BREEAM-NL In-Use Duurzame huisvesting en Bedrijfsvoering

1.4 BREEAM-NL In-Use

BREEAM-NL In-Use voor Duurzame huisvesting en bedrijfsvoering is een prestatiegerichte beoordelingsmethodiek voor de certificering van het gebruik van bestaande utiliteitsgebouwen. Klanten kunnen de prestatie van hun asset meten, evalueren en onderling of extern vergelijken op een onafhankelijke, kosteneffectieve en robuuste wijze. BREEAM-NL In-Use Duurzame huisvesting en bedrijfsvoering bestaat uit één deel:

  • Duurzame huisvesting en bedrijfsvoering: beoordeling van het inzicht in en de uitvoering van het beleid, de procedures en de bedrijfsactiviteiten, gericht op een duurzaam gebruik van bestaande utiliteitsgebouwen.

De nadruk ligt hierbij op de interne bedrijfsvoering van de gebruiker. Onder de interne bedrijfsvoering vallen alle producten en diensten die het primaire proces ondersteunen, inclusief de impact van deze producten en diensten elders in de keten. Voorbeelden hiervan zijn facility management, IT en het personeelsbeleid. Bedrijfs- en productieprocessen in de asset vallen ook binnen de beoordeling.

BREEAM-NL In-Use Asset en Beheer

In Nederland kan deze richtlijn in combinatie met BREEAM-NL In-Use Utiliteitsbouw V6 Deel 1 Asset en Deel 2 Beheer worden beoordeeld en gecertificeerd als één assessment. Deze delen zijn gericht op de beoordeling van de inherente eigenschappen van het gebouw (zoals de constructie, installaties en afwerking) en het beheer van het gebouw. Elk deel krijgt een afzonderlijke score, die de prestatie weergeeft voor de categorieën zoals genoemd in Tabel 1. Op het certificaat wordt de versie van de Beoordelingsrichtlijnen weergeven. 

Het proces maakt het mogelijk om prestatieniveaus te benchmarken en biedt een handreiking voor het nemen van onderbouwde managementbeslissingen, waardoor de prestaties worden geoptimaliseerd. Door middel van voortdurende beoordelingen moedigt BREEAM-NL In-Use continue verbetering aan.

Tabel 1: BREEAM-NL In-Use Catagorieën

Catagorie Doel
Management

Stimuleert een duurzame wijze van beheer tijdens de hele levenscyclus van de asset. Deze categorie biedt richtlijnen voor het facilitair management/gebouwmanagement en andere gebouwgebruikers om de duurzaamheidprestaties van de asset te verbeteren. Middels deze categorie kunnen duidelijke doelen worden opgesteld voor assets en feedbackloops bieden. Hierdoor kunnen processen naar de toekomst toe worden geoptimaliseerd.

Gezondheid

Stimuleert dat de asset een gezonde, veilige, comfortabele en toegankelijke omgeving voor gebouwgebruikers biedt, zowel binnen als buiten.

Energie

Stimuleert de vermindering van het energiegebruik, door het waarderen van gebouwen met een laag energiegebruik en lage koolstofemissies gedurende het gebruik van het gebouw. Met deze categorie wordt de inherente energie-efficiëntie van het gebouw, de geïnstalleerde onderhoudssystemen en de opwekkingscapaciteit voor hernieuwbare energie beoordeeld.

Transport

Stimuleert de beschikbaarheid van verbeterde toegang tot lokale voorzieningen en tot duurzame transportmiddelen, zoals openbaar vervoer, voor gebruikers van gebouwen. Deze categorie stimuleert oplossingen die tijdens de levensduur van de asset bijdragen aan een vermindering van het aantal autoritten, files en CO2-emissies.

Water

Stimuleert duurzaam watergebruik tijdens de exploitatie van de asset en het perceel. Met als doel het drinkwaterverbruik (binnen en buiten) te verminderen. Bovendien worden de verliezen door lekkage met behulp van deze categorie geminimaliseerd.

Materiaalstromen

Stimuleert het behoedzaam en verantwoord gebruik van materiaalstromen. Om de gevolgen van het gebruik van grondstoffen te verminderen in de gebruiksfase, vereist deze categorie dat gebruikers rekening houden met de milieueffecten van hun activiteiten. De categorie moedigt gebruikers aan om het gebruik van grondstoffen te evalueren in het kader van een circulaire economie.

Bestendigheid

Moedigt aan om de blootstelling van de asset en het perceel aan een scala van risico’s inzichtelijk te maken en significante risico’s te minimaliseren. Voorbeelden zijn het voorkomen van aanzienlijke materiele schade door brand, aanrijdingen door transportbewegingen of inbraak, maar ook het identificeren en voorkomen van de effecten van klimaat gerelateerde fysieke risico's. Door het proactieve beheer van deze risico’s kan de impact ervan worden geminimaliseerd en een spoedig herstel worden gegarandeerd.

Landgebruik en Ecologie

Stimuleert bewustwording van de huidige en potentiële ecologische waarde van de asset en het perceel, en de potentiële impact die het gebruik van de asset heeft op deze waarde. Zo kunnen er langetermijnstrategie.n worden opgesteld die de ecologische waarde van de asset ook in de toekomst beschermen en versterken.

Vervuiling 

Stimuleert de preventie en beheersing van zowel lucht-, bodem- als waterverontreiniging, door gebruik van de asset en het perceel. Moedigt het proactief beheersen van de transitierisico’s naar duurzame koelmiddelen aan, en het verminderen van het risico op vervuiling van omgeving.