BREEAM-NL Gebied v6.1.1

4.1 Niveau van bewijslast

Bewijs bij een gebiedsontwikkeling kent een grote verscheidenheid aan bewijsmateriaal. Daarom wordt binnen deze beoordelingsrichtlijn geen al te specifieke beschrijving van het benodigde bewijsmateriaal gegeven, hoewel bij sommige credits wel specifieke documenten benodigd zullen blijven

Het niveau van bewijsmateriaal is wel belangrijk, omdat dit iets zegt over de aannemelijkheid dat iets daadwerkelijk is of wordt gerealiseerd of geborgd. De volgende verschillende bewijslastniveaus zijn te identificeren, met per niveau een aantal voorbeelden van bewijsmateriaal:

Niveau 1 – Ambitie/belofte: “Wij willen/zullen aan deze eis gaan voldoen”, bijvoorbeeld:

  • Een verklaring van één partij.
  • Een ontwikkelingsvisie/visiedocument met daarbij een bestuurlijk besluit/overeenkomst.
  • Commitment van betrokkenen middels getekende brief.
  • Intentieverklaring, getekend door meerdere betrokkenen inclusief gemeente.
  • Rijksprogramma’s en Green Deals hebben de status van beloftebrief.

Niveau 2 - Definitie/eisen: “Het is een vereiste/ wij eisen dat aan deze eis wordt voldaan”, bijvoorbeeld:

  • Bestemmingsplan, Programma van eisen, structuurvisie.
  • Masterplan, stedenbouwkundig programma met bestuurlijk besluit/overeenkomst.
  • Begroting.
  • Ontwikkelcontracten, projectplanning.
  • Beheer programma.
  • Handboek openbare ruimte.
  • Anterieure overeenkomst, koopcontract (grond), erfpacht akte.

Niveau 3 - Analyse/voorlopig ontwerp: “Zo kunnen wij aan deze eis voldoen”, bijvoorbeeld:

  • Analyse: SWOT, Stakeholder.
  • Stedenbouwkundig plan.
  • Tekeningen: vastgesteld schetsplan.
  • Organisatieplan, strategie.
  • Verklaring van onafhankelijk expert.
  • Resultaten berekeningen/modelleringen.
  • Onderzoeken door derden (ecologie, vervuiling, overstromingsrisico’s).

Niveau 4 - Definitief/Voorbereiding: “Zo zullen wij aan deze eis voldoen”, bijvoorbeeld:

  • Bouw- en inrichtingsplannen, bestek.
  • Tekeningen en eisen voor aanbestedingen.
  • Bouwaanvraag (bouwkundige delen).
  • Uitgewerkte plannen (beheer, onderhoud, etc.).
  • Huur/koop contracten, Green Leasecontracten.
  • Formele verklaring huurder/koper/gebruiker (dat ze zich aan criteria committeren).
  • Aanstellingsbrieven (bijvoorbeeld aanstelling verantwoordelijke).
  • Gebiedsbeheerplan.

Niveau 5 - Realisatie: “Zo realiseren wij dat wij aan deze eis voldoen”, bijvoorbeeld:

  • Werktekeningen (bouwkundig en/of civieltechnisch).
  • Inspectierapport bouwen.
  • Foto’s sluiten aan bij ontwerptekeningen.
  • Contracten onderaannemers, start bouw etc.

Niveau 6 – Oplevering en beheer: “Het door ons gerealiseerde project voldoet en blijft voldoen aan deze eis”, bijvoorbeeld:

  • Kwaliteitsborging.
  • Inspectierapport alle voorzieningen.
  • Verklaring van onafhankelijk expert.
  • Informatie van derden (tijdtabellen OV, details van de producent, google maps).
  • Meetgegevens (actueel).
  • Beheerorganisatie notulen.
  • Onderhoudsplan (actueel).
  • Monitoring.

Voorbeelden van eisen zijn bijvoorbeeld energieneutraliteit, sociale cohesie, hergebruik etc.

De niveaus 1 tot en met 6 betreffen het uitwerkingsniveau. De voorbeelden per niveau zijn indicatief, per situatie zou een voorbeeld ook onder een ander niveau kunnen vallen.

Naast het uitwerkingsniveau is daarnaast de ‘status’ van belang, of een document bijvoorbeeld wel of niet is vastgesteld en door welke partij. De status moet voldoende zekerheid bieden dat het genoemde daadwerkelijk opgevolgd of gerealiseerd gaat worden.

Het benodigde bewijsmateriaal in de credits is primair op niveau 3 en 4 geschreven: de ontwerpfasen. In enkele gevallen komt ook niveau 2 voor, de definitiefase. Bewijsmateriaal van niveau 1, respectievelijk ambitie en belofte, dient hooguit als aanvullende onderbouwing, maar is onvoldoende om aan de eisen te voldoen.

Aantonen dat men voldoet met bewijs uit een hoger (zwaarder) niveau mag altijd. Uiteraard dient men met het zwaardere bewijs nog steeds te voldoen aan alle vereisten. Het kan zijn dat het project wel ambitie heeft op een bepaalde credit, maar dat men dit nog niet kan aantonen met bewijsmateriaal, omdat de niveau 4 tekeningen er bijvoorbeeld nog niet zijn voor die credit. Dan kunnen die punten (nog) niet worden toegekend. Het is dan raadzaam het (her)ontwikkelproces opnieuw te certificeren in een later fase.

Toelichting bewijsmateriaal verwijzingen
Onder creditbeschrijvingen wordt onder het benodigd bewijsmateriaal verwezen naar de criteria-eisen met cijfers. Het bewijsmateriaal verwijst naar één of meerdere eisen, dat kunnen zijn:

  • Losse eisen:   1.1, 3.1, verwijst naar 1.1 en 3.1.
  • Logische reeks: 1.1 - 3.1, verwijst naar 1.1, 2.1 en 3.1.
  • Volledige reeks: 1.1 t/m 3.1, verwijst naar 1.1, 1.2, 2.1, 2.2, 2.3 etc.… en 3.1.

Het bewijsmateriaal zelf is aangeduid met een letter. Binnen het assessmentproces is het aan te raden deze letters over te nemen in de bestandsnamen van het bewijsmateriaal om onnodig zoekwerk te voorkomen.

Te hanteren principes voor bewijsmateriaal
Bij het vaststellen van de geschiktheid en robuustheid van het bewijsmateriaal voor elke credit, moet de Assessor de principes uit Tabel 9 hanteren. Voldoet het bewijsmateriaal aan deze principes, dan is het toelaatbaar voor de beoordeling. De onderstaande principes staan niet in een hiërarchische volgorde, ze zijn allemaal even belangrijk bij het goedkeuren van het bewijsmateriaal.

Tabel 9 Principes van solide bewijsmateriaal


Samenvatting

principe

doel

te stellen vraag

1

Bewijs aangeleverd voor alle criteria voor alle te behalen punten

Bewijsmateriaal moet aantonen dat ALLE relevante criteria en subcriteria voor het behaalde punt worden behaald

Volledigheid

Worden alle criteria en subcriteria gedekt? Zijn alle relevante definities aan de orde gekomen?

2

Eenduidig assessment

Het assessment moet aantonen dat op eenduidige wijze wordt voldaan. Bewijs (en toelichtingen) moet helder maken aan de toetsende partij dat aan de vereisten wordt voldaan

Vergelijkbaarheid van onafhankelijke beoordeling

Als een derde partij mijn rapport beoordeelt met het bijgevoegde bewijsmateriaal, is deze dan in staat om te bevestigen dat voldaan wordt aan de vereisten, en dezelfde punten toekennen als ik?

3

Robuust

Altijd zeker stellen dat het bewijsmateriaal, robuust en relevant is voor het assessment. Het bewijsmateriaal bevat alle relevante basisinformatie.

Het bewijs is aantoonbaar robuust en van een betrouwbare bron

Is dit de meest robuuste vorm van bewijs dat beschikbaar is om aan te tonen dat wordt voldaan aan de vereisten? Bevat het bewijs alle relevante basisinformatie? Is het volledig controleerbaar?

4

Maak gebruik van bestaand en beschikbaar bewijsmateriaal

Maak gebruik van beschikbare en bestaande informatie om aan te tonen dat wordt voldaan. In de meeste gevallen zal bewijsmateriaal niet ‘gecreëerd’ hoeven te worden

Door gebruik te maken van bestaand en beschikbaar bewijs, minimaliseer ik tijd en kosten

Is bewijsmateriaal dat aan de eerdere principes voldoet al aanwezig en bruikbaar? Als ik om meer bewijs moet vragen, zoekt het project dan naar punten waarvan ze onvoldoende kunnen aantonen dat ze voldoen?