De definitieve BREEAM-NL-kwalificatie (van ‘Pass’ tot ‘Outstanding’) wordt door de DGBC-assessmenttool uitgerekend. Dit gebeurt op basis van de door de Assessor ingevoerde en gecontroleerde gegevens. Dit neemt niet weg dat de Assessor en de Expert zelf ook in staat moeten zijn de kwalificatie te berekenen. Om tot de juiste kwalificatie te komen dienen zij als volgt te werk (zie ook onderstaande rekenvoorbeeld) te gaan:
- Bepaal de scope van het te beoordelen project, bv. Volledig gebouw of Casco-beoordeling.
- Stel het aantal behaalde punten per functie en categorie vast.
- Stel het percentage behaalde punten per functie voor elke categorie vast op basis van het maximale aantal te behalen punten.
- Vermenigvuldig het functiespecifieke categoriepercentage met het oppervlakteaandeel van de functies; dit levert het categoriepercentage op.
- Vermenigvuldig de categoriepercentages met de wegingsfactoren; dit levert de categoriescore op.
- Tel de categoriescores bij elkaar op, inclusief innovatiecredits die van toepassing zijn. Dit levert een concepteindscore op.
- Check of de minimale vereisten voor de voorlopige kwalificatie zijn behaald. Zo ja, dan is de conceptkwalificatie gelijk aan de definitieve kwalificatie.
In Tabel 8 vind je een rekenvoorbeeld van de BREEAM-NL kwalificatie voor een volledig gebouw met een industrie- en kantoorfunctie, waarin een lift aanwezig is:
- Industrie BVO = 12.000 m2
- Kantoor BVO = 5.000 m2
BREEAM-NL-kwalificatie ‘outstanding’
Wil je voor een gebouw (en bouwkavel) een BREEAM-NL-kwalificatie ‘Outstanding’ verkrijgen, dan moet de score aan de volgende eisen voldoen:
- De BREEAM-NL-score moet ≥ 85% zijn.
- De verplichte credits en minimale vereisten moeten zijn behaald.
- Er moet een case study worden opgeleverd volgens onderstaande richtlijnen.
Case study
Een van de belangrijkste aspecten van een BREEAM-NL-kwalificatie ‘Outstanding’ is de voorbeeldfunctie van deze projecten voor de rest van de industrie. Het is daarom van groot belang dat ontwerpteams in de bouw de beschikking kunnen hebben over een goede casestudy. Daarom dienen ontwerpteam en de opdrachtgever die de BREEAM-NLkwalificatie ‘Outstanding’ hebben bereikt, een kant-en-klare casestudy aan te leveren. Deze informatie moet je indienen, samen met het definitieve rapport van de Assessor voor de opleveringsfase. Na goedkeuring mag DGBC de casestudy vrij gebruiken op haar websites en voor diverse publicaties. Wanneer er geen casestudy is aangeleverd kan er geen BREEAM-NL-kwalificatie ‘Outstanding’ aan het betreffende gebouw worden toegekend.
Richtlijnen voor een casestudy
Het ‘Outstanding’ project heeft een voorbeeldfunctie, zodat anderen ervan kunnen leren. Als richtlijn, waarbij de feitelijke invulling aan het projectteam wordt gelaten, kun je denken aan het volgende:
Uitgebreide omschrijving van het project, inclusief bouwkavel en omgeving
- Ontwerpuitgangspunten en innovaties
- Duurzaamheidsaspecten (technieken, processen en maatregelen)
- Bijzonderheden in het BREEAM-NL certificeringstraject
- Scores
- Kosten en baten van de duurzaamheidsdoelstelling - Kengetallen (per m2 BVO, fte etc.)
- Wat kunnen anderen van dit project leren?
- Aanbevelingen voor verdere verduurzaming in de toekomst