BREEAM-NL Gebied 2018 v1.0

6 Begrippenlijst

Onderstaande definities hebben betrekking op de wijze waarop de begrippen zijn toegepast in voorliggende beoordelingsrichtlijn.

Gebied

Het gebied dat onderwerp van beoordeling is afgebakend door gebiedsgrenzen. Op kaart aangegeven, eenduidig afgebakend bebouwd of te bebouwen gebied (geen natuurpark of natuurgebied). Het gebied is het samenstel van alle bebouwing, publieke en private ruimten, onder- en bovengrondse infrastructuur binnen de gebiedsgrenzen. De feitelijke grenzen van het (te ontwikkelen) gebied dienen op voorhand helder op een kaart zijn aangeduid. Indien het gebied bestaande werken bevat, dient dat eveneens te zijn aangeduid.

Bestaande werken

Alle door menselijk toedoen ontstane of gemaakte constructies of inrichtingen, inclusief bouwwerken, infra, en restanten daarvan. Bestaande werken binnen de gebiedsgrenzen zijn altijd onderdeel van de beoordeling, tenzij anders vermeld in de credit.

Bevoegd gezag

In Nederland is het bevoegd gezag in een bepaalde zaak het bestuursorgaan dat bevoegd is omtrent die zaak besluiten te nemen of beschikkingen af te geven. Vaak gaat het om het Rijk, de provincie, de gemeente of de waterschappen. In sommige credits wordt een verklaring of goedkeuring van bevoegd gezag gevraagd, zoals een besluit of voorstel waaruit blijkt dat de (ambtelijke) organisatie akkoord is of een intentieovereenkomst met bevoegd gezag die de hoofdlijnen van de gebieds(her)ontwikkeling onderschrijft. 

Gebiedsorganisatie

De organisatie die zich bezighoudt met de (her)ontwikkeling van het gebied. Meestal wordt bij een (her)ontwikkeling in de beginfase een stuurgroep en een projectgroep opgericht. Op het moment van ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst kan ook een aparte entiteit in het leven worden geroepen. Bij voorkeur wordt deze organisatie vertegenwoordigd door een gemeente, vastgoedeigenaren, ontwikkelaars en gebruikers van het gebied.

Stakeholder

Organisatie, groep of individu die wordt beïnvloed door of een relatie heeft met de (her)ontwikkeling, of die van betekenis kan zijn voor de (her)ontwikkeling. Dit kunnen zijn, maar is niet beperkt tot: (toekomstige) bewoners, bedrijven, gebruikers, beheerders, omwonenden, ontwikkelaars, huurders, lokale natuurorganisaties, (maatschappelijke) belangenvertegenwoordigers, ondernemersorganisaties, milieuorganisaties, investeerders, lokale, provinciale en nationale overheden, binnen en buiten het gebied. Op creditniveau wordt bepaald welke stakeholder relevant is. Relevante stakeholders van credit X hoeven per definitie niet als relevante stakeholder bij credit Y bepaald te worden.

Key Stakeholder

Een selecte groep stakeholders die uit de stakeholderanalyse naar voren is gekomen als partijen die het meeste belang hebben bij of invloed hebben op het gebied. Hieronder vallen in ieder geval, maar niet uitsluitend, de partijen die risicodragend deelnemen aan het proces om te komen tot realisatie van de voorgestelde (her)ontwikkeling. 

Gebiedsgrens

De ruimtelijke afbakening van het gebied welke t.b.v. het assessment op een kaart eenduidig zijn aangeduid.

Systeemgrens

Een systeemgrens is de begrenzing van een systeem. De (ruimtelijke) afbakening is niet op voorhand bepaald omdat deze variabel is per credit. Het gaat om de aansluiting van het systeem op de omgeving. Enkele voorbeelden zijn:

  • Een OV-knooppunt dat net buiten het gebied ligt, maar relevant is voor het aspect mobiliteit valt binnen de systeemgrens en dient te worden benoemd.
  • Indien het gebied in de geluidscontouren van een vliegveld ligt, is het vliegveld relevant voor het aspect “geluid”.
  • De beleving van de sociale veiligheid van een buurt zal mede bepaald worden door de wijk, het dorp of de stad en is daarmee onderdeel van het systeem.