Het volgende toont aan dat aan de criteria wordt voldaan:
1.1
Inventarisatie van de verlichting in de openbare ruimte van het gebied, zowel bestaand als in ontwikkeling
1.2
Alle verlichting in de openbare ruimte heeft of krijgt aantoonbaar een specifieke lichtstroom van minimaal 65 lumen/Watt.
2.1
Een energiespecialist heeft de overige grote energiegebruikers, zowel bestaand als in ontwikkeling, in het gebied onderzocht (niet zijnde gebouwen en openbare verlichting). Denk hierbij aan (riool)bemaling, bruggen, sluizen, verlichting van private (parkeer)terreinen, bushalten, etc
2.2
Van nieuwe overige grote energiegebruikers zijn alternatieven voor de energiegebruikers beoordeeld op basis van het energiegebruik en de meest energiezuinige oplossing is gekozen.
2.3
Voor bestaande overige grote energiegebruikers zijn alternatieven overwogen, maar hoeft niet de meest energiezuinige oplossing te zijn gekozen. Men dient te borgen op welke natuurlijke momenten de verbeteringen kunnen worden doorgevoerd.
3.1
De volgende energiestromen worden minimaal gemonitord:
- Het totale energiegebruik van het openbare gebied én het geheel (inclusief gebouwen).
- De energieproductie van de grote of collectieve hernieuwbare energievoorzieningen binnen de systeemgrens van het gebied.
3.2
Er is op basis van minimaal jaarlijkse energie meetgegevens een analyse gemaakt van de trends/veranderingen die plaatsvinden, en deze is publiek beschikbaar.