De situatie na ontwikkeling moet worden gebruikt, waarbij voldoende moet zijn vastgesteld dat die situatie ook wordt gerealiseerd.
Bestaande werken
Wanneer bestaande werken aanwezig zijn, zijn deze ook onderdeel van de berekening.
Berekeningen FSI
De FSI wordt berekend conform de NEN 9300:2013 op het schaalniveau van bouwblok:
FSI = BVO / gebiedsoppervlak
- BVO: bruto vloeroppervlakte (m2) aan bebouwing binnen het gebied. Betreft hier het ‘BVO van een gebouw’ conform NEN2580. Gebouw gebonden buitenruimtes van een gebouw zijn geen onderdeel van het BVO.
- Geluidsoppervlak: Bruto Bouwblok (hoofdstuk 5.1 uit NEN 9300:2013). Dit is de som van het (a) netto bouwblok PLUS (b) de ontsluiting en overige tarra.
- Bepaal de oppervlakte van het brutobouwblok als volgt:
- Bepaal de oppervlakte van het nettobouwblok
- De oppervlakte van het nettobouwblok is gelijk aan de som van de samenhangende brutokavels (bouwkavel NEN 2580);
- Tel hier de oppervlakte van de relevante tarraterreinen bij op;
- Ontsluiting van het nettobouwblok;
- De oppervlakte van lineaire elementen met een gemiddelde breedte kleiner van 30m en;
- De oppervlakte van vlakken met een oppervlakte kleiner dan 0,4 ha.
- Zie ook Bijlage C van NEN 9300:2013 voor een uitgebreide uitleg en voorbeelden.
Multifunctioneel ruimtegebruik
In het gebied worden collectief en/of op alle bouwkavels aantoonbaar maatregelen voor multifunctioneel ruimtegebruik op het dak of perceel toegepast. De maatregelen zijn niet limitatief, en dienen aantoonbaar bij te dragen aan het gbied ter beoordeling aan de Assessor.
- Multifunctioneel dakgebruik voorbeelden zijn:
- Optoppen (bestaande voorzieningen optoppen met nieuwe bouwlaag);
- Parkeerfunctie, dakverbinding op dak;
- Groen voorzieningen als verkoeling, biodiversiteit, recreatie, voedsel, etc.;
- Blauw voorzieningen voor verkoeling, waterbuffering, hergebruikt, etc.
- Multifunctioneel perceelgebruik is gericht op voorzieningen die breder kijken dan de eigen behoeften en daarmee beschikbaar zijn voor derden, zoals:
- Gedeelde parkeervoorzieningen voor andere gebruikers dan de eigen;
- Recreatievoorzieningen voor breder gebruik;
- Groen- en blauwvoorzieningen (klimaatadaptief voor bredere behoefte dan de eigen vraag);
- Private voorziening op perceel beschikbaar maken voor breder gebruik, denk aan beschikbaar maken van recreatie (bijvoorbeeld zaalruimte, kantine, keet, ontspanningsruimte), sport (bijvoorbeeld sportvelden, -attributen, -toestellen);
- Parkeervoorziening met energiedak;
- Collectief aanbod parkeerplaatsen op perceel of elders in gebied.
*Energie wordt niet gezien als losstaande oplossing voor multifunctioneel ruimtegebruik, maar kan wel in combinatie met andere voorzieningen worden toegepast.