De assessor voert tijdens het locatiebezoek (E2) een visuele inspectie uit. Ook bij het locatiebezoek is het uitgangspunt dat de expert de visuele inspectie voorbereid en het voor inspectie benodigde (foto) materiaal of de benodigde verklaringen aanlevert. De assessor kan tijdens en na de rondgang om aanvullend bewijsmateriaal vragen, dan wel zelf aanvullende foto’s maken tijdens de rondgang. Als er gebruik wordt gemaakt van fotografisch bewijsmateriaal moet er een toelichting zijn voor de context. De assessor kan ervoor kiezen om in sommige gevallen niet alle onderdelen waarop de credit van toepassing is te controleren, maar een representatieve steekproef uit te voeren. In dat geval is het van belang dat de assessor zelf de selectie voor de steekproef maakt, niet de expert.