Zijn de geluidsniveaumetingen niet conform de NEN 5077:2019 uitgevoerd, dan kan een gekwalificeerd akoestisch adviseur de onderstaande procedure volgen bij het meten of berekenen van het geluidniveau. Als blijkt dat er moet worden afgeweken van de procedure, moet de akoestisch adviseur dit verantwoorden én aantonen dat de alternatieve procedures toereikend zijn om te bewijzen dat de asset aan de eisen voldoet.
Interne geluidsniveaus - Woonruimtes (slaapkamer, woonkamer, keuken, studeerkamer, etc.)
Voor het meten van het interne geluidsniveau moet de volgende procedure worden gebruikt:
- De metingen voor het interne geluidsniveau moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerd akoestisch adviseur. Als iemand anders de metingen uitvert, dan moet de akoestisch adviseur de metingen verifiëren.
- Minstens 1 op de 10 woningen moet op locatie worden onderworpen aan een akoestische test.
- Woningen die volgens de akoestisch adviseur het meest worden blootgesteld aan bronnen van omgevingslawaai moeten worden getest. De akoestisch adviseur moet de selectiecriteria beschrijven in een (meet)rapport. Is niet duidelijk welke huizen aan het meeste omgevingsgeluid worden blootgesteld? Dan moet het aantal geteste huizen omhoog, om zeker te stellen dat het slechtste scenario wordt getest.
- In elke woning waar wordt getest moet men minimaal metingen (laten) verrichten in één slaapkamer en één andere woonruimte (woonkamer, keuken, studeerkamer, etc.). Selectiecriteria voor de te meten kamers: kamers waar naar verwachting de hoogste geluidniveaus worden behaald.
- Ramen moeten gesloten zijn voor de meting. Met uitzondering van druppelroosters voor de ventilatie, deze moeten open zijn tijdens de metingen.
- Binnen- en buiten deuren moeten gesloten zijn tijdens de metingen.
- Geluid van gebouwinstallaties moeten worden meegenomen in metingen als deze nodig zijn voor de achtergrondventilatie en verwarmingsdoeleinden (d.w.z. warmtepompen, boilers, actieve ventilatiesystemen, etc.).
- Afzuigventilatoren in badkamers en toiletten moeten draaien bij de metingen in slaapkamers. De deur tussen de kamer met de afzuigventilatoren en de slaapkamer moet gesloten zijn.
- Geluid van gebouwgebruikers en witgoed maken geen deel uit van de meting.
- Zijn kamers niet voorzien van meubilair of vloerkleed, dan moeten de meetresultaten worden gecorrigeerd volgens NEN 5077:2019.
- Kun je korte meetperiodes gebruiken, dan hoef je de de metingen niet over de gehele dag (07:00 - 23:00) uit te voeren. In dit geval moetenen metingen worden uitgevoerd wanneer externe geluidsniveaus representatief zijn voor normale omstandigheden.
- Meetperioden van minder dan 30 minuten kunnen representatieve waardes opleveren en kunnen in dat geval worden gebruikt. Meetperioden korten dan 5 minuten mag echter niet worden gebruikt. De werkelijke meetduur wordt bepaald door de akoestisch adviseur en moet worden opgenomen in het meetrapport.
- Metingen moet je verrichten op minimaal drie plekken in de kamer, op een hoogte van 1.2 meter en minimaal op 1 meter afstand van wanden.
- Naleving van de criteria-eisen voor geluidsniveaus overdag gebeurt door metingen op locatie.
- Voor slaapkamers kan worden aangenomen dat er aan de eisen voor geluidsniveaus in de avond wordt voldaan, mits deze voldoen aan de eisen voor overdag. E en akoestisch adviseur moet daarbij bevestigen dat geluid van de installaties in de betreffende kamer niet boven de limiet komt. Het kan handig zijn om installaties te kwantificeren met een korte meting overdag.
Geluidsniveaus - open kamers met een keuken
Om aan te tonen dat keukens die deel uitmaken van een open ruimte voldoen aan de gestelde geluidsniveaus, zijn twee testvoorwaarden vereist. De richtlijnen in punten 1 - 3, 5 - 7 en 9 - 15 moeten worden gevolgd. Ter aanvulling daarop moet je:
- Het lower target (te vinden in HEA17.2) behalen als het continue afzuigsysteem op de minimumsnelheid* werkt. Daarbij moeten intermitterende (werkend met onderbrekingen) afzuigsystemen uit staan.
- Het upper target (te vinden in HEA17.2) behalen als het continue extractieventilatiesysteem met de bootsnelheid* werkt of de minimumsnelheid* voor intermitterende extractieventilatie. De ruis die is geassocieerd met het upper target kan worden ge meten over een kortere tijdsperiode in vergelijking met de periode voor het lower target.
- Om de doelen voor het geluidsniveau in de avond (te vinden in HEA17.2) te behalen, moet het ventilatiesysteem voor continue afzuigsystemen op de minimumsnelheid* werken en intermitterende afzuigsystemen moeten uit staan.
*voor ventilatiesnelheden zie nationale richtlijnen voor de 'best practice' op het gebied van ventilatie.
Opmerking: Bij het bepalen van het externe geluidsniveau dat verband houdt met de woning, is voor een inidividuele ruimte een tolerantie van +3dB toegestaan. Zo wordt rekening gehouden met metingen van onzekerheid en variabiliteit in geluidsniveaus. Maar let op: de doelstelling in tabel HEA17.2 moeten worden behaald door het gemiddelde van de kamers binnen elke groep te nemen.
Externe geluidsniveaus
Voor het meten van het externe geluidsniveau?moet de volgende procedure worden gebruikt:
- De metingen voor het externe geluidsniveau moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerd akoestisch adviseur. Indien de metingen door iemand anders worden uitgevoerd moet de akoestisch adviseur de metingen verifiëren.
- Er worden voldoende metingen uitgevoerd om een representatief gemiddelde van het geluidsniveau in de buitenruimtes te bepalen. Het aantal meetpunten bepaalt een akoestisch adviseur en deze houdt daarbij rekening met de algemene gebruikte ruimtes.
- Het is niet nodig om het geluidsniveau van elke externe ruimte te meten: in dit geval is een representatieve steekproef, zoals gedefinieerd bij de akoestisch adviseurs, voldoende.
- Omgevingsgeluid (bijv. verkeerslawaai) moet worden meegenomen in de meting, evenals alle mechanische of elektrische installaties die verband houden met de woning of aangrenzende eigendommen (zoals externe units van een warmtepomp. Elke installatie moet normaal functioneren.
- Als er korte meetperiodes kunnen worden gebruikt, hoeven de metingen niet over de gehele dag (07:00 - 23:00) uit te worden gevoerd. Voer in dit geval metingen uit wanneer externe geluidsniveaus representaties zijn voor normale omstandigheden.
- Meetperioden van minder dan 30 minuten kunnen representatieve waardes opleveren en kun je in dat geval gebruiken. Meetperioden korten dan 5 minuten mogen niet worden gebruikt. De werkelijke meetduur wordt bepaald door de akoestisch adviseur en moet worden opgenomen in het meetrapport.
- Is er data beschikbaar over het externe geluidniveau, dan is een berekening door de akoestisch adviseur voldoende om aan te tonen dat er wordt voldaan aan de eisen. De beschikbare data kan bijvoorbeeld een bestaand geluidsonderzoek zijn, lokale geluidsmodellering of lokale geluidskaarten.
- Vinden er in de omgeving van de ruimte luidruchtige activiteiten plaats die naar verwachting tijdens bewoning niet aanwezig zijn (bijv. bouwwerkzaamheden), dan moeten de metingen worden uitgevoerd in afwezigheid van de geluidsbron. Dit kan betekenen dat de activiteit tijdelijk moet worden onderbroken voor het testen, óf dat het testen wordt uitgevoerd als de activiteiten niet plaatsvinden.
Opmerking: Bij het bepalen van het externe geluidsniveau dat verband houdt met de woning, is voor een inidividuele ruimte een tolerantie toegestaan. Zo wordt rekening gehouden met metingen van onzekerheid en variabiliteit in geluidsniveaus. Maar let op: de doelstelling in tabel HEA17.2 moeten worden behaald door het gemiddelde van de kamers binnen elke groep te nemen.
Geluidsisolatie
Metingen van lucht- en contactgeluidsisolaties moeten worden uitgevoerd conform de relevante ISO 16283 én uitgevoerd door een gekwalificeerd akoestisch adviseur. Er is minimaal één set testen voor elke tien huizen in een groep vereist (woningen, appartementen of bungalows worden gedefinieerd als de groepen) én elke voor sub-groep is dit verplicht (meestal zijn dit verschillende bouwtype groepen). Bij minder dan tien woningen wordt één set testen uitgevoerd. Gewoonlijk moet één eenheid worden geselecteerd om het aantal vereiste testen als volgt te bepalen:
Tabel HEA17.1: Aantal testen dat een reeks van testen vormt
Groep type
|
Airborne tests- scheidingswanden
|
Airborne tests - separating floors
|
Impact tests - separating floors
|
Totaal
|
Woningen of bungalows
|
2
|
0
|
0
|
2
|
Appartementen
|
2
|
2
|
2
|
6
|
Het daadwerkelijke aantal mogelijke testen kan worden beperkt door de lay-out. Waar dit het geval is moet de akoestisch adviseur in het meetrapport of in correspondentie verantwoorden waarom het volledige aantal testen niet haalbaar was.
Bij een vrijstaande woning zijn geen metingen nodig en kunnen de punten voor geluidsisolatie standaard worden toegekend.
Voorgaande meetresultaten van geluidniveaus en geluidsisolatie
Zijn er op locatie prestatietesten uitgevoerd tijdens de bouw of renovatie van de woning, dan kan deze data gebruikt worden om aan te tonen dat aan de eisen wordt voldaan.Daarbij geldt wel dat er geen wijzigingen zijn aangebracht aan het weefsel of de gebouwdiensten sinds de oorspronkelijke testen. Daarnaast moet ook de akoestisch adviseur bevestigen dat de testen en resultaten in overeenstemming zijn met de eisen.
Als er wijzigingen aan het weefsel of aan de gebouwdiensten zijn aangebracht sinds de woning in gebruik is genomen of sinds de meest actuele testen, moet de testdata worden aangevuld rekening houdend met de wijzigingen die zijn aangebracht. De aanvullende testen moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de bovenstaande eisen of richtlijnen én de testen moeten rekening houden met de specifieke wijzingen (bijv. het testen van scheidingswanden of het meten van het interne geluidsniveau als er gewerkt is aan ventilatiesystemen of het externe weefsel).