De BREEAM-NL In-Use Assessor dient op een competente en onpartijdige manier de prestaties van de asset te toetsen aan BREEAM-NL. Om punten voor een BREEAM-credit toe te kennen, moet de Assessor er zeker van zijn dat het verzamelde bewijs ondubbelzinnig voldoet aan alle relevante criteria in het betreffende schema. Alle bewijzen moeten door de Assessor op passende wijze zijn vermeld, wanneer hij of zij het assessment indient bij DGBC voor de kwaliteitsborgingscontrole (QA).
Voor alle BREEAM-NL credits moet de BREEAM-NL In-Use Assessor het prestatieniveau bepalen. Als er voor een credit geen consistent prestatieniveau wordt geboden voor de gehele asset, moet de uiteindelijke score voor deze credit worden bepaald aan de hand van de ruimte met het laagste prestatieniveau. Dit geldt voor alle BREEAM-NL In-Use credits en voor alle assessments, tenzij anders vermeld binnen de respectievelijke credit. De Assessor moet dit ondersteunen met een geschreven validatie. Daarin staat wat er is gezien en geverifieerd tijdens het locatiebezoek. Dit, als verduidelijking van de situatie voor de DGBC.
Duidelijk, geordend en goed gerefereerd bewijs voor elke BREEAM-NL credit en elk criterium vergemakkelijkt een efficiënte kwaliteitsborging én een certificeringsbeslissing. Het indienen van validatie door Assessors en het verzamelen van, en verwijzen naar, bewijsmateriaal kan allemaal worden uitgevoerd binnen de Assessmenttool.