
50+2 exemplary |
<-0.2 tot -0.04 |
50+3 exemplary |
<-0.04 tot -0.6 |
50+4 exemplary |
<-0.6 tot -0.8 |
50+5 exemplary |
<-0.8 tot -1 |