Gezonde Bodem
Criterium 2 beloont projecten waar een gezonde bodem onderdeel is van de planontwikkeling in plan-, uitvoering- en beheersfasen. De criteria die hier worden genoemd raken verschillende aspecten waarmee een gezonde bodem wordt gestimuleerd. Een gezonde bodem draagt bij aan een klimaat adaptieve omgeving, stimuleert levende organismen, sporen en insecten in de bodem en zorgt als voedingsbodem voor gezonde groen en beplanting.
Onderzoek door Wageningen University & Research in samenwerking met Heijmans geeft zeven praktische maatregelen die voor deze credit centraal worden gesteld om onderdeel te maken van de ontwikkeling. Deze worden hieronder uitgelegd, meer informatie is te vinden op de site van de WUR:
Zeven principes die bijdragen aan een gezonde bodem in bouw- en ontwikkellocaties
Om dit doel te helpen bereiken benoemen we zeven principes voor de plan- en uitvoeringsfase van stedelijke ontwikkeling en bouwprojecten. Zo maken we een gebouwde omgeving die duurzamer is, bijdraagt aan biodiversiteit en extreme weersomstandigheden kan opvangen in het veranderende klimaat.
1. Laat de bodem onderzoeken. Hoe gezond is deze nu? Hoe is de waterhuishouding?
Breng voorafgaand aan (steden)bouwkundige plannen en werkzaamheden de fysische, chemische en biologische eigenschappen van de bodem in beeld;
Ga na hoe diep het grondwater zit en hoe de grondwaterspiegel beweegt door het jaar heen.
2. Beperk verstoring:
Minimaliseer graafwerkzaamheden en omzetting van het bodemprofiel;
Behoud bestaande bomen en beplanting;
Indien verstoring noodzakelijk is, zorg voor duurzame sanering van de bodem waar nodig.
3. Beperk bodemverdichting:
Gebruik lichtere machines voor werkzaamheden;
Verspreid de belasting van machines;
Optimaliseer transportroutes en bewegingen en minimaliseer herhaaldelijke belasting waar mogelijk.
4. Zorg voor een goede bodemstructuur:
Zorg voor organische stof en voedingsstoffen in de bodem;
Zorg voor voldoende porositeit en een kruimelige structuur van de bodem;
Ondersteun en bescherm bodemleven.
5. Bescherm de bodem tegen verdroging, erosie, verzilting, overbemesting en verontreiniging:
Zorg dat regenwater en zuurstof in de bodem kunnen komen door zo min mogelijk te verharden. Gebruik regentuinen en geperforeerde baksteen om regenwater op te vangen en te infiltreren;
Houd braakliggende grond begroeid zodat grond niet wegspoelt of uitdroogt;
Voorkom verontreiniging en overbemesting: vermijd het gebruik van (chemische) bestrijdingsmiddelen en kunstmest.
6. Vergroot de biodiversiteit en maak het bodemecosysteem sterker:
Gebruik inheemse en gevarieerde vegetatie voor de aanleg van beplanting;
Maak gradiënten in hoogte, zoninstraling, waterbeschikbaarheid en voedselrijkdom in de (openbare) groene ruimte;
Gebruik uitgegraven grond opnieuw in het projectgebied als deze van voldoende kwaliteit is (of saneer deze duurzaam wanneer mogelijk);
Verbind nieuwe groene ruimtes met bestaand groen en zorg voor verbinding met het buitengebied waar mogelijk.
7. Organiseer het werken aan een gezonde bodem:
Creëer bodembewustzijn bij zowel de actieve bodemontwikkelaars, maar ook bij beleidsmakers, bewoners en gebruikers van de bodem in de bebouwde omgeving;
Betrek experts zoals een bodemdeskundige, ecoloog en landschapsarchitect;
Monitor bodemgezondheid;
Implementeer bodemvriendelijk (maai)beheer en onderhoud.
Bekijk de visual 'Een gezonde bodem'