BREEAM-NL Nieuwbouw 2020 v1.0

2.4 Opgenomen Levenscycli van gebouwen

Voor de volgende fasen in het ontwikkel- en bouwproces kun je een BREEAM-NL Nieuwbouw beoordeling (laten) uitvoeren:

  1. Ontwerpfase - leidt tot een voorlopig BREEAM-NL Ontwerpcertificaat
  2. Opleverfase - leidt tot een definitief BREEAM-NL Oplevercertificaat

Ontwerpfase

De eisen in de ontwerpfase vertegenwoordigen de duurzaamheidsambities voor het gebouw, niet de feitelijke prestaties. De beoordeling in deze fase betreft dus niet de definitieve BREEAM-NL-beoordeling van het gebouw zoals dat opgeleverd en in gebruik genomen wordt.

Wil je een formele BREEAM-NL-beoordeling in de ontwerpfase doen? Dan moet het ontwerpproces zo ver gevorderdzijn, dat voldoende bewijsmateriaal aanwezig is. Is er nog onvoldoende toetsbaar bewijsmateriaal voorhanden? Dan zijn er teveel onzekerheden, waardoor het risico van te grote verschillen tussen ontwerp en oplevering toeneemt. Bovendien ‘dwing’ je uitvoerende partijen dan te vroeg in het proces keuzes te maken. Dit kan zowel de flexibiliteit van de uitvoering als het ontwerpproces schaden. DGBC benadrukt wel dat het verstandig is om BREEAM-NL vroegtijdig in het proces mee te nemen, om later een goede beoordeling mogelijk te maken. Bij voorkeur al in de initiatieffase, het schetsontwerp, of de VO-fase (voorlopig ontwerp).

Het is voor de opdrachtgever van groot belang dat het bewijsmateriaal voor het ontwerpcertificaat ook goed en duidelijk is voor de uitvoerende partijen. Zo minimaliseer je het risico van falen in de uitvoering. Hoe groter de onzekerheden in de ontwerpfase, hoe groter de kans op verschillen in de uitkomsten tussen het tijdelijk en definitief certificaat.

Het tijdelijke certificaat vervalt zodra het gebouw na oplevering beoordeeld is en een definitief certificaat heeft ontvangen. Het tijdelijke certificaat kan de eigenaar/ontwikkelaar gebruiken voor bijvoorbeeld de communicatie met beleggers, huurders, vergunningverleners, gebruikers en financiële instellingen. Vermeld in de communicatie nadrukkelijk dat het gaat om een ontwerpcertificaat, zodat niet de suggestie wordt gewekt dat het een oplevercertificaat betreft.

Er is geen geldigheidsduur voor het tijdelijke certificaat. Wel moet het ontwerp- en bouwteam zich realiseren dat beoordelingscriteria in de loop van de tijd strenger worden. Naarmate er meer tijd zit tussen de ontwerp- en opleverfase, is het bovendien minder zeker dat een project na oplevering dezelfde score behaalt als in de ontwerpfase.

Opleverfase

De definitieve beoordeling richt zich op de duurzaamheidsprestaties van het gebouw na oplevering. Om precies te zijn op het moment van ingebruikname, nadat de bouwwerkzaamheden zijn afgerond. Een Expert documenteert duurzaamheidsaspecten die alleen tijdens de bouw kunnen plaatsvinden, waarna de Assessor de eindcontrole uitvoert. Dit betreft voornamelijk credits binnen de categorie Management.

De beoordeling van de overige credits gebeurt na afronding van de bouwwerkzaamheden, maar vóór ingebruikname van het gebouw. De Assessor kán deze credits tijdens de bouwfase op de bouwplaats controleren. Een oplevercertificaat kun je maximaal 12 maanden na ingebruikname van een project nog behalen. Daarna spreekt BREEAM-NL over een bestaand gebouw. Met ingebruikname bedoelt BREEAM-NL de feitelijke bezetting van het gebouw of een deel ervan. De beoordeling voor het definitieve certificaat bevat de toestand van het gebouw bij ingebruikname.

De beoordeling in de opleveringsfase kun je twee manieren uitvoeren:

  1. Een opleveringsbeoordeling op basis van een ontwerpbeoordeling
  2. Een zelfstandige opleveringsbeoordeling

Een opleveringsbeoordeling vindt plaats op grond van de vigerende BREEAM-NL beoordelingsrichtlijn op het moment van projectregistratie. De opleveringsbeoordeling levert het definitieve BREEAM-NL-certificaat op dat de ontwikkelaar en/of eigenaar het recht geeft het BREEAM-NL-keurmerk te voeren voor het betreffende gebouw. Bij uitreiking van een ontwerpcertificaat moet in de communicatie nadrukkelijk vermeld worden dat het om een ontwerpcertificaat gaat.

Levenscycli van gebouwen niet opgenomen

Het BREEAM-NL Nieuwbouw schema is niet ontwikkeld en niet geschikt voor het beoordelen van de duurzame impact van gebouwen binnen de volgende fasen van de levenscyclus:

  1. De (her)ontwikkeling van gebieden. Daarbij maak je gebruik van BREEAM-NL Gebied.
  2. De herontwikkeling en inrichting van gebouwen. Daarbij maak je gebruik van BREEAM-NL Renovatie en (her)inrichting (in ontwikkeling).
  3. Nieuwbouw woningen waarbij je gebruikmaakt van BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie 2014 v2.
  4. Bestaande gebouwen in gebruik en beheer. Daarbij maak je gebruik van BREEAM-NL In-Use.
  5. Bestaande woningen in gebruik kunnen gebruik. Daarbij maak je gebruik van BREEAM-NL In-Use Woningen (in ontwikkeling).