MPG-werkinstructie
DGBC heeft een werkinstructie opgesteld in samenwerking met verschillende MPG-experts met als doel om MPG-berekeningen voor BREEAM-NL projecten op eenzelfde manier op te stellen en daarmee gelijkwaardig te kunnen beoordelen. Deze werkinstructie is een aanvulling op bestaande methodes en kan bij wijzigingen van deze methodes of nieuwe inzichten onafhankelijk van BREEAM-NL beoordelingsrichtlijnen worden herzien of aangepast. In basis is aangesloten bij de uitgangspunten van het BBL en zijn aanvullingen gedaan waar gegevens, kengetallen of berekeningsmethodieken ontbraken. Om de werkinstructie en bijbehorende ondersteunende documenten te downloaden kunnen onderstaande links worden gebruikt
MPG-Werkinstructie
Hulp rekentool gebouwlevensduur
Kruisjeslijst
Toegevoegd op 30 september 2024
Het aandeel CAT 1 data
De database van de NMD is dynamisch. Hierdoor kunnen risico's ontstaan als het project door hen toegevoegde CAT1-data in de opleverfase wil benutten. Bestaande schaduwprijzen van materialen en producten kunnen tussen de ontwerp- en opleverfase veranderen of verdwijnen. Dit kunnen positieve en negatieve gevolgen hebben voor de schaduwprijs van een gebouw. Om te stimuleren dat projecten de NMD vullen met cat 1 producten en materialen mag op de volgende manier met door het project toegevoegde CAT1-data worden omgegaan.
De peildatum van de database die is gebruikt voor de definitieve MPG-berekening in de ontwerpfase geldt als basis voor de opleverfase. Enkel de materialen en producten welke ten opzichte van de ontwerpfase in de opleverfase door het project zijn geupgraded naar cat 1, mag je handmatig toevoegen in de berekening. In de opleverfase moet het project toelichten op welke manier zij dit hebben verwerkt in de MPG-berekening. Alle bestaande materialen en producten die eventueel veranderd zijn in de database, zowel positief als negatief, worden buiten beschouwing gelaten. Een recentere peildatum van de NMD mag ook worden gebruikt. Dan geldt dat voor het volledige gebouw opnieuw de schaduwprijs moet worden berekend. Voor alle criteria-eisen moet dezelfde MPG-berekening worden gebruikt.
Toegevoegd op 6 juni 2024
Referentiewaarden milieuprestatie
Om punten te kunnen behalen voor deze credit moeten de referentiewaarden uit Guidance Note 42 worden gebruikt. Deze Guidance Note kan onafhankelijk van de beoordelingsrichtlijn worden herzien. Bij een update van de Guidance Note geldt dat de datum van registratie bepaald welke versie van de Guidance Note wordt gebruikt. Projecten moeten hierbij altijd de meest recente versie of een recentere versie van de NMD ten tijde van de registratie gebruiken.
BREEAM-NL Guidance Note 42 v1.1.pdf
Productspecifieke LCA
Voor de criteria 4 tot en met 7 wordt gevraagd om productspecifieke milieudata in de vorm van een LCA. In de NMD zijn hiervoor LCA profielen opgenomen, deze zijn op basis van een product van een specifieke leverancier. Het is echter ook mogelijk dat voor een bepaald product een specifieke LCA voor 1 project wordt opgesteld. Dit noemen we een projectspecifieke LCA. Indien dit het geval is, kan zo'n LCA ook worden gebruikt als CAT 1 data, mits de LCA is getoetst door een onafhankelijke erkende LCA deskundige. De lijst met LCA deskundigen staat op de website van de Nationale Milieudatabase.
Voor het maken van een projectspecifieke LCA zijn tools in de markt beschikbaar, zoals de ontwerptool Groenbeton, de rethink EPD tool en de BRL K11002. De LCA die hieruit komt moet nog getoetst worden door een erkende LCA deskundige. In de BRL K11002 is beoordeling door een erkend en onafhankelijk LCA deskundige gewaarborgd.
Ambitieniveau en aantal te behalen punten
Per ambitieniveau kunnen er op verschillende manieren punten worden behaalt voor MAT 01.
MAT 01 criteria 1-7 – 1 punt (Pass en Good)
- Twee mogelijkheden:
- 20% beter op de MPG score tov van de referentie
- Een gebouwpaspoort voor 80% van het volume van materialen.
MAT 01 criteria 1-7 – 2 punten (Very Good)
- 20% beter op de MPG score tov van de referentie
- Aangevuld met minimaal 1 van de volgende opties
- 40% (ipv 20) beter op de MPG score tov de referentie
- Een gebouwpaspoort voor 80% van het volume van materialen.
- 40% van de schaduwkosten van de bouwkundige materialen is CAT 1 data
- 5 installatiegroepen zijn opgevoerd in de MPG met CAT 1 data
MAT 01 criteria 1-7 – 3 punten (Excellent)
- 20% beter op de MPG score tov van de referentie
- Aangevuld met minimaal 2 van de volgende opties
- 40% (ipv 20) beter op de MPG score tov de referentie
- 50% (ipv 20) beter op de MPG score tov de referentie (telt voor 2 opties)
- Een gebouwpaspoort voor 80% van het volume van materialen.
- 40% van de schaduwkosten van de bouwkundige materialen is CAT 1 data
- 5 installatiegroepen zijn opgevoerd in de MPG met CAT 1 data
MAT 01 criteria 1-7 – 4 punten (Outstanding)
- 20% beter op de MPG score tov van de referentie
- Aangevuld met minimaal 3 van de volgende opties
- 40% (ipv 20) beter op de MPG score tov de referentie
- 50% (ipv 20) beter op de MPG score tov de referentie (telt voor 2 opties)
- 60% (ipv 20) beter op de MPG score tov de referentie (telt voor 3 opties)
- Een gebouwpaspoort voor 80% van het volume van materialen.
- 40% van de schaduwkosten van de bouwkundige materialen is CAT 1 data
- 5 installatiegroepen zijn opgevoerd in de MPG met CAT 1 data
Materiaalpaspoort
Zie in onderstaand document een overzicht van partijen die zich momenteel bezighouden met een materiaalpaspoort (bijlage 4, pagina 65-66). Naast de genoemde partijen in het document zijn wij als BREEAM ook bekend met BCI (Building Circularity Index) en Circlinq.
https://circulairebouweconomie.nl/wp-content/uploads/2019/09/Rapport-CBE-Verkenning-materialenpaspoort-Jonge-Honden-iov-RVO-sept-2019.pdf
Richtsnoer Specifieke Gebouwlevensduur
In 2020 is de Bepalingsmethode Milieuprestatie Bouwwerken en GWW-werken geüpdated. Hierbij is het 'Richtsnoer Specifieke Gebouwlevensduur' vervangen voor de 'Richtlijn Specifieke Gebouwlevensduur'. Deze nieuwe versie wordt aangeraden om aan te houden bij het gebruik maken van de levensduurverlenging in de MPG.
Opwekkingsinstallaties die minimaal moeten worden meegenomen in de MPG
De interpretatie van 16 juli 2021 beschrijft dat alle opwekkingsinstallaties, die op het perceel worden gerealiseerd om te voldoen aan de eisen uit het bouwbesluit moeten worden meegenomen in de MPG ten behoeve van MAT 01. In volgend voorbeeld wordt dit verder toegelicht.
Een gebouw bestaat uit een kantoor en industriefunctie. De hoofdfunctie van het gebouw betreft de industriefunctie en dat betekent dat het gebouw volgens de omgevingsvergunning niet BENG plichtig is. Om aan de BREEAM-NL criteria-eisen te voldoen zijn er meerdere mogelijkheden.
- Er wordt een BENG berekening gemaakt voor het kantoor gedeelte conform bouwbesluit en er wordt een alternatieve BENG berekening gemaakt conform de BREEAM-NL eisen in ENE 01.
Uit de BENG berekening voor het kantoor gedeelte blijkt dat er 25 PV-panelen benodigd zijn om aan de minimale bouwbesluit eis voor BENG 2 en BENG 3 te voldoen.
Uit de alternatieve BENG berekening voor het industrie gedeelte blijkt dat er 100 PV-panelen benodigd zijn om aan de minimale (fictieve) bouwbesluit eis te voldoen. Omdat er geen bouwbesluit eis bestaat voor de industriefunctie, dienen alle panelen die benodigd zijn tot en met de referentiewaarde uit GN 41 te worden meegenomen. Er bestaat geen BENG 3 eis voor industrie, dus enkel de PV-panelen benodigd om aan referentiewaarde van BENG 2 te voldoen worden meegenomen in de MPG.
In tegenstelling tot industrie heeft de kantoorfunctie wel een BENG 3 eis. De eventuele PV-panelen die nodig zijn om aan de bouwbesluit eis van BENG 3 te voldoen, moeten worden meegenomen in de MPG.
Dat betekent dat er in totaal 125 PV-panelen moeten worden meegenomen in de MPG berekening voor MAT 01. Alle “bovenwettelijke” PV-panelen kunnen buiten de MPG ten behoeve van MAT 01 worden gelaten.
- Er wordt een BENG berekening gemaakt voor het kantoor gedeelte conform bouwbesluit en er wordt met checklist A5 een puntenaantal berekend voor het industriegedeelte ten behoeve van de credit ENE 01.
Uit de BENG berekening voor het kantoor gedeelte blijkt dat er 25 PV-panelen benodigd zijn om aan de minimale bouwbesluit eis voor BENG 2 en BENG 3 te voldoen. Let op! Het kantoorgedeelte dient aan criterium 3 “De energiebehoefte (BENG 1) voor het gebouw is bepaald conform NTA 8800 en is minstens 10% lager dan de naar gebruiksoppervlakte gewogen referentiewaarde zoals benoemd in Guidance Note 41 (GN41).” van ENE 01 te voldoen.
Conform Checklist A5 worden alle punten gehaald voor ENE 01. Daarvoor zijn 300 zonnepanelen benodigd. Conform de interpretatie is onderdeel “Toepassing hernieuwbare energie” uitgesloten van de MPG.
Dat betekent dat er in totaal 25 PV-panelen moeten worden meegenomen in de MPG berekening voor MAT 01 ten behoeve van het gebouw. Alle “bovenwettelijke” PV-panelen kunnen buiten de MPG ten behoeve van MAT 01 worden gelaten.
Merk op: Eenzelfde situatie geldt in geval van gebruik van de Checklist A9. Daar wordt onderdeel M uitgezonderd van de MPG.
Bijlage Bepalingsmethode in CN4
In CN4 wordt verwezen naar Bijlage VII van de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-Werken (2019). De verwijzing doelt op de bijlage: 'Informatieve Aanwijzing welke constructies en installaties er in beschouwing moeten worden genomen bij het bepalen van de milieuprestatie van een gebruiksfunctie of gebouw en een overzicht van de scope van een bouwwerkberekening'. In Bepalingsmethode Milieuprestatie Bouwwerken (versie 1.1 maart 2022) gaat dit om Bijlage V.
Laatst bijgewerkt: 16 augustus 2023