BREEAM-NL In-Use 2016 v1.0

1.4 BREEAM-NL In-Use

BREEAM-NL In-Use is een prestatiegerichte beoordelingsmethode en een certificeringssysteem voor bestaande gebouwen, met uitzondering van woningen en woongebouwen. Het BREEAM-NL In-Use schema beschouwt duurzaamheid in brede zin (holistische benadering). Dit betekent dat gebouwen met BREEAM-NL In-Use worden beoordeeld op een breed scala aan onderwerpen, zoals management, gezondheid en welzijn, energie, transport, water, materiaalgebruik, afval, landgebruik en ecologie en vervuiling. De duurzaamheiddoelstellingen stijgen uit boven het wettelijk minimum, zoals vastgelegd in het Bouwbesluit of andere wet- en regelgeving. BREEAM-NL certificering is daarmee ‘bovenwettelijk’ en is dan ook een vrijwillige keus van de opdrachtgever.

BREEAM-NL In-Use bestaat uit drie onderdelen:

  • Deel 1 Asset – Beoordeling van de inherente eigenschappen van het gebouw op basis van zijn geometrie, constructie, installaties, inrichting en afwerking (part 1 Asset performance in BREEAM In-Use International).
  • Deel 2 Beheer – Beoordeling van het management, het beleid, procedures en de praktijk voor de werking van het gebouw, de consumptie van de belangrijkste bronnen, zoals water en andere hulpstoffen, en de milieu-impact, zoals CO2. (part 2 Building management in BREEAM In-Use International).
  • Deel 3 Gebruik – Beoordeling van het inzicht in en de uitvoering van het beleid, de procedures en de praktijk; de personele inzet en het leveren van de belangrijkste output gegevens van de gebruiker (part 3 Occupier Management in BREEAM In-Use International).

Een gebouw of gebouwdeel kan zowel op 1, 2 als 3 van de delen worden beoordeeld en gecertificeerd. Klanten worden aangemoedigd om alle drie de delen te beoordelen om op die manier de totale kwaliteit van het gebouw of gebouwdeel te beoordelen.

De uitkomst van een BREEAM-NL In-Use beoordeling is een gecertificeerde BREEAM-NL In-Use score, voor de delen waarvoor het assessment is doorlopen. Deze gecertificeerde BREEAM-NL In-Use score toont de prestatie van het asset op de verschillende milieucategorieën, zoals in Tabel 1 weergegeven. Hiermee kunt u zowel op totaalscore als op categoriescore de prestatie vergelijken met andere assets. Bovendien krijgt u inzicht op basis waarvan u de prestatie kunt optimaliseren.

Doordat een BREEAM-NL In-Use certificaat elk jaar moet worden verlengd of omdat er opnieuw een assessment moet worden uitgevoerd (zie hoofdstuk 5 voor meer informatie), stimuleert BREEAM-NL In-Use een voortdurende verbetering van het asset.

Tabel 1: BREEAM-NL In-Use categorieën

Categorie Doel
Management De adaptatie stimuleren van duurzame managementsystemen of methodes, gerelateerd aan operationele activiteiten. Stimuleren dat robuuste duurzaamheidsdoelstellingen zijn geborgd, worden gemonitord en regelmatig  bijgesteld. 
Welzijn en Gezondheid Het managen, monitoren en verbeteren van het comfort, gezondheid en veiligheid van de werknemers, bezoekers en andere gebruikers. 
Energie Het managen, monitoren en verminderen van het energiegebruik en het stimuleren van het gebruik van apparatuur en installaties die het duurzame gebruik en beheer van energie bevorderen.
Transport Het invoeren van beleid waarmee de impact van transport en de nabijheid van basisvoorzieningen zichtbaar wordt, en waarmee het gebruik van alternatieve transportvoorzieningen wordt gestimuleerd.
Water Het managen en monitoren van het waterverbruik tijdens het gebruik van het asset en de locatie, waarmee  duurzaam watergebruik wordt gestimuleerd. 
Materialen Het managen, monitoren en verminderen van de milieu-impact van het materiaalgebruik van het gebouw en inkoop. En daarnaast het herkennen van de risico’s voor het asset en de gebruikers gerelateerd aan veiligheid, brandveiligheid en mogelijke natuurrampen. 
Afval Het stimuleren en bevorderen van beleidsmaatregelen en systemen waarmee de afvalproductie wordt gereduceerd, en het verbeteren van het scheiden en hergebruiken van afval.
Landgebruik en ecologie Het managen en monitoren van de impact van activiteiten in en om het asset op de omgeving, en het stimuleren van het verhogen van de ecologische waarde in en om het asset. 
Vervuiling Het voorkomen, managen, monitoren en controleren van vervuiling gerelateerd aan de locatie en het gebruik van het asset.