Bij aanvang van de gebieds(her)ontwikkeling
De situatie die is aangetroffen ten tijde van de definitieve locatiekeuze of voorafgaand aan de start van activiteiten gerelateerd aan de te beoordelen gebiedsontwikkeling..
Braakliggend terrein
Braakliggend gebied dat is bedoeld voor menselijke activiteiten. In deze context vaak bouwrijp gemaakt terrein, dat nog niet is bebouwd. Dit kan zijn in afwachting van bebouwing of inrichting. Terrein dat ten behoeve van de gebiedsontwikkeling bouwrijp gemaakt is, mag niet als braakliggend terrein worden meegenomen. Dan moet de situatie voor het bouwrijp maken (voorafgaand aan activiteiten voor gebiedsontwikkeling) worden aangehouden.
Braakliggend terrein wordt binnen deze credit niet als ‘onbebouwd terrein’ beschouwd, zoals benoemd in de definitie hieronder.
Ongebruikt/leegstaand bebouwd terrein
Terrein dat ooit is bebouwd voor industriële, commerciële of sociale doeleinden maar inmiddels niet meer, of slechts zeer laagwaardig wordt gebruikt. Het betreft bebouwde gebieden die al lange tijd leeg staan en waarbij verhuur in de huidige vorm op de korte termijn niet voor de hand ligt.
Onbebouwd terrein
Terrein dat niet is bebouwd. Hieronder wordt verstaan:
- Stedelijk groen en blauw zoals parken, recreatieterreinen, volkstuinen, meren, kanalen, rivieren en begraafplaatsen.
- Cultuurlandschap zoals agrarisch gebied, landgoederen, recreatiegebieden, water(berging).
- Bos- en natuurlandschap (bossen en natuurterreinen al dan niet met nevenfuncties (recreatie, waterberging).
Deze gebieden kunnen elementen bevatten als gebouwen, wegen en paden.