BREEAM-NL Nieuwbouw 2020 v1.0

WST 01 Afvalmanagement op de bouwplaats

Efficiënt grondstoffengebruik bevorderen door effectief afvalbeheer en hergebruik op de bouwplaats te stimuleren.

Beschikbare punten 3
Minimale vereiste Ja
Verplicht vanaf Ja
Projectgebonden Ja
Defaultcredit Nee
Filtercredit Nee
Exemplary performance Ja
Functie Bijeenkomstfunctie, Gezondheidszorgfunctie, Industriefunctie, Industriefunctie - Koel- en vrieshuizen, Industriefunctie - Laboratorium, Kantoorfunctie, Logiesfunctie, Onderwijsfunctie (Basis en middelbaar), Onderwijsfunctie (Hoger), Sportfunctie, Winkelfunctie

Minimale vereiste

  1. De hoofdaannemer, afvalinzamelaar en afvalverwerker beschikken over een ISO 9001-certificering of VCA én een van de volgende certificeringen: ISO 14001 of MVO- prestatieladder niveau 3 of hoger.

Eén punt - Efficiënt gebruik en scheiden van grondstoffen (verplicht vanaf Outstanding)

  1. Er zijn passende doelstellingen geformuleerd voor de reductie van de hoeveelheid vrijkomend gevaarlijke en niet-gevaarlijk afvalmateriaal (aangegeven in tonnen en/of m3) en dit wordt tevens vergeleken met de werkelijke hoeveelheid vrijkomend materiaal.
  2. Voor aanwezige bestaande gebouwen, structuren of verharde terreinen die op de nominatie staan gesloopt te worden, wordt vóór de sloop een inventarisatie gedaan om te bepalen of hergebruik en/of transformatie van deze voorzieningen mogelijk is, en zo niet of de vrijkomende materialen te hergebruiken of te recyclen zijn, met voorrang voor hoogwaardige toepassingen. De inventarisatie zal:
    1. Onderzoeken of hergebruik en/of transformatie mogelijk is
    2. De belangrijkste sloopmaterialen in kaart brengen
    3. De belangrijkste (hoogwaardige) toepassingen voor hergebruik en recycling aangeven
    4. Afzet van sloopmaterialen in kaart brengen: ter plekke hergebruiken, naar urban mining, naar recylingbedrijven.
    5. Milieueffecten in kaart brengen
    6. Doelstellingen aangeven voor materiaalefficiëntie en arbeidsintensiviteit i.v.m. afvalbeperking en opbrengst van materialen
  3. Er worden maatregelen genomen om het vrijkomen van afvalmateriaal te minimaliseren, afgestemd op de gestelde doelstellingen (zie CN3).
  4. De hoeveelheid vrijkomend afvalmateriaal wordt gemonitord en de doelstellingen worden ten minste één keer per twee weken geëvalueerd.
  5. Er is een persoon aangewezen door het ontwerp-/terreinmanagementteam om het bovenstaande te implementeren.
  6. Er zijn maatregelen genomen om afvalmateriaal op de bouwplaats te sorteren in minstens vijf hoofdgroepen (zie Tabel WST01.1). Het afvalmateriaal uit de vijf hoofdgroepen moet worden afgevoerd en hergebruikt of gerecycled. De vijf op de bouwplaats te sorteren hoofdgroepen moeten door de assessor worden gecontroleerd in de bouwfase.

Eén punt - Efficiënt gebruik en scheiden van grondstoffen

  1. Er is voldaan aan criteria 1 tot en met 7
  2. Er zijn maatregelen genomen om afvalmateriaal op de bouwplaats te sorteren in minstens zeven hoofdgroepen (zie Tabel WST01.1). Het afvalmateriaal uit de zeven hoofdgroepen moet worden afgevoerd en hergebruikt of gerecycled. De zeven op de bouwplaats te sorteren hoofdgroepen moeten door de assessor worden gecontroleerd in de bouwfase.

Eén punt - Hergebruik en recycling van materialen

  1. Er is voldaan aan criteria 1 tot en met 9.
  2. Minimaal 80% van het niet-gevaarlijke afvalmateriaal (aangegeven in tonnen en/of m3) moet:
    1. hergebruikt zijn in het bouwproject OF
    2. hergebruikt zijn bij een ander bouwproject OF
    3. hergebruikt worden door verantwoorde inname en recycling door de leverancier of een gecertificeerd recyclebedrijf.
  1. Er is voldaan aan criteria 1 tot en met 11
  2. Minimaal 90% van het niet-gevaarlijke afvalmateriaal (aangegeven in tonnen en/of m3) moet:
    1. hergebruikt zijn in het bouwproject OF
    2. hergebruikt zijn bij een ander bouwproject OF
    3. hergebruikt worden op een andere manier door verantwoorde inname en recycling door de leverancier of een gecertificeerd recyclebedrijf.

Tabel WST01.1 Hoofdgroepen voor te scheiden afvalmateriaal (niet-uitputtend)

Hoofdgroep

Informatie en acties

Hout

Zacht hout, hardhout, boardproducten zoals triplex, spaanplaat, medium density fibreboard (MDF)

Steenachtige materialen

Bakstenen, terrastegels, betonpuin, etc.

Isolatie

Minerale wol (glaswol, steenwol), schuimplastic (gesorteerd per soort: pur, pir, eps, xps), isolerende folies.

Metaal

Radiatoren, kabels, draden, stangen, platen

Kunststof

Harde kunststoffen, PE-folie

Glas

Vlakglas

Papier en Karton

Verpakkingsmateriaal

Gips

Gipsplaat, pleister, platen van vezelcement

Opmerking: ongescheiden afvalstromen zoals restafval, bedrijfsafval en bouw en sloopafval (BSA) worden niet gezien als recyclebare afvalstromen en worden daarom niet gezien als verantwoorde inname bij een afvalinzamelaar/-verwerker.

Referentie

Onderwerp

Omschrijving

Toepassingsgebied

CN1

Toepassing bij projecten met casco of casco en centrale installaties

Alle criteria zijn van toepassing.

Algemeen

CN2

Uitbreiding van bestaande gebouwen

Voor het beoordelen van een Uitbreiding van bestaande gebouwen, waar alleen de uitbreiding beoordeeld wordt, hoeft alleen de uitbreiding te voldoen aan de criteria.

CN3

Reduceren van afvalmateriaal

Activiteiten voor reductie van afval zijn:

  1. Doelstellingen betreffende afvalreductie vaststellen en daarover verslag uitbrengen
  2. Ontwerp voor de standaardisering van componenten
  3. Verpakkingen terugsturen voor hergebruik
  4. Gemeenschappelijk hergebruik van resten of afsnijdsels overwegen
  5. Initiatieven en doelstellingen betreffende afvalminimalisering opnemen in inschrijvingen op aanbestedingen of contracten, en de leveringsketen erbij betrekken
  6. Het gebruik van een gebouwinformatiemodel (Building Information Modelling - BIM)
  7. Ontwerpen voor off-site of modulair bouwen
  8. Ontwerpen met oog voor flexibiliteit, aanpassingsmogelijkheden en toekomstige deconstructie
  9. Ontwerpen om minder materialen te gebruiken
  10. Gebruik van herbruikbare tijdelijke elementen zoals bekisting en bescherming

Deze lijst is niet compleet en er kunnen nog meer maatregelen betreffende afvalreductie worden opgenomen.

CN4

Rapportage afvalverwerker

Bij het hergebruik en de recycling van materialen door een gecertificeerd recyclingbedrijf geeft een rapportage van de afvalverwerker aan welk percentage van een bepaalde afvalstroom wordt hergebruikt of gerecycled.

CN5

Hiërarchie afvalbeheer

BREEAM-NL hanteert de Ladder van Lansink, tegenwoordig ook wel de R-ladder genoemd, gericht op het aanbrengen van een hiërarchie in het afvalbeheer. De categorieën A t/m C (Preventie, Hergebruik en Recycling) worden door BREEAM-NL wel gewaardeerd. De categorieën D t/m F (Verbranden voor energieopwekking, Verbranden en Storten) worden door BREEAM-NL niet gewaardeerd.

Geen

Criteria

Ontwerpfase

Opleverfase

Alle

Aan de hand van één of meerdere bewijsstukken zoals vermeld in hoofdstuk 4.0 BREEAM-NL Bewijsmateriaal dient aangetoond te worden dat het project aan de criteria voldoet.

Doelstellingen voor afvalmanagement op de bouwplaats

Deze kunnen worden bepaald op grond van best (available) practice en zijn afhankelijk van het type bouwafval en de mogelijkheden dit op de bouwplaats te hergebruiken. Doelstellingen kunnen ook zijn gericht op het verbeteren van data en inzichten over vergelijkbare bouwprojecten die kunnen worden aangemerkt als een benchmark en die helpen bij het toewerken naar een bedrijfsdoelstelling. Een doel is NIET ‘relevant’ louter omdat het haalbaar is. Ook blijven afval van sloop en grondwerken buiten deze doelen en metingen, omdat die van project tot project verschillen en ook al in de criteria voor ‘Hergebruik en recycling van materialen’ zijn opgenomen.

Gevaarlijk afvalmateriaal

Gevaarlijk afvalmateriaal is afvalmateriaal met gevaarlijke afvalstoffen conform de definitie in de Wet Milieubeheer, hoofdstuk 1 paragraaf 1.1 artikel 1.

Inerte afvalstoffen

Afvalstoffen die volgens Richtlijn 1999/31/EG betreffende het storten van afvalstoffen:

  1. Geen significante fysische, chemische of biologische veranderingen ondergaan.
  2. Niet oplossen, verbranden of andere fysische of chemische reacties vertonen, niet biologisch worden afgebroken en geen negatieve effecten hebben op andere stoffen waarmee zij in contact komen dat milieuverontreiniging of schade aan de volksgezondheid dreigt te ontstaan.
  3. De totale uitloogbaarheid en het gehalte aan verontreinigende componenten van de afvalstoffen (en de ecotoxiciteit van het percolaat) mogen niet significant zijn en met name de kwaliteit van het oppervlaktewater en/of grondwater niet in gevaar brengen.

Hergebruik

Producten nog een keer gebruiken voor hetzelfde doel waarvoor deze gemaakt waren (bijvoorbeeld plafondplaten die na controle opnieuw gebruikt kunnen worden).

Geen

Geen

ISO14001 in procedure

Indien een bedrijf nog in procedure zit voor het behalen van een ISO 14001-certificaat, maar deze is nog niet behaald, kan men voor een ontwerpcertificaat voldoen als aangetoond kan worden dat men in de ISO 14001-procedure zit. De bewijslast is de registratie of het contract bij een ISO 14001 gecertificeerde instelling, die aantoont dat de procedure is gestart. Voor het oplevercertificaat dient het certificaat te zijn behaald.

Datum van publicatie:
15 november 2022

Home