Verbeter maatregelen luchtkwaliteit in de gebruiksfase
De lokale luchtkwaliteit is de luchtkwaliteit binnen de grenzen van het te certificeren gebied. Dit wordt bepaald door de grootschalige achtergrondconcentraties en lokale bronnen, zoals de verkeersbijdrage.
De achtergrond concentraties liggen niet altijd binnen de invloedssfeer van de gebiedsontwikkeling. Lokale bronnen kunnen wel worden aangepast of vermeden.
Mobiliteit
- Autovrije of autoluwe zones: Ten minste 50% van de openbare ruimte in het gebied is autovrij of autoluw.
- Fiets- en wandelinfrastructuur: Minimaal 70% van de hoofdwegen in het gebied is voorzien van goed ontworpen en veilige fietspaden en voetgangersroutes.
- Elektrische voertuigen en oplaadinfrastructuur: Minimaal 10% van de parkeerplaatsen in het gebied is uitgerust met oplaadpunten voor elektrische auto’s, vrachtverkeer en/of bestelauto’s, met de capaciteit om dit aantal eenvoudig uit te breiden.
- Openbaar vervoersconnecties: Het gebied heeft, of is binnen een straal van 500 meter van ten minste één openbaar vervoershalte (bus, tram, trein) die een hoge frequentie van diensten aanbiedt.
- Zero emissie zone: Minimaal 50% van het gebied is een zero-emissie zone. In de zero-emissie zone is gemotoriseerd verkeer beperkt tot emissievrije voertuigen, zoals elektrische of waterstofvoertuigen. Rekening kan worden gehouden met distributiehubs, last-mile delivery, etc.
- Organisatorisch: Eigenaren, huurders of gebruikers in het gebied worden verplicht om emissieloze logistiek/vervoer te gebruiken of een duurzaamheidsplan te ontwikkelen om uitstoot te minimaliseren. Daarbij vindt monitoring en rapportage aan de projectorganisatie plaats.
Groenvoorzieningen en biodiversiteit
- Bomen en groenstroken: Minstens 20% van het totale oppervlak van het gebied is voorzien van bomen of groenstroken die luchtvervuiling helpen verminderen (zoals het absorberen van fijnstof en stikstofdioxide). Hierbij worden bomen met een hoge opnamecapaciteit van luchtvervuilende stoffen zoals fijnstof (bijv. plataan, linde, es) prioriteit gegeven.
- Groene daken en gevels: Minimaal 30% van de daken van de nieuwbouw of herontwikkeling is begroeid met vegetatie (groene daken) die bijdraagt aan luchtzuivering en het reduceren van hittestress.
- Biodiversiteitsplan: Het gebied heeft een biodiversiteitsplan dat specifieke maatregelen bevat om aantoonbaar luchtvervuiling te verminderen.