BREEAM-NL In-Use Duurzame huisvesting en Bedrijfsvoering

#

Criteria

Toepasbaar op antwoord

1.

Doelstellingen en acties/actieplannen voortkomend uit het energiebeleid moeten:

• Aantoonbaar in lijn zijn met de CO₂-reductiedoelen volgens het Klimaatakkoord van Parijs (2050) en de EU Green Deal (2030).
• Worden geïmplementeerd en het evaluatieproces moet ervoor zorgen dat doelen worden gesteld en actieplannen worden uitgevoerd.
• De reikwijdte, doelstellingen en doelen bevatten.
• Moet beschikbaar en toegankelijk zijn voor alle gebouwgebruikers.

C – E

2.

Voor de geselecteerde onderwerpen zijn beleidsmaatregelen en initiatieven met concrete doelstellingen vastgelegd, en er is aangegeven dat de implementatie wordt bewaakt.

C – E

3.

Beleidsmaatregelen kunnen zijn opgenomen in een separaat document, of zijn onderdeel van het algemeen beleid.

C – E

4.

Er vindt regelmatige terugkoppeling plaats op basis waarvan het hoger kader van het management of een raad van bestuur de energiebeleidsmaatregelen kan evalueren, en verbeterpunten kan meegeven.

C - E

5.

Een procedure moet beschrijven hoe feedback opgenomen wordt in de strategie.

F

6.

Rollen, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn vastgelegd en gecommuniceerd met goedkeuring van het hoger kader van het management of een raad van bestuur.

G, H

7.

Opleiding kan betrekking hebben op facility management of is gerelateerd aan onderwerp energie. Kennis kan op peil worden gehouden door bijvoorbeeld het bijwonen van relevante seminars/cursussen of aansluiting bij kennis-, expert- en/of werkgroepen.

H

8.

Het energiebeleid is gecertificeerd conform een energiebeheernorm zoals ISO 50001:2011 of gelijkwaardig. Als het energiebeleid is gecertificeerd, dan hoeft de Assessor de inhoud en structuur niet te controleren.

I

9.

Het energiebeleid bevat doelen over het voeren van dialogen met belanghebbenden binnen de (landelijke, regionale of landelijke) overheid en NGO’s over haar CO₂-reductiedoelstellingen en strategie.

J

Criteria

Vereisten bewijsvoering

-

De hieronder genoemde bewijsvoering is niet uitputtend. Zie daarom ook paragraaf 4.2 ‘Type bewijsmateriaal’ voor typen bewijsmateriaal die toegepast kunnen worden om aan te tonen dat aan de credit-eisen wordt voldaan.

Specifiek voor deze credit kan onderstaande bewijsvoering gebruikt worden.

Alle

Het energiebeleid of -plan, met daarin de stukken gemarkeerd die betrekking hebben op de relevante antwoordopties.

1 – 3

Relevante documentatie waaruit blijkt welke beleidsmaatregelen zijn vastgelegd en welk effect deze hebben op de ontwikkeling van het energiegebruik.

1 – 3

De beschrijving van het energiemonitoringsproces en een overzicht van de streefcijfers, het referentiejaar en de monitoringsgegevens (indien van toepassing).

4

Een verklaring OF notulen waaruit blijkt dat er regelmatige terugkoppeling plaats vindt met hoger kader van het management of een raad van bestuur.

5

Kopie of beschrijving van relevante procedure.

6

Documentatie van functietitels en/of namen van afzonderlijke medewerkers en/of koplopers die verantwoordelijk zijn voor de implementatie van het beleid, de doelstellingen en de streefcijfers voor energie.

7

Kopie van relevante documenten, kwalificaties, CV of lidmaatschap.

8

Als het energiebeleid door een derde partij is gecertificeerd, moet het certificaat worden verstrekt.

9

Een verklaring OF notulen waaruit blijkt dat organisatie een reguliere dialoog voert met belanghebbenden binnen de overheid en NGO’s over haar CO₂-reductiedoelstellingen en -strategie.