Lift: een transportsysteem dat met een kooi langs vaste, meer dan 15 graden hellende leiders beweegt (ten opzichte van het horizontale vlak), dat bestemd is voor vervoer van
- Personen;
- Personen en goederen;
- Uitsluitend goederen als de kooi betreedbaar is. Dat wil zeggen dat een persoon er zonder moeite in kan, en het systeem is uitgerust met bedieningsorganen. Die moeten zich in de kooi of binnen het bereik van de persoon bevinden, die in de lift zit.
Liften die een volstrekt vaste baan in de ruimte volgen, met een hefsnelheid groter dan 0,15 m/s (al bewegen zij niet langs vaste leiders) vallen onder de toepassing van deze richtlijn (bijvoorbeeld door een schaarconstructie geleide liften).
Deze credit is niet van toepassing op:
- Kabelinstallaties, met inbegrip van kabelsporen, voor openbaar of niet-openbaar personenvervoer.
- Liften die speciaal zijn ontworpen en gebouwd voor militaire doeleinden of het handhaven van de orde.
- Mijnliften
- Toneelhefwerktuigen
- Liften die in vervoermiddelen zijn ingebouwd.
- Liften die met een machine zijn verbonden en uitsluitend bestemd zijn om de toegang tot de werkplek mogelijk te maken.
- Tandradbanen
- Bouwliften
- Rolstoelliften
- Trapliften
Roltrap: een diagonaal transportsysteem, bestaande uit een trap met omhoog- of omlaag schuivende treden.
Rolpad: transportsystemen met horizontaal bewegend oppervlak waar personen op kunnen staan of lopen.