BREEAM-NL In-Use 2016 v1.0

2.5 Gebouw of gebouwdeel, de fysieke afbakening

Men kan er voor kiezen om niet het gehele gebouw in een keer te certificeren, maar slechts een gebouwdeel, mits wordt voldaan aan de minimum vereisten uit paragraaf 2.2. Dit kan bijvoorbeeld één verdieping van een kantoorgebouw zijn of één winkelunit in een winkelcentrum. De afbakening van het gebouwdeel dient duidelijk te kunnen worden gedefinieerd door een fysieke scheiding, zoals bijvoorbeeld muren of vloeren. Alle vragen zijn dan alleen van toepassing op dat fysiek afgebakende deel, het asset. Wordt er een vraag wordt  gesteld over het organisatorisch deel (Gebruik), dan richt de vraag zich op de organisatie van dat fysieke deel. Gaat het bijvoorbeeld gaat om het beheer van de installaties, dan richt de vraag zich op de installaties die nodig zijn om dat fysieke deel te voorzien van bijvoorbeeld verse lucht of koude en warmte.

Schematisch is dit als volgt weergegeven:

Figuur 1: Asset met meerdere huurders waarbij de gemeenschappelijke ruimtes, ruimte B, D en E worden meegenomen in het assessment (in groen weergegeven).

Figuur 2: Asset met meerdere huurders waarbij alleen de gemeenschappelijke ruimtes worden meegenomen in het assessment (in groen weergegeven).

Let op: Bevinden zich in het te certificeren deel alleen ruimten met gemeenschappelijke functies? Zoals de gemeenschappelijke ruimte van een bedrijfsverzamelgebouw of een grote passage van een winkelcentrum? Controleer dan op voorhand of aan de minimum vereisten (paragraaf 2.2) wordt voldaan. Anders is een beoordeling met BREEAM-NL In-Use niet mogelijk.