BREEAM-NL In-Use 2016 v1.0

1. Er is beleid aanwezig om het asset te beschermen tegen risico’s van relevante natuurrampen.
2. De relevante natuurrampen zijn geïdentificeerd en het beleid is geschreven door een bekwaam persoon of relevante organisatie.
3. De relevantie van natuurrampen hangen af van de geografie, geologie, hydrologie en klimaatfactoren. In Nederland kunnen onder andere de volgende natuurrampen voorkomen:
   1. Overstromingen (onderdeel van credit POL2)
   2. Aardbevingen
   3. Natuurbranden

• Beleid kan opgenomen zijn in bijvoorbeeld een rampenbeheersingsplan, noodplan of een calamiteitenplan.
• Door de overheid wordt via http://nederland.risicokaart.nl/ informatie beschikbaar gesteld, waarmee op een eenvoudige manier risico’s worden getraceerd. Is op basis hiervan met zekerheid te stellen  dat het asset in een gebied ligt met geen of een verwaarloosbaar risico op de onder criterium 3 genoemde natuurrampen, dan hoeft er geen persoon met voldoende kennis en ervaring betrokken te worden. Geen of een verwaarloosbaar risico, vastgesteld volgens de risicokaart betreft:
  • Overstromingen: een gebied met een ‘kleine kans’ op overstroming.
  • Aardbevingen: een gebied dat niet in de Mercalli zone ligt.
  • Natuurbranden: een gebied dat niet binnen de gebieden met een risico op natuurbranden valt.

• Als het asset zich bevind in een gebied met geen of een verwaarloosbaar risico op natuurrampen, hoeft er geen beleid aanwezig te zijn en kan het maximum aantal punten worden toegekend.

1. Documentatie waaruit het beleid voor de beheersing van natuurrampen blijkt, zoals een rampenbeheersingsplan, noodplan of calamiteitenplan.
2. Onderbouwing van de bekwaamheid van de persoon die het rampenbeheersingsplan of het overeenkomstige deel van het nood- of calamiteitenplan heeft geschreven.
3. Documentatie op basis van nederland.risicokaart.nl (als het asset zich op een locatie bevindt waar geen risico op het optreden van een natuurramp bestaat).

Op http://nederland.risicokaart.nl/ zijn onder natuurrampen de locaties te zien waar natuurbranden en aardbevingen plaats kunnen vinden. Overstromingen zijn onderverdeeld in drie frequenties:

• Grote kans (gemiddeld 1 keer in 10 jaar)
• Middelgrote kans (gemiddeld 1 keer in 100 jaar)
• Kleine kans (gemiddeld 1 keer in 1000 jaar)

Bevindt het asset zich  in een gebied met een kleine kans, dan kan dit worden beschouwd als een locatie met geen of een verwaarloosbaar risico op overstromingen. Afhankelijk van de ligging ten opzichte van natuurbranden en aardbevingen kunnen al dan niet 2 punten worden toegekend.

Bekwaam persoon: een individu of meerdere individuen met relevante technische en professionele ervaring die in staat is/zijn om:

1. Het risico op natuurrampen in de regio van het asset te bepalen
2. De te verwachten gevolgen te bepalen van de natuurrampen op het asset en de omgeving
3. Geschikte  mitigerende maatregelen vast te stellen.