Criterium 1 richt zich op het bouwprocessen aan openbare ruimte, GWW en gebouwontwikkelingen binnen de gebiedsontwikkeling. De overige criteria richten zich op de gebruiksfase van het gebied. Als het gebied nog in ontwikkeling is, kan voor de delen die in ontwikkeling zijn, punten worden toegekend als met formele en vastgelegde documentatie voldoende zekerheid wordt gegeven dat het criterium wordt behaald.
Afvalmanagementplan
Het afvalmanagementplan bestaat ten minste uit:
- Inventarisatie van te verwachten hoeveelheid vrijkomend gevaarlijk en niet gevaarlijk afvalmateriaal (aangegeven in tonnen en/of m3) per afvalcategorie.
- Inventarisatie van te verwachten hoeveelheid vrijkomend sloopmateriaal van bestaande infrastructurele werken, wegen, structuren of verharde terreinen.
- Doelstellingen voor de reductie van het vrijkomend afvalmateriaal en
- Doelstellingen voor het maximaliseren van hergebruik en/of transformatie van deze voorzieningen en/of afvalmaterialen. Is dit niet mogelijk, dan worden doelstellingen voor het maximaliseren van hergebruik van deze materialen gesteld, met voorrang voor hoogwaardige toepassingen.
Het afvalmanagementplan houdt daarnaast rekening met:
- Alle vrijkomende relevante bouw-, sloop en bedrijfsafvalstromen op de bouwplaats.
- Milieueffecten van al het vrijkomende afval.
- Plan van aanpak en monitoring voor de bouwfase om doelstellingen te borgen.
Relevante afvalstromen uit GWW en openbare ruimte
Hiermee worden alle afvalstromen bedoeld die binnen de gebiedsgrens ontstaan bij werkzaamheden aan openbare ruimte, grond-, weg- en waterbouw, zoals:
- Bouwmaterialen: beton, asfalt, baksteen, en andere mineralen die vrijkomen;
- Asfalt en bitumen: afvalstromen die vrijkomen als gevolg van het onderhoud en de aanleg van asfaltwegen;
- Grond en grondstoffen: grond verplaatsing en afgravingen reinigen en hergebruik;
- Overige materialen: metalen, kunststoffen en andere materialen.
Relevante afvalstromen van gebouwontwikkelingen
Hiermee worden alle afvalstromen bedoeld die binnen de gebiedsgrens ontstaan, zowel bij (her)ontwikkeling als in de beheerfase, zoals:
- Houtafval (met name relevant bij bouwwerkzaamheden);
- Steenachtige materialen (met name relevant bij bouwwerkzaamheden);
- Metalen;
- Kunststof (folie);
- Glas;
- Papier en karton;
- GFT, Swill en frituurvet;
- Klein chemisch afval (KCA);
- Gips (met name relevant bij bouwwerkzaamheden);
- Isolatiemateriaal (met name relevant bij bouwwerkzaamheden);
- Restafval.
Samenwerkingsvorm afval als waarde
Afval van een organisatie, kan voor een andere organisatie in het gebied een grondstof zijn. Bijvoorbeeld: een bedrijf biedt zijn GFT aan bij het afvalverwerkende bedrijf onder de voorwaarde dat compost wordt terug geleverd t.b.v. gebruikers binnen het gebied.
Restwarmte en/of energie en afvalwater worden niet binnen deze credit beoordeeld.
Afvalscheiding organisaties
Bij criteria 2.2 hoeft niet 100% van de organisaties te voldoen. Het is voldoende als is aangetoond dat ten minste de organisaties die verantwoordelijk zijn voor 80% van het afval, aantoonbaar voldoen aan deze eis.