Elke van de drie delen van BREEAM-NL In-Use is in basis gericht op een specifiek klanttype. In Tabel 4 ziet u de klanttypes per deel, en hoe u op Asset, Beheer en Gebruik kunt beoordelen bij multi-tenant gebouwen.
Tabel 4: Klanttype waarop elk BREEAM-NL In-Use deel is gericht
Deel | Klanttype | Multi-tenant assessment |
---|---|---|
Deel 1 Asset | Gebouweigenaar | De score kan gebaseerd zijn op: 1. Gemeenschappelijke ruimten* waar een facilitymanager/ gebouwbeheerder verantwoordelijk voor is; 2. Gemeenschappelijke ruimten EN (een deel van de) verhuurde ruimten binnen de asset die worden beheerd door de facilitymanager/gebouwbeheerder van het asset; 3. Verhuurde ruimte(n), mits aan de minimum vereisten (paragraaf 2.2) wordt voldaan. De assessor moet de vereiste gegevens van elk type ruimte vergelijken. De uiteindelijke score zal worden bepaald door de ruimte met de laagste score. |
Deel 2 Beheer | Facility manager en/of gebouwbeheerder | |
Deel 3 Gebruik | Gebruiker | Multi-tenant gebouwen kunnen worden beoordeeld als één gecombineerd asset bij Deel 3. Omdat de aspecten gerelateerd aan de gebruiker zeer waarschijnlijk zullen verschillen per huurder, zal de huurder met de laagste score de uiteindelijke score bepalen. |
* Gemeenschappelijke ruimten zijn faciliteiten en/of passages die niet in eigendom zijn of onder controle vallen van een van de individuele huurders, maar gebruikt worden door allen. Deze gemeenschappelijke ruimten worden normaal gesproken beheerd en onderhouden door de eigenaar van het gebouw. Voorbeelden van gemeenschappelijke ruimten zijn een atrium, trappenhuizen, de hoofdentree, foyer/receptie en externe landschappelijke gebieden.
Wordt het volledige multi-tenant gebouw beoordeeld, dan gelden de vragen voor minimaal 80% van de gebruikers (huurders), gemeten naar bruto vloer oppervlak (bvo). Op voorhand dient deze demarcatie te worden bepaald. De gebruikers binnen de demarcatie doen volledig mee in het assessment. Het is niet mogelijk om een gebruiker bijvoorbeeld wel voor de verlichting mee te laten doen, en niet voor de afvalinzameling.