BREEAM-NL Nieuwbouw 2020 v1.0

ENE 04 Passief ontwerp en milieu-impact energiegebruik

Het verlagen van de gebouwgebonden energievraag door passieve ontwerptechnieken en het stimuleren van energiegebruik met een lage milieu-impact.

Beschikbare punten 3
Minimale vereiste Nee
Verplicht vanaf Nee
Projectgebonden Ja
Defaultcredit Nee
Filtercredit Nee
Exemplary performance Nee
Functie Bijeenkomstfunctie, Gezondheidszorgfunctie, Industriefunctie, Industriefunctie - Koel- en vrieshuizen, Industriefunctie - Laboratorium, Kantoorfunctie, Logiesfunctie, Onderwijsfunctie (Basis en middelbaar), Onderwijsfunctie (Hoger), Sportfunctie, Winkelfunctie

Eén punt - Passief ontwerp

  1. Het eerste punt van HEA 04 Thermisch comfort is behaald, waarmee wordt aangetoond dat het gebouw een goed thermisch comfort heeft.
  2. Er is in de vroege ontwerpfase een analyse uitgevoerd naar de wijze waarop passief ontwerptechnieken in het ontwerp kunnen worden opgenomen om de energiebehoefte te verlagen.
  3. Er worden passief ontwerptechnieken toegepast die de energiebehoefte van het gebouw aanzienlijk verlagen. De gebouwgebonden energiebehoefte (BENG 1 - conform NTA 8800) is minimaal 25% lager dan de naar gebruiksoppervlakte gewogen referentiewaarde uit Guidance note 41.

Eén punt - Toepassing vrije koeling

  1. Het eerste punt is behaald.
  2. In de analyse naar passief ontwerptechnieken uit criterium 2, is ook een analyse opgenomen over het toepassen van vrije koeling en de mogelijkheid om dit te integreren in het ontwerp.
  3. Het gebouw maakt gebruik van vrije-koelingstrategieën zoals beschreven in CN4.

Eén punt - Milieu-impact energiegebruik

  1. De milieu-impact van de gebouwgebonden energievraag is bepaald met de ENE 04 tool (zie Methodiek) en de schaduwprijs is maximaal 0,90 €/m2.

Geen

Referentie

Onderwerp

Omschrijving

Toepassingsgebied

CN1

Toepassing bij cascoprojecten

Alle criteria zijn van toepassing.

Hoewel criteria 1 t/m 3 van HEA 04 Thermisch Comfort niet van toepassing zijn voor cascoprojecten, moet aangetoond voor dit credit worden dat aan de criteria is voldaan.

CN1.1

Toepassing bij projecten met casco en centrale installaties

Alle criteria zijn van toepassing.

Algemeen

CN2

Analyse passief ontwerptechnieken

In de analyse van de passief ontwerptechnieken zijn de volgende factoren minimaal opgenomen:

  1. Locatie.
  2. Weer op locatie.
  3. Microklimaat.
  4. Indeling van het gebouw.
  5. Gebouworiëntatie.
  6. Gebouwvorm.
  7. Bouwmassa.
  8. Thermische massa of andere thermische opslag in materialen
  9. Type gebruik van het gebouw (bijv. 24/7, kantooruren).
  10. Daglichtstrategie.
  11. Ventilatiestrategie.
  12. Aanpassing aan klimaatverandering.

CN3

Analyse vrije koeling

In de vrije-koelinganalyse moeten de volgende passende technologieën worden overwogen:

  1. (Zomer)nachtkoeling (vereist een hoge thermische massa).
  2. Koudeopslag (WKO systeem).
  3. Balansventilatie (niet gekoppeld aan een actief koelingsysteem)
  4. Koeling met grondwater.
  5. Koeling met oppervlaktewater.
  6. Adiabatische koeling (‘verdampingskoeling’).
  7. Ontvochtiging met behulp van een droogmiddel en adiabatische koeling op basis van restwarmte.
  8. Absorptiekoeling op basis van restwarmte.

CN4

Toepassen vrije koeling

Toepassingen van vrije koeling hebben betrekking op alle verblijfsruimten in het gebouw.

CN5

Energievraag: samenhang met ENE 01

Voor het bepalen van de gebouwgebonden energiebehoefte (criterium 3) en de milieu-impact van de energievraag (criterium 7) wordt gebruikgemaakt van dezelfde energieprestatieberekening als in ENE 01.

 

De bepaling van de milieu-impact van de energievraag (criterium 7) is omschreven in de Methodiek. Hierbij wordt enkel de opwekking van hernieuwbare energie op locatie meegenomen, die nodig is voor primair fossiel energieverbruik (BENG 2) 0 kWh/m2.

CN6

Hernieuwbare. elektriciteitsopwekking buiten eigen terrein

Opwekking van hernieuwbare elektriciteit buiten het eigen terrein wordt in deze credit niet gewaardeerd. Enkel opwekking van hernieuwbare elektriciteit op het eigen terrein mag in de bepaling van de milieu-impact van de ener- gievraag worden meegenomen. Ook de inkoop van groene stroom wordt in deze credit niet gewaardeerd.

CN7

Commissioningsautoriteit

De commissioningsautoriteit (zie credit MAN 04/05) toetst bij oplevering of de energieprestatieberekening overeenkomt met het gerealiseerde.

 

Bepaling milieu-impact van de energievraag

Voor het berekenen van de milieu-impact van de gebouwgebonden energievraag wordt gebruik gemaakt van de ENE 04 tool. In deze tool worden de volgende waarden ingevuld:

  • Oppervlakte in BVO en GO
  • Levensduur van het gebouw (vastgesteld op 50 jaar voor utiliteitsbouw)
  • Gegevens uit de energieprestatieberekening:
    • Afgenomen primair energieverbruik per energiesoort (gas, warmte, elektriciteit)
    • Opwekkingssystemen voor hernieuwbare energie op het eigen perceel (bijvoorbeeld zonnepanelen, zonnecollectoren, windturbines)

Na het volledig invullen van de tool wordt de jaarlijkse milieu-impact per m2 bepaald in de vorm van schaduwkosten. De methodiek is gebaseerd op de “Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW werken”. Hierin zijn ook de verschillende milieu-indicatoren en de bijbehorende schaduwkosten opgenomen.

De milieu-impact van de meeste gangbare energievoorzieningen is opgenomen in de database van de ENE 04 tool en hieruit kan dus ‘standaard’ worden gekozen. Het is echter ook mogelijk om specifieke productgegevens op te nemen in de berekening. Hierbij moet wel aantoonbaar zijn dat de energiebesparing door de opwekkingssytemen is gewaarborgd en dient vervolgens voor het hele systeem een levenscyclusanalyse (LCA) opgesteld te worden, die voldoet aan de eisen uit de vigerende versie van Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW werken.

LCA voor elektriciteitsopwekking:

Voor duurzame elektriciteitsopwekking komen alleen systemen in aanmerking die op het perceel worden toegepast. Indien elektriciteit wordt afgenomen van het net - óók als hiervoor hernieuwbare elektriciteit wordt ingekocht - wordt uitgegaan van de standaardmix op het elektriciteitsnet.

LCA voor warmte- en/of koude netwerken:

Deze is opgesteld voor het volledige warmte- en/of koude netwerk waarop wordt aangesloten. Dit betekent dat in het geval dat er meerdere opwekkingsinstallaties zijn aangesloten, het rendement van alle installaties wordt meegerekend en niet slechts 1 installatie aan dit project kan worden toegewezen. Daarnaast omvat deze LCA ook het distributiesysteem, tot aan de levering aan het gebouw.

Criteria

Ontwerpfase

Opleverfase

Alle Bewijsvoorwaarden

Aan de hand van één of meerdere bewijsstukken zoals vermeld in hoofdstuk 4.0 BREEAM-NL Bewijsmateriaal dient aangetoond te worden dat het project aan de criteria voldoet.

Energiespecialist

Een persoon met de juiste opleiding voor het maken van energieberekeningen, installaties adviezen en tekeningen en oplossingen met een lage CO2 impact. Hij is niet verbonden aan een leverancier van een bepaald product of energietechniek. De persoon werkt bij een conform BRL 9500 gecertificeerde organisatie.

Vrije Koeling

Verblijfsruimten kunnen een groot gedeelte van het jaar worden gekoeld met buitenlucht in plaats van energiegebruikende mechanische koeling. Vrije koeling is een passieve ontwerptechniek waarvan de effectiviteit moet worden aangetoond door technisch ontwerp en modellering. Andere overeenkomstige methoden zijn verbeterde passieve ventilatie en verbeterde zonwering en daglichttoetreding.

Microklimaat

Het locale klimaat kan afwijken van het regionale of landelijke klimaat door geografische eigenschappen, maar ook door menselijke invloeden zoals bebouwing. Binnen de microklimaatzone kunnen bijvoorbeeld de hoeveelheid neerslag, het aantal zonuren, windsterkte en temperatuur verschillen van het regionale klimaat.

Geen

Geen

Foutieve verwijzing criterium 6

Criterium 6 moeten worden gelezen als: “Het gebouw maakt gebruik van vrije-koelingstrategieën zoals beschreven in CN3.”

Datum van publicatie:
15 november 2022

Passieve koeling voor de functie koel-/vrieshuizen

Voor de functie koel/vries moet checklist A9 worden gebruikt, daarom moet ter vervanging van de eis "Een gebouwgebonden energiebehoefte (BENG 1 - conform NTA 8800) minimaal 25% lager" uit criterium 3, één punt zijn behaald op onderdeel E van de Technische checklist A9."

Datum van publicatie:
10 maart 2023

Criteria-eisen in geval van casco project

In HEA 04 staat bij CN 1 dat de criteria niet van toepassing zijn voor casco projecten. Wanneer het eerste punt van ENE 04 wordt nagestreefd, moet er wel voldaan worden aan criteria 1 en 2 van HEA 04.  

Datum van publicatie:
17 mei 2023

CN5 primair fossiel energieverbruik (BENG 2)

CN5 moet gelezen worden als “De bepaling van de milieu-impact van de energievraag (criterium 7) is omschreven in de Methodiek. Hierbij wordt enkel de opwekking van hernieuwbare energie op locatie meegenomen, die nodig is voor primair fossiel energieverbruik (BENG 2) tot maximaal 0 kWh/m2/jaar.“

Datum van publicatie:
14 november 2023

Criterium 7 schaduwprijs per vierkante meter per jaar

In criterium 7 moet 0,90 €/m2 gelezen worden als 0,90 €/m2/jaar, zoals ook de waarde uit de ENE04-tool komt.

Datum van publicatie:
17 november 2023

Referentiewaarden energiebehoefte

Om het eerste punt te kunnen behalen voor deze credit moeten de referentiewaarden uit Guidance Note 41 worden gebruikt. Deze Guidance Note kan onafhankeljk van de beoordelingsrichtlijn worden herzien. 

In Guidance Note 41 v1.1 is de referentiewaarde voor industriefunctie en laboratoria aangevuld, de andere referentiewaarden zijn gelijk gebleven.

BREEAM-NL Guidance Note 41 v1.1  

BREEAM-NL Guidance Note 41 v1.0

Bepalen Milieu-impact energiegebruik

Voor het bepalen van de milieu-impact van het energiegebruik moet de ENE 04 rekentool worden gebruikt.

BREEAM-NL Nieuwbouw 2020 ENE 04 tool v4

In de rekentool is er een veld voor de niet-primaire en primaire energie. Voor de niet-primaire energie geldt de formule; [niet-primaire energie = primaire energie – verliezen e.d.], waarbij een primaire energiefactor van toepassing is van 1,45. Een project kan er hierbij voor kiezen om ofwel de primaire energie in te vullen, ofwel de niet-primaire energie. Het is niet de bedoeling dat beiden velden worden ingevuld in de tool. 

Criterium 2

Er wordt gesteld dat  een analyse moet zijn uitgevoerd in de vroege ontwerpfase. Hiermee wordt bedoeld dat deze analyse is uitgevoerd op het moment dat er nog keuzes gemaakt kunnen worden op het gebied van passief ontwerpen

Laatst bijgewerkt: 29 november 2022

Home