BREEAM-NL Gebied v6.1.1

MAN 1 Management

Het borgen van de verantwoordelijkheid voor het realiseren en behouden van de duurzaamheidsambitie en prestatiedoelstellingen.

Maximaal punten 3
Exemplary performance Nee
Bevat minimale vereiste Nee
Verplicht vanaf Good
Er kunnen maximaal 3 punten toegekend worden. Er moet onderbouwd worden aangetoond dat:
1 2 punten

De realisatie van de duurzaamheidsambitie en prestatiedoelstellingen zijn geborgd in de projectorganisatie (verplicht vanaf Good).
2 1 punt

De verantwoordelijkheden voor het monitoren van de prestatiedoelstellingen tijdens het beheer zijn geborgd in de projectorganisatie (verplicht vanaf Very Good)

Het volgende toont aan dat aan de criteria wordt voldaan:

#

criteria-eisen

1.1

Er is een duurzaamheidsambitie met prestatiedoelstellingen vastgesteld en deze is formeel akkoord bevonden door het bestuur van de projectorganisatie.

1.2

Het realiseren van de gestelde doelstellingen is binnen het bestuur van de projectorganisatie geborgd, waarbij beslissingen kunnen worden genomen door personen met de daarvoor voorziene bevoegdheden of stemrecht.

1.3

Er vindt minimaal jaarlijks monitoring van de voortgang plaats met betrekking tot de realisatie van de doelstellingen, de voortgang wordt gerapporteerd aan het bestuur van de projectorganisatie zodat eventuele bijsturing wordt uitgevoerd.

1.4

Voor de uitvoering van het werk worden de duurzaamheidsambitie en prestatiedoelstellingen geborgd door de (hoofd)aannemer Als de aannemer nog niet in beeld is, moet aannemelijk worden gemaakt dat dit onderdeel van het selectieproces of programma van eisen is en daarbij de prestatiedoelen deel moeten uitmaken van hun contractuele verplichting.
1.5 De duurzaamheidsambitie en prestatiedoelstellingen worden actueel gehouden en zijn (publiek) beschikbaar gesteld voor alle stakeholders. Er is hiervoor een aanspreek- en/of informatiepunt aanwezig.

 

2.1

Aan criterium 1 is voldaan.

2.2

In het bestuur van de projectorganisatie worden verantwoordelijkheden toegewezen voor het continu monitoren van de prestatiedoelstellingen tijdens de beheerfase. De verantwoordelijke(n) heeft beslissingsbevoegdheid of ten minste stemrecht.

2.3

De verantwoordelijke(n) monitort minimaal jaarlijks de voortgang van de gestelde prestatiedoelstellingen tijdens het beheer en rapporteert formeel de voortgang aan het bestuur van de projectorganisatie.

Bestaande werken

Geen aanvullende eisen.

Gefaseerde ontwikkeling

Bij een gebiedsontwikkeling waarbij de realisatie- en beheerfase parallel lopen, moeten beide verantwoordelijkheden zijn belegd. De aannemer zal in de realisatiefase ook de prestatiedoelstellingen en ambities borgen.

Bij een gebiedsontwikkeling in de realisatiefase, kan het tweede punt alleen worden behaald als wordt aangetoond dat in de beheerfase de verantwoordelijkheden goed wordt belegd.

Prestatiedoelstellingen

De prestatiedoelen hebben betrekking op de BREEAM-NL kwalificatie en de vereiste minimumnormen. Bij het overeenkomen van een BREEAM-NL doel wordt geadviseerd om afzonderlijke BREEAM-NL credits, punten en criteria na te streven of te prioriteren. Zo kan erop worden vertrouwd dat het overeengekomen doel haalbaar is. Ook kan dit doel worden gehaald zonder dat er potentieel dure aanpassingen aan het ontwerp gemaakt moeten worden tijdens een latere fase.

Rapporteren voortgang

Het rapporteren van de voortgang van het realiseren van de doelstellingen richt zich op het inzichtelijk krijgen van de status en de volgende stappen die moeten worden gemaakt, dit is in het licht van een hercertificerings- en verbeteringsproces. In de assessmenttool wordt de verbeteringsmodule beschikbaar gesteld en gebruikt door het project. De verbeteringsmodule laat het certificeringsproces in haalbare credits over de tijd zien, hierop kan het project de ambities inzichtelijk maken.

Verantwoordelijkheden voortgang

Het is niet noodzakelijk dat de rol van ‘verantwoordelijke’, zoals genoemd in criterium 1 en 2, door dezelfde persoon wordt ingevuld. Het kunnen ook verschillende personen of functies binnen het bestuur zijn.

Deze is door alle betrokken partijen op elk willekeurig moment in het proces aan te spreken om vragen te beantwoorden en kan mogelijke nieuwe duurzame maatregelen of initiatieven binnen het gebied helpen te realiseren. Met het aanstellen van een verantwoordelijke heeft de projectorganisatie te allen tijde inzicht in de stand van zaken aangaande de realisatie van de duurzaamheidsambities en prestatiedoelstellingen en kan er zo nodig worden bijgestuurd.

 

criteria

vereisten bewijsvoering

A

1.1, 1.2

Organisatieschema van de projectorganisatie, met daarin de verantwoordelijkheden

en bevoegdheden.

B

1.1

Notulen, verslag of andere documentatie waaruit duurzaamheidsambitie en prestatiedoelstellingen met formeel akkoord van het bestuur blijkt.

C

1.2, 2.2

Aanstellingsbrief, arbeidscontract of ander formeel document van de verantwoordelijk

gestelde persoon of personen.

D

1.3, 2.3

Voortgangsrapportage.

E

1.4

Documentatie waaruit duurzaamheidsambitie en prestatiedoelstellingen worden geborgd door de (hoofd)aannemer.

F

1.5

Bewijs van de aanwezigheid van bijvoorbeeld een website, nieuwsbrief of een fysiek

Loket.

Projectorganisatie

De organisatie die zich bezighoudt met de (her)ontwikkeling van het gebied. Meestal wordt bij een (her)ontwikkeling in de beginfase een stuurgroep en een projectgroep opgericht. Op het moment van ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst kan ook een aparte entiteit in het leven worden geroepen. Bij voorkeur wordt deze organisatie vertegenwoordigd door een gemeente, vastgoedeigenaren, ontwikkelaars en gebruikers van het gebied.

Geen

Geen

Home