BREEAM-NL Gebied v6.1.1

Het volgende toont aan dat aan de criteria wordt voldaan:

Bestaande werken

Voor bestaande ondergrondse infrastructuur waar geen wijzigingen plaatsvinden is het relevant dat de locatie bij grondroeringen duidelijk en accuraat is. Onderdeel van de CROW 500 is dat de ligging van aanwezige structuren worden gelokaliseerd, dit moet goed worden gedocumenteerd.

Voor bestaande ondergrondse infrastructuur die onaangeroerd blijft richten de criteria van deze credit zich op de beheersfase, zodat kan worden geborgd dat in de toekomst bij onderhoud en bijgevoegde leidingen ook conform de genoemde richtlijnen wordt gewerkt.

Ontwerp en visie ondergrondse infrastructuur

Voor een goede uitvoering van de ondergrondse infrastructuur waarin processen, ontwerp, uitvoering en beheer optimaal op elkaar zijn afgestemd is het van belang dat alle betrokken partijen zich committeren tot het proces. In de eerste plaats ligt het initiatief bij de opdrachtgever die ambities heeft voor een duurzaam proces. Om dit tot uitvoering te brengen op basis van de gestelde richtlijnen zal opdrachtgever of initiatiefnemer zich ook actief moeten opstellen in het proces. Per fase, van Initiatieffase, Onderzoeksfase, Ontwerpfase, Werkvoorbereidingsfase, Uitvoeringsfase tot Gebruiksfase zijn de betrokken partijen gezamenlijk verantwoordelijk voor een goede uitvoering. De totstandkoming van en verantwoordelijkheid bij elke fase zal per project verschillen maar zal voor het gehele proces geborgd moeten worden bij initiatiefnemer, ontwerper, grondroerder en netbeheerder. De richtlijnen onderschrijven welke processen in welke fase van toepassing zijn.

Ondergrondse infrastructuur

De criteria hebben betrekking op het totaal aan ondergrondse leidingen en kabels in het gebied, Dit zijn kabels, leidingen en riolering ten behoeve van het transport of het faciliteren van gas, elektra (hoog-, midden- en laagspanning), drinkwater, stadsverwarming, warmte-koude opslag (WKO), aardwarmte, openbare verlichting, telecom, riolering, geothermie en overig (toekomstige infrastructuur).

CROW 280

CROW 280 is een publicatie die richtlijnen biedt voor het combineren van ondergrondse en bovengrondse infrastructuur met bomen, en zo een goede afstemming te waarborgen tussen de aanleg van infrastructuur en het behoud en de gezondheid van bomen. Belangrijke punten zijn integrale ontwerpprincipes, richtlijnen hoe bomen (wortels) invloed hebben op infrastructuur en andersom hoe boomwortels worden verstoord, aanbevelingen voor beheer en onderhoud en hoe opdrachtgever, gemeente, netbeheerders en ecologen succesvol kunnen samenwerken.

CROW 500

De CROW 500 publicatie 'Schade voorkomen aan kabels en leidingen' biedt richtlijnen en aanbevelingen voor het veilig omgaan met en het beschermen van ondergrondse kabels en leidingen tijdens grondwerkzaamheden. Het doel van deze richtlijn is om schade aan deze infrastructuur te minimaliseren, wat kan leiden tot gevaarlijke situaties, vertragingen en hoge kosten. Per projectfase wordt beschreven wat er moet worden gedaan en worden rollen en verantwoordelijkheden vastgelegd. De opdrachtgever, grondroerder en netbeheerder werken nauw samen om tot een goed proces en uitvoering te komen vanaf initiatief tot de gebruiksfase. De richtlijn slaat een brug tussen wetgeving (Wibon) en de praktijk en is ontwikkeld door de belangrijkste organisaties in de graafketen.

Grondroeren

Het mechanisch verrichten van werkzaamheden in de ondergrond, Dit omvat een breed scala aan werkzaamheden, zoals onder andere de aanleg, de verplaatsing en het verwijderen van kabels en leidingen; bouwwerkzaamheden zoals het heien van palen; het slaan van damwanden; het gestuurd boren; raketboren en het graven met een graafmachine. Ook ploegen, baggeren en het machinaal indrijven van verankeringen vallen onder grondroeren. Werkzaamheden in constructies gelegen op de ondergrond, waarbij de ondergrond onder deze constructies niet wordt 'geroerd', vallen niet onder grondroeren.

NEN 7171-1

NEN 7171-1 is een norm die richtlijnen biedt voor de ondergrondse ordening van netten, met name voor nutsvoorzieningen als riolering, warmtenetten, elektriciteit, gas, water en telecommunicatie. Deze norm richt zich op de criteria die moeten worden gehanteerd bij het aanleggen, beheren en onderhouden van ondergrondse infrastructuur. Daarin zijn planning, veiligheid, toegankelijkheid en duurzaamheid belangrijke punten. Overlap in de CROW 500 vindt zich in het feit dat een goede documentatie essentieel is voor toekomstig onderhoud.

NPR 7171-2

NPR 7171-2 ‘Ordening van ondergrondse netten – Deel 2: Procesbeschrijving’ is een Nederlandse Praktijkrichtlijn die toelichting geeft op het proces bij de inrichting en ordening van de ondergrond (zowel openbaar als particulier) en de aanleg van ondergrondse netten. Deze daarbij betrokken partijen richten het proces en de verschillende projectfasen gezamenlijk in en leggen de bijbehorende verantwoordelijkheden vast. De NPR 7171-2 en de CROW 500 zijn ondersteunend aan elkaar voor een goede organisatie en proces voor het zorgvuldig omgaan met de bodem en ondergrond.

Wibon

De Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (verwijst naar een andere website) (Wibon) bevat regels ter bescherming van bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken.

Een optimale ondergrondse infrastructuur is belangrijk voor de goede werking van een gebied. Het is duurzaam als deze infrastructuur aansluit bij de wensen en behoeften van de gebruikers in het gebied. Het is ook duurzaam als deze infrastructuur slim en flexibel is opgezet waardoor mutaties en uitbreidingen in de toekomst eenvoudig zijn door te voeren zonder ingrijpende openbrekingen. Het wordt ook als duurzaam gewaardeerd als alle ondergrondse infrastructuur in kaart is gebracht zodat schade en ongelukken worden voorkomen bij mutaties aan de structuur.

• CROW 500 publicatie ‘Schade voorkomen aan kabels en leidingen – Richtlijn zorgvuldig grondroeren van initiatief- tot gebruikersfase’.
• CROW 280 publicatie ‘Combineren van onder- en bovengrondse infrastructuur met bomen’.
• NEN 7171-1 ‘Ordening van ondergrondse netten – deel 1: Criteria’.
• NEN 7171-2 ‘Ordening van ondergrondse netten – deel 2: Procesbeschrijving’.
• Wibon.