BREEAM-NL In-Use Duurzame huisvesting en Bedrijfsvoering

#

Criteria

Toepasbaar op antwoord

1.

Filter

Als er geen witgoed in beheer of eigendom van de organisatie in de asset aanwezig is, dan kan de antwoordoptie uit het assessment gefilterd worden.

D

2.

Filter

Als er geen gebruikspecifieke verlichting aanwezig is, dan kan de antwoordoptie uit het assessment gefilterd worden.

G, H

3.

Filter

Als er geen collectie (ter tentoonstelling in een museum) aanwezig is, dan kan de antwoordoptie uit het assessment gefilterd worden.

K – O

4.

De geselecteerde maatregelen zijn vastgelegd en implementatie wordt bewaakt.

C-O

5.

Beleidsmaatregelen zijn gedocumenteerd en in te zien, als dat van toepassing is.

C-O

6.

Best practices moeten zijn gericht op de meest energiezuinige apparatuur en/of witgoed die gangbaar is voor de werkzaamheden.

Energiezuinige apparatuur en witgoed heeft betrekking op het apparatuur en/ of witgoed in eigendom of onder het beheer van de gebruiker.

C, D

7.

Maatregelen om sluipverbruik te minimaliseren zijn, maar niet gelimiteerd tot:

• Tijdschakelaars of aanwezigheidsschakelaars ingesteld bij relevante apparatuur
• Stand-by killers voor relevante apparatuur
• Uitschakelen van apparaten/ installaties buiten gebruiks-/ openingstijden

F

8.

Deze credit heeft betrekking op gebruikspecifieke verlichting. Onder energiezuinige verlichting wordt verstaan: verlichting met een energielabel A (van de verlichting). Specifiek voor aanlichtverlichting geldt een minimum lichtrendement van ≥60 lumen/Watt en de gemiddelde vermogensdichtheid van 0,5 W/m² mag niet overschreden worden. Voor collectieverlichting geldt een specifieke lichtopbrengst van minimaal 50 lumen/Watt en minimaal 25.000 branduren volgens de fabrikant.

G, H

9.

De servers in de asset maken gebruik van best practices op het gebied van energiezuinigheid en/of er wordt gebruikgemaakt van virtualisering van servers (het delen en benutten van capaciteit van servers waardoor er minder nodig zijn).

Als er geen servers in de asset staan, maar gebruik wordt gemaakt van servers in datacenters, dan moet energie van de datacenters op het perceel lokaal worden opgewekt.

I

10.

Niet eerdergenoemde relevante maatregelen die de organisatie heeft getroffen op het gebied van energiebesparende apparatuur en installaties.

J

11.

Voor de tentoonstellingen van musea wordt gesteld dat er een constante temperatuur en een relatieve vochtigheid heerst in de ruimten.

De onderzoeken of implementaties hebben betrekking op het verhogen van de bandbreedte voor relatieve luchtvochtigheid en temperatuur in tentoonstellingsruimte van musea.

M, N

12.

Er is in de afgelopen drie jaar een gesprek geweest met de gebouw- en collectiebeheerder.

M

13.

Dat rekening is gehouden met de klimaateisen van de collectie kan blijken uit (maar niet beperkt tot) het feit dat:

• Het minder klimaatgevoelige gedeelte van de collectie is geplaatst langs de gevel.
• De collectie is verdeeld in noord en zuid.
• De collectie is gecompartimenteerd.

O

Criteria

Vereisten bewijsvoering

-

De hieronder genoemde bewijsvoering is niet uitputtend. Zie daarom ook paragraaf 4.2 ‘Type bewijsmateriaal’ voor typen bewijsmateriaal die toegepast kunnen worden om aan te tonen dat aan de credit-eisen wordt voldaan.

Specifiek voor deze credit kan onderstaande bewijsvoering gebruikt worden.

Alle

Een exemplaar van het energiebeleid voorzien van bedrijfsregels (referentie- en uitgavenummers) en met de relevante clausules.

Alle

Een visuele inspectie van de assessor met fotografisch bewijsmateriaal, indien van toepassing.

Alle

Documenten die aantonen welke energiemaatregelen zijn doorgevoerd. Bijvoorbeeld specificaties, energielabels, GBS gegevens en/of onderzoeksrapport.

8.

Een opgave van het energielabel voor de verlichting, de specifieke lichtopbrengst en branduren door de fabrikant. Het aantal en type lamp(en) kan steekproefsgewijs worden gecontroleerd tijdens een visuele inspectie door de Assessor.

11-13.

Documenten die aantonen dat voldaan wordt aan de vereisten. Bijvoorbeeld GBS-gegevens en een onderzoeksrapport en/of notulen van een gesprek met de gebouw- en collectiebeheerder.