Het volgende toont aan dat aan de criteria wordt voldaan:
1.1
Er is een watertoets uitgevoerd.
1.2
Het uitblijven van negatieve effecten is op één van de volgende manieren aangetoond:
a. Er stroomt vanaf het verhard oppervlak geen water dat direct of indirect (via bijvoorbeeld infiltratie) in het oppervlaktewater terecht kan komen.
b. Het water dat vanaf het verhard oppervlak op directe of indirecte manier in het oppervlaktewater terecht komt, heeft een gelijke of betere kwaliteit dan het ontvangende oppervlaktewater.
- De actuele kwaliteit van het oppervlaktewater is bekend
- De route en kwaliteit van neerslag en eventueel ander water vanaf het verhard oppervlak tot aan het oppervlaktewater is beschreven.
- Er is onderbouwd waarom de waterkwaliteit voldoet.
c. Door middel van een nulmeting en monitoring van de kwaliteit van het ontvangende oppervlakte.
2.1
Aan de criteria-eisen van het eerste punt wordt voldaan.
2.2
In overleg met het waterschap wordt een inventarisatie opgesteld van de mogelijkheden om de waterkwaliteit in de invloedzone van het projectgebied te verbeteren.
2.3
Er dienen voldoende maatregelen te zijn of worden genomen om de waterkwaliteit daadwerkelijk te verbeteren.
2.4
De specialist waterkwaliteit bepaalt of er voldoende maatregelen zijn getroffen of zullen worden getroffen.
3.1
Aan de criteria-eisen van de eerste drie punten wordt voldaan.
3.2
Beheermaatregelen zijn in overleg met de specialist waterkwaliteit vastgelegd met de beheerorganisatie om te borgen dat die ook daadwerkelijk worden uitgevoerd en daarmee langdurig de behaalde kwaliteitswinst te kunnen garanderen.